Spreekwoorden met `legen`

Zoek

4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `legen`

  1. beter ermee verlegen dan erom verlegen (=liever van iets te veel dan van iets te weinig hebben)
  2. de gelegenheid bij de haren grijpen (=de kans niet laten voorbijgaan)
  3. de gelegenheid maakt de dief (=men laat zich gemakkelijk verleiden door een goede gelegenheid)
  4. de gelegenheid te baat nemen (=van de gelegenheid gebruik maken)

20 betekenissen bevatten `legen`

  1. van God en alle mensen verlaten (=afgelegen; stil)
  2. je ei kwijt kunnen (=de gelegenheid hebben zich te uiten; of, zijn creativiteit kunnen gebruiken)
  3. eet vis, als er vis is. (=een gunstige gelegenheid moet men niet ongebruikt laten voorbijgaan.)
  4. de wind niet door de hekken laten waaien (=elke gelegenheid te baat nemen)
  5. vragen staat/is vrij (=iedereen heeft de gelegenheid om vragen te stellen)
  6. de kat op het spek binden (=iemand volop de gelegenheid geven zich te vergrijpen aan wat hij wil, maar beslist niet mag hebben)
  7. iemand uit het zadel werpen (=iemand wegwerken, iemand in verlegenheid brengen)
  8. er geen speld tussen kunnen krijgen (=iets klopt precies, geen gelegenheid krijgen in een gesprek ertussen te komen)
  9. in de broei zitten (=in verlegenheid zitten)
  10. je voor de kop schieten (=inzien dat men een grote stommiteit gedaan heeft - zelfmoord plegen)
  11. hooi als de zon schijnt (=je moet de gelegenheid gebruiken als die zich voordoet)
  12. de gelegenheid maakt de dief (=men laat zich gemakkelijk verleiden door een goede gelegenheid)
  13. de hoofden bij elkaar steken (=overleg plegen)
  14. de kans schoon zien (=van de gelegenheid gebruik maken)
  15. de gelegenheid te baat nemen (=van de gelegenheid gebruik maken)
  16. hooien als de zon schijnt (=van de gunstige gelegenheid gebruik maken)
  17. staan kijken als lamme/verdomde Louis (=verlegen of beteuterd staan kijken)
  18. als een bok op de haverkist (=wakend om de gelegenheid niet te laten voorbijgaan)
  19. je van kant maken (=zelfmoord plegen)
  20. de hand aan zichzelf slaan (=zelfmoord plegen)

3 dialectgezegden bevatten `legen`

  1. An de achterste päppe lègen (=Slecht bedeeld worden) (Kampers)
  2. hij weunt in den legen hoek (=iemand die geen cent te makken had) (Alblasserdams)
  3. ne legen portemenee (=een lege geldtas) (Overmeers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen