Spreekwoorden met `lekke`

Zoek

4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `lekke`

  1. lekker is maar één vinger lang (=oppervlakkige genoegens geven ook maar een betrekkelijke voldoening. / leuke dingen duren meestal maar erg kort)
  2. uitlekken (=als iets ongewenst publiekelijk bekend wordt)
  3. wat je van ver haalt is lekker. (=je waardeert dingen extra als je er veel werk voor moet doen)
  4. wat van ver komt, is lekker (=iets wat van ver komt, is bijzonder. Daarom denkt men dat het ook beter zal zijn)

11 betekenissen bevatten `lekke`

  1. van je buik een afgod maken (=belang hechten aan lekker eten en drinken)
  2. het gemeste kalf slachten (=een groot feest opzetten / het beste en lekkerste eten op tafel zetten)
  3. iemand bont en blauw slaan (=iemand zo slaan dat hij een dik gezicht met blauwe en geel blauwe vlekken krijgt)
  4. alsof er een engeltje over je tong piest (=iets lekker vinden)
  5. de liefde van een man gaat door de maag. (=je kan een man veroveren met goede kookkunst en lekker eten.)
  6. de darmen zalven. (=lekker eten en drinken.)
  7. alle vis is geen bakvis (=niet alles is even dienstig (of handelbaar of lekker))
  8. de gebraden haan uithangen (=op onverantwoordelijke wijze erg veel geld uitgeven aan met name lekker eten en drinken)
  9. zo dicht als een zeef. (=spottend gezegd van iets met veel zwakke plekken)
  10. een smulpaap zijn (=van lekker eten houden)
  11. voor de fret zijn (=van lekker eten houden)

24 dialectgezegden bevatten `lekke`

  1. Aa hei ne platten tuub (=Hij heeft een lekke band) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  2. aa velo stoe plat (=uw fiets heeft een lekke band) (Hals)
  3. aoën de pin lékke (=aan het kortste eind trekken) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. aoên de pin lékke (=de klos zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. aoën de pin lekkë (=afgaan als een gieter) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. de konsë mich lekkë (=loop naar de bliksem) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. die lekke de kerboetsklöppel aaf (=zij gaan vrijen) (Heitsers)
  8. een lekke pijp (=een lekke band) (Leids)
  9. iemëd de sjroep van de baod lékke (=iemand opvrijen) (Munsterbilzen - Minsters)
  10. knòts tòch nie zo op de kaajbaand, sebiet hèdde unne lèkke tuut. (=knal toch niet zo tegen de trottoirband, zo dadelijk heb je een lekke band.) (Tilburgs)
  11. mekaander zitten aof te lekkë (=hevig zitten te kussen) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. miene bank sjteit oppe zök (=ik heb een lekke band) (Heldens)
  13. ne platten tuup (=een lekke band) (Duffels)
  14. nondedoeme miene fiets stut op zien zök! (=verdorie ik heb een lekke band!) (Budels)
  15. oên de pin lekke (=het onderspit delven, verliezen) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. on de pin lékke (=het onderspit delven) (Bilzers)
  17. on de pin lêkke (=verliezen) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. on de pin lèkke (=de klos zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. onder Wouw reejik ne lekke baand (=in de buurt van Wouw kreeg ik bandenpech) (Oudenbosch)
  20. platte tube (=lekke (fiets-)band) (Wichels)
  21. Platten tuup (=Een lekke band) (Mols)
  22. staek tich mér niks èn zën taeët, dat geet nauts lëkke (=haal je maar niets in je hoofd, het gaat je toch nooit lukken) (Munsterbilzen - Minsters)
  23. vér zen daume van aof te lêkke (=lekker) (Bilzers)
  24. vür daum en vingers on aof te lekke (=heel lekker) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen