2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `kwam`
- als je alles van tevoren wist, dan kwam je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
- ik wil hogerop, zei de jongen en hij kwam aan de galg. (=bereik je doel op een eerlijke manier)
5 betekenissen bevatten `kwam`
- je leven in de waagschaal stellen (=actie ondernemen waarbij het eigen leven in gevaar kwam)
- geen oud wijf bleef aan het spinnewiel (=iedereen kwam kijken)
- veni vidi vici (=kwam-zag-overwon)
- met de deur in huis vallen (=meteen ter zake komen / onmiddellijk over datgene beginnen waarvoor men kwam zonder)
- als de ene blinde de ander leidt vallen ze beiden in de gracht (=wanneer onbekwamen andere onbekwamen adviseren gaat het fout)
50 dialectgezegden bevatten `kwam`
- 't kwam mij dwars veur de hals te zitten (=Ik kon het niet door de keel krijgen) (Drents)
- 't kwam zomoar uut de lucht vaal'n (=het kwam heel onverwachts) (Westerkwartiers)
- 't wodder kwam toe de kroan uut (=het water kwam uit de kraan) (Westerkwartiers)
- a kwam in (mee) en arrasje afgeleupen (=Hij kwam woedend afgelopen) (Ninoofs)
- a kwamp op zan slasj'n af (=hij kwam stil aangeslopen (ook fig.) ) (Ninoofs)
- aarde gij wir posjus ghe-te? (=waar kwam je voor je werk zo laat vandaan?) (Oudenbosch)
- at 't op sjoëpsjaere aonkoêm (=als het erop aan kwam) (Bilzers)
- bij heur was dat schering en ienslag (=bij haar kwam dat heel vaak voor) (Westerkwartiers)
- d'r kamm'm moar annerhaalf man en 'n peerdekop (=er kwam maar heel weinig publiek op af) (Westerkwartiers)
- d' r kwam ' n kink ien ' e koabel (=er was tegenslag op de planning) (Westerkwartiers)
- da pasde him èn zene kroeëm (=dat kwam hem heel goed uit) (Munsterbilzen - Minsters)
- da waar un mis mee driejere (=er kwam geen eind aan) (Oudenbosch)
- daaj doech zoe fijn tieëge mich as poeppëstront (=ze kwam me terug opvrijen om het toch maar weer goed te maken) (Munsterbilzen - Minsters)
- daddaar nie beter kunne treffe (=dat kwam erg goed uit) (Oudenbosch)
- dae haet ane waaj geluchtj (=hij kwam erachter dat het hard werken was (de waaj zit aan het einde van een vissenfuik en het is zwaar werk om die op te halen = luchte); zich in de vingers snijden (fig.) kruidenierswaren uit de koloniën) (Heitsers)
- dae koem heil stillëkës op zën zokken aongegoên (=hij kwam zachtjes terug, hij krabbelde terug) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat koem zau van de lange berg (=dat kwam er langzaam uit !) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat kwam ' er niet an ' e wiet (=dat kon hij niet gewaar worden) (Westerkwartiers)
- dat kwam as ' n dunnerslag bij heldere hemel (=dat kwam onverwachts) (Westerkwartiers)
- dat kwam boov'mdriev'm (=dat kwam naar boven) (Westerkwartiers)
- dat kwam heur krekt van paas (=dat kwam haar heel goed uit) (Westerkwartiers)
- dat kwam ien heur kroam te pas (=dat kwam haar goed uit) (Westerkwartiers)
- dat kwam ien zien kroam te pas (=dat kwam hem goed van pas) (Westerkwartiers)
- dat kwam mooi ien zien kroam te paas (=dat paste hem wel) (Westerkwartiers)
- dat kwam van paas (=dat kwam goed uit) (Westerkwartiers)
- dat speulde heur part' n (=dat kwam haar slecht uit) (Westerkwartiers)
- dat was schering en ienslag (=dat kwam nogal vaak voor) (Westerkwartiers)
- de bom is borst'n (=het kwam tot een uitbarsting) (Westerkwartiers)
- de manke Peer kwam dor binnengepikkeld (=de manke Peer kwam daar binnen) (Geels)
- de manke Peer kwam dor binnengepikkeld (=de manke Peer kwam daar binnen) (Sint-Niklaas)
- De pil kwam op z'n knol met z'n eik. (=de dokter kwam te paard met zijn hond) (Helders)
- de tong'n kwaam'n lös (=het gesprek kwam goed op gang) (Westerkwartiers)
- doë hüb ich èn de verste verte nog nie aon gedaach (=dat kwam nooit in me op) (Munsterbilzen - Minsters)
- dur kwaam un aor in de botter (=vervolgens kwam er ruzie van) (Oudenbosch)
- hae ès trëg bij de zaajn (=hij kwam terug bij bewustzijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- hè koom mèt de sjuntram (=hij kwam tevoet) (Tongers)
- het kwam 'em stoer toe de ströt uut (=hij kreeg dat moeilijk over zijn lippen) (Westerkwartiers)
- hij is met de neus ien 'e bodder vaal'n (=hij kwam op het juiste moment) (Westerkwartiers)
- Hij kwaamp lopens. (=Hij kwam lopende.) (Hoogeveens)
- hij kwam ' er aan met ' n rötgang (=hij kwam aanrijden met een noodgang) (Westerkwartiers)
- Hij kwam bij de duver um weiwatter (=Hij vroeg naar iets onmogenlijk) (Heezers)
- hij kwam d'r hiel doodgemoedereerd aan (=heel kalm kwam hij aanlopen) (Westerkwartiers)
- hij kwam niet opdoag'n (=hij liet verstek gaan) (Westerkwartiers)
- hij kwam nogal gauw es aan (=hij kwam regelmatig langs) (Westerkwartiers)
- hij kwam op de kop tuus (=hij kwam dronken thuis) (Westerkwartiers)
- hij kwam uut de lucht vaal'n (=hij dook plotseling op) (Westerkwartiers)
- hij roufte (=hij kwam niet opdagen op zijn bruiloft) (Leuvens)
- ij kwaam un kaar te laot (=hij kwam veel te laat) (Oudenbosch)
- ik kon ' em niet thuusbreng' n (=ik kwam er niet op wie hij was) (Westerkwartiers)
- je kwam binn an passante (=hij kwam onverwacht op bezoek) (Kortemarks)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen