Spreekwoorden met `het is`

Zoek


84 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `het is`

  1. al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding (=wie zich mooi aankleedt wordt daarmee zelf nog niet mooi)
  2. botertje aan de boom zijn / het is botertje tot de boom (=alles gaat goed zonder problemen)
  3. het is alle dagen visdag maar geen vangdag (=als de buit of vangst tegen valt)
  4. het is als met de koeien van de Farao. (=er is geen goed aan te doen (De koeien van de Farao bleven mager))
  5. het is altijd koekoek éénzang (=altijd hetzelfde verhaal vertellen of zelfde voorbeeld geven)
  6. het is altijd rouwen en trouwen (=het leven is een afwisseling van goede en slechte tijden)
  7. het is altijd vet op een andermans schotel (=een ander heeft het schijnbaar altijd beter)
  8. het is bar en boos (=het is heel erg; het is heel slecht)
  9. het is beter de bakkers te paard, als de dokters. (=je kunt beter voldoende en gezond eten, dan straks naar de dokter te moeten)
  10. het is beter een andermans hemd dan geen (=wat men niet heeft kan men desnoods nog altijd lenen)
  11. het is bij de (wilde) beesten af (=het is verschrikkelijk; het is schandalig)
  12. het is bij de konijnen af (=het is buitengewoon erg)
  13. het is boter aan de galg gesmeerd (=het is zinloos, het kan niet helpen)
  14. het is broekzak-vestzak. (=er wordt betaald, maar het geld blijft bij dezelfde kliek)
  15. het is daar altijd elf ogen. (=er is daar altijd onenigheid.)
  16. het is daar armoe troef (=daar heerst grote armoede)
  17. het is de toon die de muziek maakt (=het gaat om de manier waarop iets gezegd wordt)
  18. het is dief en diefjesmaat (=het is allemaal even erg)
  19. het is dun gezaaid (=het is zeldzaam)
  20. het is een dubbeltje op zijn kant (=het is nipt, erg onzeker)
  21. het is een hopje in een brouwketel (=het is zo goed als niets)
  22. het is een kwade wind die niemand voordeel brengt (=er is altijd wel iemand die van de omstandigheden weet te profiteren)
  23. het is een pleister op een zere wonde (=het is bedoeld om het leed wat te verzachten)
  24. het is één pot nat (=het is allemaal hetzelfde)
  25. het is een slechte bruiloft waar maar één bruid is. (=op bruiloften worden vaak nieuwe relaties gevormd)
  26. het is een slechte muis die maar een hol heeft (=je doet er best aan een alternatieve oplossing achter de hand te hebben)
  27. het is een Spaans bordeel. (=het is een chaotische wanorde)
  28. het is een wijze man, die maat ramen kan. (=wijsheid komt van het vermogen om situaties te begrijpen en hoe daar op te reageren)
  29. het is er als dood katoen. (=het is er doodsaai)
  30. het is er de dood in de pot. (=er is niemand.)
  31. het is er haardje bij schuurtje (=het is er klein, dicht op elkaar)
  32. het is er zo veilig als vlees in een hondenkot (=het is er volkomen onveilig)
  33. het is galgen of burgemeesteren. (=het is goed of fout, er is geen tussenweg)
  34. het is gedaan met kaatje (=het is afgelopen)
  35. het is geen aangenomen werk (=het hoeft niet noodzakelijk zo snel te gaan)
  36. het is geen roofgoed (=het heeft veel geld (of moeite) gekost)
  37. het is gezond om in het vuur te pissen (=het is goed om hevigheid te kalmeren)
  38. het is goed aan hem besteed (=hij verdient het, hij zal er op de goede manier mee omgaan)
  39. het is goed riemen snijden uit andermans leer (=met andermans eigendom kan men gemakkelijk kwistig omgaan)
  40. het is goed sollen met een dood paard. (=iemand die geen verzet biedt, is een makkelijk slachtoffer)
  41. het is hem (hoog) in de bol geslagen. (=hij voelt zich ver boven anderen verheven)
  42. het is hollen of stilstaan (=van het ene uiterste in het andere belanden)
  43. het is Joris en Trijn (=ze wisselen ruzie en grote liefde voortdurend af)
  44. het is kermis in de hel (=het regent terwijl de zon schijnt)
  45. het is knudde met de pet op (=het is triestig / het lijkt nergens op)
  46. het is knudde met een rietje (=het is triestig / het lijkt nergens op)
  47. het is koek en ei tussen hen (=ze zijn zeer bevriend)
  48. het is krabben op de naad (=het eten is op)
  49. het is kruis of munt, zei de non en ze trouwde de bankier (=een keuze voor het materiële kan ten koste gaan van het spirituele)
  50. het is kwaad kammen daar geen haar is. (=bij arme mensen valt niets te halen)

106 betekenissen bevatten `het is`

  1. het smelt als boter in de mond (=(van eten) het is erg mals)
  2. de mens wikt, maar God beschikt (=de mensen maken allerlei plannen, maar het is niet aan hen of dat ook gebeurt)
  3. mooi weer spelen (=genieten (meestal van andermans goed) / mooier voordoen dan het is)
  4. iets in zijn holle kies kunnen stoppen (=gezegd van eten : het is de moeite niet, het is te weinig)
  5. het kan er mee door (=het gaat wel, het is aanvaardbaar)
  6. het liedje is uitgezongen (=het is afgelopen)
  7. het is gedaan met kaatje (=het is afgelopen)
  8. het is dief en diefjesmaat (=het is allemaal even erg)
  9. het is één pot nat (=het is allemaal hetzelfde)
  10. het is een pleister op een zere wonde (=het is bedoeld om het leed wat te verzachten)
  11. de dood wil een oorzaak hebben. (=het is belangrijk onm te weten waarom iets gebeurt)
  12. beter laat dan nooit (=het is beter dat iets een beetje te laat komt, dan dat het nooit gebeurt)
  13. beter hard geblazen dan de mond gebrand (=het is beter dat men zich inspant dan dat er door slordigheid of luiheid iets fout gaat)
  14. met hem is het kwaad kersen eten. (=het is beter hem te mijden.)
  15. wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet (=het is beter om energie te steken in het verbeteren van jezelf, dan in het bekritiseren van anderen)
  16. beter blode Jan dan dode Jan (=het is beter zich laf blood te gedragen, dan te sterven, dood te zijn)
  17. dat loopt op zijn einde (=het is bijna afgelopen)
  18. het varken is op een oor na gevild/gewassen (=het is bijna klaar)
  19. het is op een oor na gevild (=het is bijna klaar. het is bijna achter de rug)
  20. het is bij de konijnen af (=het is buitengewoon erg)
  21. het daar is hommeles (=het is daar niet in orde)
  22. het is een Spaans bordeel. (=het is een chaotische wanorde)
  23. het is melk en water (=het is een futloze zaak)
  24. het is water en melk (=het is een futloze zaak)
  25. het hooi is op en de koe is dood. (=het is een hopeloze zaak)
  26. als het geen broertje is dan is het een zusje. (=het is één of het ander)
  27. trekken aan een dood paard. (=het is een onbegonnen zaak)
  28. het is trekken aan een dood paard (=het is een onbegonnen zaak)
  29. makkelijker gezegd dan gedaan (=het is eenvoudiger om iets te zeggen dan om het ook daadwerkelijk uit te voeren)
  30. magerman is in die keuken kok (=het is er armoe troef)
  31. de muizen sterven er voor de kast (=het is er armoe troef)
  32. het is er als dood katoen. (=het is er doodsaai)
  33. je zou er toveren leren (=het is er erg vervelend)
  34. het is er haardje bij schuurtje (=het is er klein, dicht op elkaar)
  35. het is er zo veilig als vlees in een hondenkot (=het is er volkomen onveilig)
  36. er klopt geen hout van (=het is geheel onjuist)
  37. de breedste riemen worden uit andermans leer gesneden (=het is gemakkelijk met kwistige hand te beschikken over wat een ander toebehoort)
  38. het is galgen of burgemeesteren. (=het is goed of fout, er is geen tussenweg)
  39. het is gezond om in het vuur te pissen (=het is goed om hevigheid te kalmeren)
  40. laat maar zitten (=het is goed zo)
  41. het loopt storm. (=het is heel druk)
  42. dat is een eitje (=het is heel eenvoudig)
  43. het is bar en boos (=het is heel erg; het is heel slecht)
  44. het is volle bak (=het is helemaal uitverkocht; er zijn heel veel mensen)
  45. het is sop en gekookt eten. (=het is hetzelfde.)
  46. zo gaan er geen twaalf in een dozijn (=het is iets buitengewoons)
  47. het is zondegeld (=het is jammer dat daar kosten voor gedaan zijn)
  48. het is naar de maan (=het is kapot)
  49. vertrouwen komt te voet en gaat te paard (=het is makkelijker om iemands vertrouwen te schaden, dan te verkrijgen)
  50. wat de vos niet weet, weet de haas ook niet (=het is moeilijk iets te weten als het je nooit verteld is)

50 dialectgezegden bevatten `het is`

  1. `Aame` zach de köster van Zjwaame. (=het is uit, afgelopen.) (Roermonds)
  2. `tèsse dei twie ès 't fèl oan`; ès 't nog oan? nèèje, 't ès oaf (=`tussen die twee is het ferm aan`; `Is het nog aan? Neen het is uit.) (Genker)
  3. ´T hee gen avaans. (=het is zinloos.) (Balens)
  4. ' ès rapper gezaach dan gedoeën (=het is sneller gezegd dan gedaan) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. ' t is nao de wuppe (=het is naar de vaantjes) (Kortemarks)
  6. 'k èn dur min bekomst van (=het is genoeg geweest) (Sint-Niklaas)
  7. 'k keune den têjt niemieër zêën (=het is zeer lang geleden) (Kaprijks)
  8. 'k wol heur met 'n tang nog niet aanpakk'n (=het is een vies vrouwtje) (Westerkwartiers)
  9. 'k zien ier geen steek vur min ogen (=het is hier zo donker, ik zie niets) (Sint-Niklaas)
  10. 't 'n e gieën woar (=het is niet waar) (Waregems)
  11. 't 'n e nie meu'lijk! (=het is onmogelijk!) (Waregems)
  12. 't 'n es geeën woar (=het is niet waar) (Waregems)
  13. 't 'n es nie doenlijk (=het is onhaalbaar / onvoorstelbaar) (Waregems)
  14. 't 'n trekt er nie ip (=het is ondermaats) (Waregems)
  15. 't benn'n aalmoal hapkloare brokk'n (=het is allemaal goed voorbereid) (Westerkwartiers)
  16. 't bezikt de perche (=het is overdreven) (Zottegems)
  17. 't book is òmgedrage (=het is afgegelopen / over!!) (Steins)
  18. 't e (s) fris an de vis, 't e killig (=het is frisjes buiten) (Waregems)
  19. 't e doa ol krotte en koempanie (=het is daar heel armoedig) (Wevelgems)
  20. 't e fooëdr' of da 'k peidege (=het is verder dan ik dacht) (Waregems)
  21. 't ê fris an de vis en koel an de spoel (=het is fris vandaag) (Kortrijks)
  22. 't è gank (=het is zo ver!) (Kortrijks)
  23. 't ê ier een duvvekot (=het is hier de zoete inval) (Kortrijks)
  24. 't è na de kleudn (=het is om zeep) (Deinzes)
  25. 't e na de wuppe (=het is om zeep, naar de knoppen) (Wevelgems)
  26. 't E ne kui (=het is mij een zootje) (Avelgems)
  27. 't e rap upusseerd (=het is snel voorbij) (Waregems)
  28. 't e(s) roar om zeggn (=het is delicaat om het te benoemen) (Waregems)
  29. 't ee oltijd azooë eweest (=het is altijd zo geweest) (Waregems)
  30. 't ee voedn gekreeën (=het is spoorloos verdwenen) (Kaprijks)
  31. 'T en eet 'r ginne lap an (=het is niet te vergelijk) (Harelbeeks)
  32. 't es 'n bloaze (=het is een leeghoofd) (Waregems)
  33. 'T es 'n gezond' affeire (=het is een goede zaak) (Harelbeeks)
  34. 'T es 'n iëwig dingne (=het is ellendig) (Harelbeeks)
  35. 'T es 'n roar' affeire (=het is een geheimzinnige zaak) (Harelbeeks)
  36. 't es 'n ure goans (=het is een uur stappen) (Waregems)
  37. 't es (ooëtj 't) zoogemeel (=het is geen echt goud) (Ninoofs)
  38. 't es an 't friezn, reeënen, snieën... (=het is nu aan het vriezen, regenen, sneeuwen...) (Waregems)
  39. 't es an 't zjèver'n (=het is aan het motregenen) (Wevelgems)
  40. 't es au geroan (=het is je geraden) (Wichels)
  41. 't Ès autgesnië z'ne paa! 't Es gekots en geschieëte ze vojer (=het is precies zijn vader) (Bilzers)
  42. 't es avaer gelèek (=het is ongeveer hetzelfde) (Wichels)
  43. 't es beter van de keirk as van de kapelle (=het is beter dat de rijke de rekening betaalt) (Meers)
  44. 'T es blang vul (=het is boorde vol) (Harelbeeks)
  45. 't ès daudzin (=het is doodzonde) (Bilzers)
  46. 't es de steukke vanien (=het is helemaal kapot) (Walshoutems)
  47. 't es e fluitjen va ne seng (=het is gemakkelijk) (Meers)
  48. 't es echt dat 't woar es (=het is zeker de waarheid) (Waregems)
  49. 't es ee ne nechte oeljefrot (=het is hier rommelig) (Hals)
  50. 't es een scheet in een fles (=het is de moeite niet) (Moes)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen