3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `groots`
- de duivel schijt altijd op de grootste hoop (=het ongeluk treft meestal degenen die al in moeilijkheden verkeren.)
- het grootste mirakel duurt maar drie dagen. (=mensen vergeten snel)
- wie het grootste hoofd heeft, moet de grootste hoed hebben (=iemand die het recht heeft op het grootste deel, moet dat ook krijgen)
16 betekenissen bevatten `groots`
- komt men over de hond, dan komt men over de staart (=als de grootste moeilijkheden overwonnen zijn, dan komt de rest vanzelf)
- aan de rand van het ravijn bloeien de mooiste bloemen (=de beste resultaten dragen tegelijkertijd de grootste risico`s)
- ketters wonen het dichtst bij de paus (=de beste vrienden van een machtig man zijn vaak zijn grootste vijanden)
- het hinkende paard komt achteraan (=de grootste problemen houdt men voor het laatst)
- de druk is van ketel (=de grootste spanning is voorbij)
- het zeil (hoog) in de top halen (=een grootse vertoning weggeven)
- visserslatijn (=grootspraak)
- de rijpste pruimen zijn geschud (=het belangrijkste werk is gedaan of grootste deel van de oogst is binnengehaald)
- het leeuwendeel van iets krijgen (=het grootste aandeel van iets krijgen)
- je vel duur verkopen (=het slechts onder de grootste druk opgeven)
- wie het grootste hoofd heeft, moet de grootste hoed hebben (=iemand die het recht heeft op het grootste deel, moet dat ook krijgen)
- een spiering uitwerpen om een kabeljauw te vangen (=iets kleins aan een ander geven met de gedachte zelf iets groots terug te krijgen)
- beter één vogel in de hand dan tien in de lucht (=liever een beetje dan helemaal niets / kleine concrete resultaten zijn beter dan grootse plannen)
- op het hart binden (=met de grootste nadruk zeggen)
- op het hart drukken (=met de grootste nadruk zeggen)
- voor de poorten van de hel weghalen (=uit het grootste gevaar redden)
9 dialectgezegden bevatten `groots`
- de moes alles èn de ruimte zien (=de astronaut zag alles groots) (Munsterbilzen - Minsters)
- doë hochste wier ne ferme staut autgehold (=daar had je weer wat groots gepresteerd) (Munsterbilzen - Minsters)
- Een grote heidedobbe is ontstaon oet een klein wellegie (=Uit iets kleins kan iets groots voort komen) (Drents)
- Een moes in de maelkiste meent gewis dat’te zelf de mölder is (=Iemand die zich groots waant) (achterhoeks)
- groôts (preus) link feêrte (=pronkend, fier als een gieter) (Waregems)
- ijssur groots mee (=zo trots als een pauw) (Oudenbosch)
- Is net as de maelmoes den in de maelkiste zit , den meent ok gewis dat’te zelf de mölder is (=Iemand die zich groots waant) (Achterhoeks)
- met een wors naor een zieje spek gooien (=met iets kleins, iets groots proberen binnen te halen) (Oldebroeks)
- tis potverdimme ginne kattenpis (=iets ergs iets groots gebeurd) (Astens)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen