9 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `heet`
- de soep wordt nooit zo heet gegeten, als zij wordt opgediend (=er worden meestal minder zware maatregelen toegepast dan was aangekondigd)
- een heet hangijzer (=een moeilijk onderwerp waar veel discussie over bestaat)
- er heet noch koud van worden (=zich nergens iets van aantrekken)
- er is meer dan een koe die blaar/bles heet (=de mening van anderen telt ook)
- heet gebakerd (=driftig van aard)
- heet van de naald (=nog heel nieuw (van een product))
- het ijzer smeden als het heet is (=je moet op het juiste moment de kansen grijpen en dingen doen)
- koud en heet uit één mond blazen. (=verschillende standpunten innemen om zijn eigen belangen te dienen)
- zo lustig zijn als een vogeltje dat koe heet (=buitengewoon loom zijn)
2 betekenissen bevatten `heet`
- de mussen vallen (dood) van de daken (=het is snikheet)
- dominee brand je bekje niet (=pas op! Het eten of de drank is heet!)
50 dialectgezegden bevatten `heet`
- 'k Kommn van d'n Oek en m'n moeder éet Lies. (=Ik woon in Hoek en mijn moeder heet Lies) (Oeks)
- 't is hi'jt int kot (=Het is heet in huis) (Luyksgestels)
- 't lèste kleid / humme heet gein tesse (=Je neemt niets mee het graf in) (Hunsels)
- ' t is glenhiet (=het is erg heet) (Westerkwartiers)
- aa, dinge dae zen K.nie kos vringe (=dinge, hoe heet die nu ook weer) (Munsterbilzen - Minsters)
- ajeiget on zaaine rekker (=hij heet het zitten) (Antwerps)
- alles mètsjare wat nie te heet of te zwaur ès (=pikken) (Munsterbilzen - Minsters)
- asset heet wiëd on zen vod, trèkter zene stat wol èn (=als het moeilijk wordt, krabbelt hij terug) (Bilzers)
- aste sop te heet és moeste bloeëze (=een beetje geduld hebben) (Bilzers)
- Azzet te heet wordt onder de putjies (=Als het te heet wordt onder de voeten) (Culemborgs)
- d'r es miër dan iën koe die Bloar iët (=er is meer dan één hondje dat Fikkie heet) (Wichels)
- d'r zit wat ien wat de kat niet lust (=het eten is nog gloeiend heet) (Westerkwartiers)
- da goad hier goan stuiven (=dat zal er hier heet aan toe gaan) (Lovendegems)
- daaj ès zoe heet aste bliksem en sneller aste donder (=hoed u voor vrouwen met pit) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj ès zoe heet astë naach (=dat is een hitsige vrouw) (Munsterbilzen - Minsters)
- Dae allewiel niks heet is neet gezondj! (=Die tegenwoordig niets heeft is niet gezond!) (Kinroois)
- dae bëloeng heet nie op (=dat gaat niet, dat wordt je door de neus geboord) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae gein puîne heet, heet auch gein lând (=bezit heeft niet alleen lusten, maar ook lasten) (Weerts)
- dae heet 'n hûndje naeve zich loûpe (=iemand die zich heel wat verbeeldt) (Weerts)
- Dae heet 'n moel wi-j 'n tuuske (=Grof in de mond) (Weerts)
- dae heet 'ne besemsteel ingesliktj (=iemand die trots is en dat laat blijken) (Weerts)
- dae heet aan de krînte gezaete (=iemand met uitslag in het gezicht) (Weerts)
- dae heet de klûmp los aan (=iemand die gauw kwaad is) (Weerts)
- dae heet de vogel aaf (=het is hem gelukt) (Weerts)
- Dae heet eine boêk wi-j ein trom (=Een zwaarlijvig iemand) (Weerts)
- dae heet gein bezêj (=die heeft geen verstand, benul) (Weerts)
- dae heet wauwelwaater gedrônke (=iemand die te veel praat) (Weerts)
- dae heet zien aerpel neet opgaete (=iemands tenen steken door zijn sok) (Weerts)
- dae heet zien erte oet (=iemand die niets meer heeft in te brengen) (Weerts)
- dae knien heet, heet auch keutele (=elk voordeel heeft zijn nadeel) (Weerts)
- Dae neet wètj wiejnieë det 'r genóg heet is einen erme mins. (=Wie niet weet wanneer hij genoeg heeft is een arme man.) (Kinroois)
- Dae sónger leefdje laeftj heet veul kans óm sónger hoop te sterve! (=Die zonder liefde leeft heeft veel kans om zonder hoop te sterven!) (Kinroois)
- dae twieë zwegelkes noeëdig heet um zien piêp aan te staeke, weurtj noeëts riêk (=als je niet zuinig bent, word je nooit rijk) (Weerts)
- Dao heet eemes broeëd inne tes (=Als iemand in een gezelschap een scheet heeft gelaten) (Weerts)
- Daor zit wat in wat de katte niet lust (=Heel erg heet) (Giethoorns)
- Daor zit wat in wat de katte niet lust (=Erg heet) (Giethoorns)
- Daor zit wat in wat de katte niet lust (=Gerecht of drank wat heel heet is) (Giethoorns)
- De beste Pruus heet nog e peerd gestole (=Met Duitsers is het kwaad kersen eten) (Mestreechs)
- De ene helft v.h Westland heet Zwinkels, de ander helft heeft er last van. (=Zwinkels is een fam. naam die veel voorkomt in het WL. ze zijn soms berucht om hun handelswijze.) (Westlands)
- de lompste buur heet de dikste jaarpellen (=geluk hebben) (Vlijtingens)
- de mèssje valle vant daok (=het is gloeiend heet) (Munsterbilzen - Minsters)
- De polis stelt na een onderziek in eomda ze 't goe megeloëk vinge data geld me krimineel zokes te moken heet (=De politie stelt een onderzoek in, omdat zij het niet onwaarschijnlijk acht dat het geld te maken heeft met een criminele activiteit) (Holsbeeks)
- de sop wiëd nauts zoe heet gedroenke..... (=neem tijd om rustig af te wachten) (Munsterbilzen - Minsters)
- de stoof es geleunig hiet (=de kachel is heet) (Heusdens)
- dee heet angs wie uh sjiet hunneke (=een angst haasje zijn) (Mestreechs)
- Dee heet get inne zuk, kèrre vol! (=Hij is rijk) (Heldens)
- Det heet e paar schoeën rûngelkes oppen haam (=Een meisje met mooie borstjes) (Weerts)
- die heet zunne klomp onder geschept (=hij is verplicht te trouwen ivm met een komend kindje) (Zunderts)
- doë verbranste zen ziel aon (=de koffie (soep) is nog te heet) (Bilzers)
- dr zit wat in dat de kat nie lust (=heet) (Klazienaveens)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen