7 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `iemand hebben`
- de mier aan iets/iemand hebben (=een erge hekel hebben)
- de pik op iemand hebben (=iemand voortdurend plagen of aanvallen)
- een oogje op iemand hebben (=tedere, mogelijk verliefde, gevoelens voor iemand koesteren)
- een zwak voor iets of iemand hebben (=iets/iemand leuk of aardig vinden)
- het niet op iemand hebben (=iemand niet goed kunnen verdragen)
- iets tegen iemand hebben (=iemand niet goed kunnen verdragen)
- maling aan iets of iemand hebben (=zich nergens iets van aantrekken)
3 betekenissen bevatten `iemand hebben`
- iemand niet kunnen luchten of zien (=een hekel aan iemand hebben)
- iemand op z`n hand hebben (=iemand hebben die hem steunt)
- iets of iemand op de korrel nemen (=kritiek op iets of iemand hebben)
10 dialectgezegden bevatten `iemand hebben`
- aanspraok höbbe (=iemand hebben om mee te praten) (Heitsers)
- As dae ziene kop op ei vêrreke stông, lösdje neemes gein spek mieër (=Geen hoge pet van iemand hebben) (Weerts)
- as zieëne kop op e vêrke stông, lözje neemes gein spek mieër (=geen hoge dunk van iemand hebben) (Weerts)
- bij iemëd ènt krijt stoeën (=schulden aan iemand hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- dun duvel op zunne steirt trappe (=het over iemand hebben en die dan plots tegen het lijf) (Gastels)
- e boeinke veui iemand hemme (=een oogje op iemand hebben) (winksels)
- e slecht oog in iemand ein (=een slecht gedacht van iemand hebben) (Sint-Niklaas)
- een goei acherdeur ein (=iemand hebben die in nood u helpt en ondersteunt) (Sint-Niklaas)
- en ikche hen op etwiën (=iets tegen iemand hebben) (Veurns)
- ochgotook (=medelijden met iemand hebben) (Volendams)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen