Spreekwoorden met `iemand van`

Zoek

11 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `iemand van`

  1. iemand van de sokken rijden/lopen (=iemand (bijna) omver rijden of lopen)
  2. iemand van de sokken slaan (=iemand vellen, neerslaan)
  3. iemand van haver tot gort kennen (=iemands persoonlijkheid helemaal kennen)
  4. iemand van het hoofd tot de voeten meten (=iemand heel nauwkeurig onderzoeken)
  5. iemand van het kastje naar de muur sturen (=iemand voor niets heen en weer laten lopen)
  6. iemand van kant maken (=iemand doden)
  7. iemand van katoen geven (=iemand met een pak slaag of woorden straffen)
  8. iemand van kwade trouw verdenken (=verdenken dat iemand bedriegt)
  9. iemand van repliek dienen (=iemand gevat antwoorden)
  10. iemand van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=steeds verschillende baantjes hebben maar in geen enkel baantje succesvol zijn)
  11. iemand van zijn stuk brengen (=iemand onzeker maken)

4 betekenissen bevatten `iemand van`

  1. er een plasje overheen doen (=ergens een kleine wijziging in aan (laten) brengen, dat wel duidelijk laat zien dat de afzender iemand van belang is)
  2. een hoge Piet (=iemand van hogere rang of stand)
  3. iemand een smet aanwrijven (=iemand van iets beschuldigen)
  4. vat op iemand krijgen (=iemand van iets kunnen overtuigen)

22 dialectgezegden bevatten `iemand van`

  1. 't is gein slecht kîndj, det nao zien vaader aartj (=iemand van goede afkomst) (Weerts)
  2. dastureentje van lek me vesje (=dat is iemand van niets) (Oudenbosch)
  3. ieëen van alverdrau donker (=iemand van licht allooi) (Meers)
  4. iejene van de hoewege boeweme (=iemand van het opz) (Geels)
  5. Iemand de jas uitvegen (=iemand van Leiden naar Delft geven) (Gronings)
  6. iemand van den boek doen (=Aangeven op het gemeentehuis dat iemand is overleden) (Zeeuws)
  7. iemand van késkeschiet (=iemand die waardeloos is) (Overpelts)
  8. iemand van over ' t waoter (=iemand van linkeroever) (Antwerps)
  9. iemand van riefke naer roofke sturen (=iemand van kastje naar de muur sturen) (Zottegems)
  10. iemand zijn muile vuln (=iemand van repliek dienen) (Evergems)
  11. iemës op zën slip zitte (=iemand van dichtbij volgen aan iemand kleven) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. iemet oet nèrpelt (=iemand van Neerpelt) (Neerpelts)
  13. iemut oet haamet (=iemand van Hamont) (Neerpelts)
  14. Iene van oaver de kassaa (=iemand van de noordkant van Kortenberg) (Kortenbergs)
  15. ienmet oet pèlt (=iemand van Overpelt) (Neerpelts)
  16. ne kostganger, e kosmeens (=iemand van het opz) (Geels)
  17. nog 'één van 't olle stembel (=nog iemand van de oudere garde) (Westerkwartiers)
  18. nun tjeef (=iemand van de c.v.p.) (Brugs)
  19. tieëgegaas gaeve (=iemand van antwoord dienen) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. tis ne luikse, véégt em. (=Het is iemand van Neerpelt / Overpelt, geef hem een pak slaag) (Lommels)
  21. vreemde sjietert (=iemand van buiten Spakenburg) (Spakenburgs)
  22. Zedde gè d'r inne van Jansse? (=Ben jij iemand van Janssen?) (Brabants)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen