Eén spreekwoord bevat `gevaarlijk`
- wie plast tegen de kerk, gaat gevaarlijk te werk (=een wandaad met verstrekkende gevolgen)
10 betekenissen bevatten `gevaarlijk`
- wie vuur eet schijt vonken (=als men iets gevaarlijks onderneemt krijgt men nare gevolgen)
- een wolf in de schaapskooi. (=een gevaarlijk iemand die zich als onschuldig voordoet)
- een wolf in schaapskleren (=een gevaarlijk iemand die zich als onschuldig voordoet)
- er de angel uittrekken (=ervoor zorgen dat iets minder gevaarlijk wordt door het meest gevaarlijke deel onschadelijk te maken; iets minder pijnlijk maken)
- hoog spel spelen (=gevaarlijk spel spelen, veel inzetten)
- je tussen hangen en wurgen bevinden (=je in gevaarlijke en moeilijke omstandigheden bevinden)
- angst is een slechte raadgever (=laat je niet leiden door angst. / Emoties zijn gevaarlijk)
- met vuur spelen (=met gevaarlijke dingen laks omgaan, gevaarlijke dingen doen)
- de kastanjes voor iemand uit het vuur halen (=voor iemand anders het gevaarlijke werk of een lastig klusje doen)
- blaffende honden bijten niet (=zij die het hardst roepen, zijn het minst gevaarlijk)
5 dialectgezegden bevatten `gevaarlijk`
- de moes zën eege nie autdoen vurdaste noë bèd gees (=het is gevaarlijk veel weg te geven voordat je doodgaat) (Munsterbilzen - Minsters)
- det is ein nötte (=dat is gevaarlijk persoon, daar moet je mee oppassen) (Heitsers)
- ksoen em nie gièèrn teegnkomn tusschn doenkern en klaorn (=hij ziet er gevaarlijk uit) (Kortemarks)
- schuwen burger (=gevaarlijk rijder) (Veurns)
- virke stoëke (=gevaarlijk spel spelen (de kruik gaat zolang te water tot ze breekt)) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen