4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `kantje`
- blijf aan jouw kantje (=je mag hem niet aanraken, hij is niet aanspreekbaar)
- de kantjes er van aflopen (=zijn best niet doen)
- de scherpe kantjes er van afhalen. (=iets verzachten of minder extreem maken)
- kantje boord (=op het nippertje)
Eén betekenis bevat `kantje`
- de vijl erover laten gaan (=er de scherpe kantjes van afhalen)
7 dialectgezegden bevatten `kantje`
- 't is op 't näödje geloupe (=op het kantje) (Weerts)
- Biej edere mins is eigelik e kentjen aaf! (=Bij ieder mens is eigenlijk een kantje af!) (Kinroois)
- een kantje pikken (=langs de haven wandelen) (IJmuidens)
- ff kantje pikken (=langs de haven lopen / wandelen) (IJmuidens)
- kantje levantje (=alles is klaar) (Flakkees)
- tis op se reet af (=het is kantje boord) (Alfus)
- wikkertie wak (=kantje boord (Bijna) ) (Lekkerkerks)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen