Spreekwoorden met `geloof`

Zoek

4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `geloof`

  1. een geloof dat bergen kan verzetten (=een sterk geloof)
  2. geloof nooit iemand die in de ene hand water en de andere hand vuur draagt (=wees niet lichtgelovig, niet iedereen is het vertrouwen waard)
  3. ik geloof er in als een jood in Jezus Christus (=ik geloof er maar weinig in)
  4. met een goed geloof en een kurken ziel drijft men de zee over (=met vertrouwen en optimisme kan men alles aan)

11 betekenissen bevatten `geloof`

  1. twee geloven op een kussen daar slaapt de duivel tussen (=als twee personen van een verschillend geloof trouwen, gaat het zelden goed)
  2. daar geeft de lommerd geen geld op (=daar heb ik niets aan - dat geloof ik niet)
  3. morgen brengen (=dat geloof je toch zelf niet! dat doe ik beslist niet!)
  4. de laatste der Mohikanen zijn (=de laatste zijn die nog ergens in gelooft)
  5. het achtste wereldwonder (=een ongelooflijk prachtig iets)
  6. een geloof dat bergen kan verzetten (=een sterk geloof)
  7. ik geloof er in als een jood in Jezus Christus (=ik geloof er maar weinig in)
  8. de wens is de vader van de gedachte (=je gelooft iets, omdat je wil dat het zo is)
  9. het ringetje van de deur kussen (=onderdanig / beleefd zijn voorbij geloofwaardigheid)
  10. paard in de wieg, kind in de wei (=uitdrukking van ongeloof gebruikt als iemand erg overdrijft. )
  11. de ganzen geloven niet dat de kuikens hooi eten. (=zelfs bij domme mensen vinden ongerijmdheden geen geloof.)

50 dialectgezegden bevatten `geloof`

  1. 'k en èm zjuust mè ne schemel zien passeren (=ik geloof dat hij hier juist voorbij ging) (Sint-Niklaas)
  2. 't geloof ès noë de botte (=daar kan ik moeilijk inkomen) (Munsterbilzen - Minsters)
  3. 't geloof ès noeë de botte (=het is hopeloos !) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. 't Ink mij da... of 'k peise da (=Ik denk dat... / ik geloof dat...) (Zomergems)
  5. 't moet nôdig zo weze (=het zal wel, ik geloof 'r niks van, ja ja...) (Westfries)
  6. ' k geluuef d' r geen kluueten van (=ik geloof er niets van) (Lokers)
  7. ' t schilt! (=dat geloof ik niet) (Deinzes)
  8. aanes maok ich tich wat aanes (aanester) wijs (=geloof je mijn niet?) (Bilzers)
  9. as aete fraete, en vraaje poeppe wieëd èsset geloof wijd noeë de K. (=je kan het ook doen, met heelwat fatsoen) (Munsterbilzen - Minsters)
  10. As ge 't zééjt, geleuf'k oe gèère (=Als jij het zegt, geloof ik het graag) (Hedels)
  11. as ich ter mene vinger nie kan ènstaeke (=ik geloof je niet) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. as piepele hoj aete! (=geloof je dat?) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. Aske da geluuft en a bedde afstojd, dein slopt op de planchei (=ik geloof het niet) (Hals)
  14. asset nie geleefs maok ichtich get aanester wijs (=geloof het of geloof het niet) (Bilzers)
  15. assich ter mene vinger nie kan ènstaeke, geleef ichet nie (=ik geloof je niet, tenzij...) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. aste da nie geleefs, maok ich tich get aanester wijs (=geloof me vrij!) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. Da ziede van hiere (=Dat geloof ik niet) (Hansbeeks)
  18. da zieste van haaj! (=dat geloof je toch zelf niet!) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. das zever en pekskes (=dat geloof ik niet) (Bilzers)
  20. das zieëver in pakskes (=ik geloof er niets van) (Diesters)
  21. de kons mich zégge woste wils, mér... (=geloof het of geloof het miet, maar...) (Bilzers)
  22. de kos wol ès gelijk hëbbe (=ik geloof er geen bal van !) (Munsterbilzen - Minsters)
  23. Deh geleufde tog nie (=Dat geloof je niet) (Ewijk (Euiwwiks))
  24. dich geleefs ook nog èn sprookskës (=dat geloof je toch zelf niet) (Munsterbilzen - Minsters)
  25. dich zies ze vliege, geleef ich (=je bent niet goed wijs, geloof ik) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. Die is niks (=Hij / zij heeft geen geloof) (Helenaveens)
  27. doë geleef ik geen véts van (=daar geloof ik helemaal niets van) (Munsterbilzen - Minsters)
  28. doe kins mich nog mieër wiesmake (=ik geloof niets van wat je vertelt) (Heitsers)
  29. Eg waor? Ah, gah tog fietse mahn. (=Echt waar? Ik geloof het niet.) (brabants)
  30. en aste da nie geleefs, dan maok ich tich get aanëster wijs (=geloof me vrij...ik zeg vrij !) (Munsterbilzen - Minsters)
  31. en dat geleefs tich (=geloof je dat) (Munsterbilzen - Minsters)
  32. ët geloof ès noë de botte (=dat is helemaal om zeep) (Munsterbilzen - Minsters)
  33. ët geloof ès noeë de botte (='t is om zeep) (Munsterbilzen - Minsters)
  34. et geloof ès noeë de kloete (=het is gedaan!) (Munsterbilzen - Minsters)
  35. ët reik haaj sterk noeë alkool (=je bent zat, geloof ik) (Munsterbilzen - Minsters)
  36. gaode gij mar un deur wijer (=ik geloof niets van wat je zegt) (Oudenbosch)
  37. ge ziet da van ierre (=dat geloof ik niet) (Sint-Laureins)
  38. gelouf, geluive, iech geluif (=geloof, geloven, ik geloof) (Mestreechs)
  39. Geluiftj neet alles waat dj'r huuertj en zèktj neet alles waat dj'r dinktj! (=geloof niet alles wat je hoort en zeg niet alles wat je denkt!) (Kinroois)
  40. gleu'k ... (=geloof ik ...) (Sallands)
  41. haag tich aon zë geloof ! Naen, ich haag mich aon de têk van de beem (=bid om gered te worden ! Neen, ik houd me vast aan de boomtakken) (Munsterbilzen - Minsters)
  42. haat tich vas on het graojs of on ze geloof! (=vertrouw alleen op je zelf en het geloof) (Munsterbilzen - Minsters)
  43. het geloof ès noeë de botte (=ik geloof er niet meer in) (Munsterbilzen - Minsters)
  44. het geloof ès noeë de KL... (=er is geen hoop meer) (Munsterbilzen - Minsters)
  45. ich geleef dattët geet raengërë, de vêrkë lopen al mèt stroj èn hun maul rond (=ik geloof dat het gaat regenen, want de varkens lopen al met stro in hun muil ...allé man, stop nu toch eens met roken !) (Munsterbilzen - Minsters)
  46. ich geleef tich vër geen roj sent (=ik geloof je voor geen geld ter wereld) (Munsterbilzen - Minsters)
  47. ich geleef tich vër gene roje sent (=ik geloof er geen bal van !) (Munsterbilzen - Minsters)
  48. Ich geleuf doe has ze neet mie nuij (=Ik geloof je bent niet goed snik) (Mechels (NL))
  49. ich geluif dig veur gein vief cent (=ik geloof je voor geen cent) (Berg en Terblijts)
  50. ich meinde dat eekele onne boom hoenge (=ik geloof dat hier eikels rondlopen) (Bilzers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen