Spreekwoorden met `hangt`

Zoek

11 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `hangt`

  1. daar hangt de po uit (=het is niet zoals het zou moeten zijn)
  2. daar hangt de schaar uit (=men is daar niet te vertrouwen)
  3. daar hangt het mes uit (=men durft daar een grote uitdaging aan te gaan)
  4. dat hangt als een schijthuis boven de gracht (=dat is overduidelijk)
  5. de haring hangt aan zijn eigen kieuwen (=men dient verantwoording te nemen voor de eigen daden)
  6. de klok hebben horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt (=ergens over gehoord hebben, zonder er echt iets van af te weten)
  7. de lamp hangt scheef (=het geld is op)
  8. de lucht hangt nog vol dagen. (=er is tijd genoeg)
  9. goed gereedschap hangt onder een afdak. (=ik ben wel te dik maar mijn ‘gereedschap` (de penis) werkt nog goed.)
  10. liefde is waar de geldbuidel hangt (=liefde is te koop)
  11. zij hangt haar man de blauwe huik om (=zij bedriegt haar man)

2 betekenissen bevatten `hangt`

  1. zo dood als een pier (=geheel en al dood, als een aardworm die slap aan de hengel hangt)
  2. het is maar hoe de kaarten vallen (=het hangt van het lot af)

50 dialectgezegden bevatten `hangt`

  1. 't es kerremes, a emme angt uit (=iemands hemd die uit broek hangt) (Meers)
  2. 'T hangt ie vierkant men kloeëtn oëit (=Nu is het genoeg) (Liedekerks)
  3. 't hangt men kloeute ooit - 'k Zent muug (=Ik verveel me) (Turnhouts)
  4. 't hangt mich mèn kloete oet (=geen zin hebben) (Overpelts)
  5. 't wasgoed hangt op 't rik (=het wasgoed hangt op 't wasrek) (Westerkwartiers)
  6. ' t hangt mijn kijt' uit (=het hangt mij de keel uit) (Zottegems)
  7. a angd'in de mooëtj (=de huwelijksaankondiging hangt uit) (Ninoofs)
  8. aste gees vèsse moeste iës wiëte ofter wol vès zit (=je moet de klok niet willen luiden als je niet weet waar de klepel hangt) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. aun drappoo angd' uit (=je hemd hangt uit je broek / rok) (Wichels)
  10. daaj hër mëlk ès iëvër aoênt koêke (=haar onderrok hangt onderuit) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. dae gaaptj zich oet de her (=hij gaapt flink (her = scharnieren, als de deur ‘oet de her’ hangt, dan hangt hij dus uit de scharnieren)) (Heitsers)
  12. dae hèt de vlag authange (=zijn hemdsslip hangt uit zijn broek) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. dae wiëtte klöppël hange (=hij weet waar de klepel hangt) (Munsterbilzen - Minsters)
  14. Dao is wer ing an 't bronke. (WT) (=Daar hangt een onweer in de lucht) (Mechels (NL))
  15. das haaj van mën kl.... (=dat hangt me hier de keel uit) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. das noeëvenant (=dat hangt ervan af) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. dat hangt as lös zaand an 'n anner (=dat zit niet goed in elkaar) (Westerkwartiers)
  18. dat hangt as lös zaand an mekoar (=dat zijn allemaal eenlingen) (Westerkwartiers)
  19. dat hangt em as 'n meulnsteen om 'e nek (=dat is een groot probleem voor hem) (Westerkwartiers)
  20. dat hangt maën keil oët (=dat heb ik niet graag) (winksels)
  21. dat lik troën van bau de wènd kump (=dat hangt van (haar) humeur af) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. de bóks op half seve (=als je broek heel laag hangt) (Maasbrees)
  23. de deur és uit’èrren auk (=de deur hangt scheef) (Meers)
  24. de hëbs de vlag authange (=je hemd hangt uit je broek) (Munsterbilzen - Minsters)
  25. de hëbs nummër ëlf aon zën naôs hange (=er hangt en snottebel aan je neus) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. de hëbs zën vlag authange (=je hemd hangt uit je broek) (Munsterbilzen - Minsters)
  27. de heit hangt binne (=de warmte hangt binnen) (brabants)
  28. De koanjel hink oan de corniche (=de afvoer hangt aan de dakgoot) (Tongers)
  29. de krebbe hangt daor uuge (=er is daar armoede) (Wetters)
  30. De lucht angt lege (=Het kruis v d broek hangt laag) (Zwols)
  31. de lucht hangt nog vol met dagen (=moet dat echt nú?) (Westfries)
  32. de milk huëre kloetsje, mèh nit weete woe 't deame hink (=de klok horen luiden, maar niet weten waar de klepel hangt) (Heerlens)
  33. De ruûf hangt deer hóóg (=Ze zijn daar arm, het is daar armoedig) (Texels)
  34. de toffël ès al gedèk (=je hemd hangt uit je broek) (Munsterbilzen - Minsters)
  35. de vlag hink aut (=je slip hangt uit je broerk) (Munsterbilzen - Minsters)
  36. de wolke hange¨liëg ' t zal nog goan regene (=als bij iemand het kruis van zijn broek te laag hangt) (Antwerps)
  37. doar hangt 'n duur prieskoardje aan (=dat gaat een hoop geld kosten) (Westerkwartiers)
  38. Ei es zen parette wei on't speile (=Hij hangt de beest uit) (leuvens)
  39. eps: d'eps angt dau, es 't d'ale, kom pak se (=De hesp hangt daar, is het die van jullie, kom pak ze) (Lebbeeks)
  40. er angen prekels on de vengsters (=er hangt ijs, buiten aan de ramen) (Sint-Niklaas)
  41. èssët kërmës (=je slip hangt uit je broerk) (Munsterbilzen - Minsters)
  42. Et hangt niet. (=Het heeft geen haast.) (Zaans)
  43. euren eksternest hangt uuge in den buum (=ze heeft lange benen) (Gents)
  44. Gij hangt vierkant men klowete uit ze moat (=Je werkt op mijn zenuwen) (Geels)
  45. Goei geridschap hangt onder n afdak (=Een buikje moet kunnen.) (Brabants)
  46. hangt er nie teveul kakkemoikes oan (=gezever geleuter) (Leefdaals)
  47. hangt tusschen stoeln en bankn (=half genezen) (Veurns)
  48. hazeun snottekisse da doar hangt (=zijn neus loopt) (Evergems)
  49. het bliksëmt (=de onderrok hangt onderuit) (Munsterbilzen - Minsters)
  50. het hangt hier maan kluuten aat (=ik ben het hier beu) (Gents)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen