Spreekwoorden met `fles`

Zoek

4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `fles`

  1. dat is een haspel in een fles (=dat is een raadsel)
  2. de geest is uit de fles (=dit is niet meer controleerbaar)
  3. een fles de nek breken (=uitdrinken)
  4. op de fles gaan (=failliet gaan)

39 dialectgezegden bevatten `fles`

  1. 'n fles soldoat moak'n (=en fles leegdrinken) (Westerkwartiers)
  2. 'n pulle zenuvre (=een fles jenever) (Overmeers)
  3. 'n skeet in 'n fles (=een flop) (Denderleeuws)
  4. 't bedrief gijt op 'e fles (=het bedrijf gaat failliet) (Westerkwartiers)
  5. 't es een scheet in een fles (=het is de moeite niet) (Moes)
  6. 't oan zèen fles / zèene rekker emmen (=tegenslag hebben) (Wichels)
  7. 't was een scheet in een fles (=het was niks) (Sint-Niklaas)
  8. ' t es een skeet in een fles (=het is niets bijzonders) (Ninoofs)
  9. aa iet de fles gebrauke (=als iemand erg stinkt naar parfum) (tervurens)
  10. As de fles leeg is, zöt men de ziel. (=Dronken mensen leggen hun ziel bloot) (Drents)
  11. as ne reiger van zeven meter in een fles (=diaree hebben) (Graauws)
  12. Das 'n scheet in 'n fles (=Dit stelt niets voor) (Bevers)
  13. de flasse soldoat mokn (=de fles uitdrinken) (Waregems)
  14. de fles saldoat moake (=de fles leegdrinken) (winksels)
  15. De klup is op de vot. (=De club is failliet, opgeheven, op de fles) (Roermonds)
  16. een fles aftrekken (=een bierflesje openen) (Meers)
  17. een scheet in een fles (=een storm in een glas water) (Wichels)
  18. Een scheet in een fles (=Te verwaarlozen) (Baasrode)
  19. een scheet in een fles (=onbeduidend, de moeite niet) (Vels)
  20. een scheet in een fles (=veel commotie (kabaal) zonder reden) (Sint-Niklaas)
  21. een skeet in een fles mi een moesj op (=het heeft niets om het lijf, het is niet veel zaaks) (Meers)
  22. en klein scheit in en groeëte flès (=veel omhaal voor niets) (Sintrùins)
  23. en klein scheit in en groeëte flès (S*) (=overdreven) (Sintrùins)
  24. en scheit in en fles (=storm in een glas water) (Aalsters)
  25. flaskegeluk ein (=een cafeklant die de rest van een fles gratis in zijn glas krijgt) (Lauws)
  26. get et oon aa fles of oon aa klute (=je hebt het zitten) (tervurens)
  27. Haa heiged zitte haa heiged aan zaan fles (=Hij heeft het zitten..hij is het slachtoffer) (Sint-Katelijne-Waver)
  28. het oan zaën fles hemme (=het zitten hebben) (Winksels)
  29. ik drink van den toot (=ik drink uit de fles) (herenthouts)
  30. ne scheet in 'n fles (=heel weinig) (Nijlens)
  31. ne scheet in een fles (=het is van geen betekenis) (Loois)
  32. Ne schijt in een flès (=veel woorden weinig daden) (Bierbeeks)
  33. nen bidong gaus (=een fles (butaan)gas) (Meers)
  34. scheet: 't Es en scheet in 'n fles (='t Is veel kabaal om niets) (Lebbeeks)
  35. Sjuumke trèkke. (=Aan een fles dropwater lurken.) (Neerbeeks)
  36. sjuumpke trèkke of krissiewater (=dropwater tot schuim schudden in een fles en dan opzuigen) (Berg en Terblijts)
  37. tès mér ën sjiet ènnen fles (=niets om zich zorgen om te maken) (Munsterbilzen - Minsters)
  38. toeteren (=uit de fles drinken) (Sint-Niklaas)
  39. Van den toot drinke (=Uit de fles drinken) (Herentals)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen