29 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `innen`
- als de armoede binnenkomt vliegt de liefde het venster uit (=armoede betekent vaak het einde van vriendschappen en relaties)
- beminnen als het licht van zijn ogen (=erg graag zien)
- binnen de kortste keren (=heel snel, bijna onmiddellijk)
- binnen de lijntjes kleuren (=netjes handelen, niets doen wat niet mag)
- binnen de perken blijven (=zodanig beperkt blijven dat het niet te veel overlast of schade veroorzaakt)
- binnen mikken zijn (=geborgen zijn)
- binnen zijn (=geborgen zijn)
- binnenskamers gebleven (=geheim gebleven)
- dat vlas is niet te spinnen (=daar is niets mee te beginnen)
- de aap binnen/weg hebben (=het geld ontvangen hebben)
- de appel wegdragen/winnen (=als schoonste erkend worden)
- de lading binnen hebben (=dronken)
- door de achterdeur weer binnenkomen (=onverwacht terugkomen op een afgeronde situatie)
- er zijn zinnen op zetten (=iets graag willen hebben)
- gekroesd haar, gekroesde zinnen (=vreemdelingen hebben andere zeden en gewoonten)
- gekruld haar, gekrulde zinnen (=vreemdelingen hebben andere zeden en gewoonten)
- het paard van Troje binnenhalen (=door onnadenkendheid of onnozelheid de vijand toelaten)
- het pleit winnen (=de zaak winnen)
- iets met de moedermelk binnenkrijgen (=iets leren in de eerste levensjaren)
- je schip is binnen (=hij heeft zijn fortuin gemaakt)
- kroes haar kroeze zinnen (=iemand met gekruld haar is wispelturig)
- men kan zijn kinders wel minnen maar niet zinnen (=je kan je kinderen graag zien, maar ze hebben een eigen aard)
- met een schone lei beginnen (=opnieuw mogen beginnen, zonder dat misstappen uit het verleden nog zichtbaar zijn)
- naar binnen spelen (=opeten)
- niets kunnen binnenkrijgen (=niet kunnen eten)
- te binnen schieten (=er plots aan denken)
- veld winnen (=steeds belangrijker worden)
- voor de bui binnen zijn (=voordat het slechter wordt genoeg verdiend hebben)
- zoveel hoofden, zoveel zinnen (=iedereen heeft een eigen mening waarbij men moeilijk samen tot een oplossing kan komen)
51 betekenissen bevatten `innen`
- de oude mens afleggen (=(en de nieuwe aantrekken) een nieuw leven beginnen - beterschap beloven)
- de spits afbijten (=als eerste ergens aan beginnen aan iets moeilijks)
- wee de wolf die in een kwaad gerucht staat (=als je je goede naam verliest is die haast niet terug te winnen)
- meeuwen op het land, onweer aan het strand. (=als meeuwen het binnenland intrekken omdat er slecht weer op zee is)
- van wal steken (=beginnen met spreken, beginnen met een verhaal)
- van leer trekken (=beginnen met vechten, duidelijk laten merken dat iets als vervelend ervaren wordt)
- aan de slag gaan (=beginnen te werken, starten)
- er voor gaan (=besluiten aan een onzekere onderneming te beginnen en zich er volledig voor in te zetten)
- beter onbegonnen dan ongeeindigd (=beter niet beginnen als men het niet kan afwerken)
- geen slapende honden wakker maken (=beter niet over een bepaald onderwerp beginnen / aan mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen)
- in het oog houden (=binnen het gezichtsveld houden)
- in het oog hebben (=binnen het gezichtsveld zijn)
- met opgestoken/opgestreken/opgezet zeil naar iemand toe gaan (=boos naar iemand toe gaan of boos bij iemand binnen komen)
- uit je dak gaan (=buiten zinnen raken)
- dat vlas is niet te spinnen (=daar is niets mee te beginnen)
- fris gewaagd is half gewonnen (=de moedigste heeft de meeste kansen om iets te winnen)
- de poppen aan het dansen (=de ruzie of problemen kunnen beginnen)
- het pleit winnen (=de zaak winnen)
- de ochtendstond/morgenstond heeft goud in de mond (=door vroeg te beginnen kan men meer werk verrichten)
- het bijltje zoeken (=een excuus of uitweg verzinnen)
- de hoofdvogel schieten (=een hoofdprijs winnen, maar vaak ironisch bedoeld. Letterlijk: de hoofdvogel is de hoofdprijs bij het vogelschieten)
- je handen jeuken (=er erg veel zin in hebben te beginnen)
- er een balletje over opgooien (=er voorzichtig over beginnen te praten om erachter te komen wat anderen ervan vinden)
- tabula rasa maken (=geheel herbeginnen - de boel helemaal opruimen)
- het geld groeit niet op de rug (=geld komt niet zomaar binnen, er moet hard voor gewerkt worden)
- een goed begin heeft een goed behagen maar het eindje zal de last dragen (=goed beginnen is prima, maar je moet volhouden tot het einde)
- de rijpste pruimen zijn geschud (=het belangrijkste werk is gedaan of grootste deel van de oogst is binnengehaald)
- niet om de knikkers, maar om het spel (=het gaat niet om het winnen, maar om het spel)
- voor de deur staan (=ieder ogenblik kunnen beginnen, komen)
- uit de duim zuigen (=iets verzinnen)
- mijn vingers jeuken (=ik heb zin om eraan te beginnen)
- aan een balk, die uit het bos gehaald wordt, moet veel gehakt worden, voor hij in het huis past (=in een religieuze groep, vereniging, etc,: je kunt leden uit een gemeenschap winnen, maar hun moet wel geleerd worden zich aan te passen)
- in het vizier hebben (=in het oog hebben, binnen het gezichtsveld zijn)
- denkt aleer gij doende zijt en doende denkt dan nog. (Guido Gezelle) (=maak een plan alvorens ergens aan te beginnen, en stel tijdens de activiteit het plan bij indien nodig)
- de koe bij de horens vatten (=met de lastige zaak beginnen)
- met iemand in zee gaan (=met iemand een samenwerking beginnen)
- met de deur in huis vallen (=meteen ter zake komen / onmiddellijk over datgene beginnen waarvoor men kwam zonder)
- hard tegen hard gaan (=niemand die wil toevoegen en er beide voor gaan om te winnen)
- met een schone lei beginnen (=opnieuw mogen beginnen, zonder dat misstappen uit het verleden nog zichtbaar zijn)
- iets op het tapijt brengen (=over een onderwerp beginnen (te praten))
- hoe later op de avond/dag hoe schoner volk (=schertsend gezegd bij het laat binnenkomen van vrienden of familie)
- een ridder van het lui paard zijn (=steeds smoesjes verzinnen en de schuld buiten jezelf leggen)
- wat de boer aan het koren verliest zal hij aan het spek wel terugvinden (=waar iemand iets verliest zal iemand (anders) iets winnen)
- iemand zien aankomen (=weten waar hij over zal beginnen, zich er alvast tegen wapenen)
- ongenode gasten zet men achter de deur (=wie niet welkom is, laat men niet binnen of laat men zo lang mogelijk wachten)
- met de winst strijken. (=winnen)
- de palm wegdragen (=winnen)
- in de wacht slepen (=winnen - verwerven)
- een Pyrrhusoverwinning behalen (=winnen wat zoveel heeft gekost dat je de volgende ronde niet meer aan kan)
- de bovenhand krijgen (=winnen, zegevieren)
2 dialectgezegden bevatten `innen`
- Das nog te slegtt vur innen ezel zen oewer te giete! (=Dat is niet lekker!) (Beverloos )
- innen opduun (=Trakteren) (Spalbeeks)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen