18 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `erken`
- bij nacht en ontij (werken/zijn) (=wanneer anderen slapen)
- binnen de perken blijven (=zodanig beperkt blijven dat het niet te veel overlast of schade veroorzaakt)
- de paal door de oven werken (=bankroet gaan)
- de reis is nog niet ten einde als men kerk en toren herkent (=geef niet op voor het doel geheel is bereikt)
- een mens moet werken voor de brok en voor de rok. (=je moet werken om te kunnen eten en kleding te kunnen kopen.)
- er naar uitkijken als de pastoor naar het geld in het kerkenzakje (=iets vol verwachting tegemoet zien)
- eten dat je zweet en werken dat je het koud krijgt, dat zijn de waren. (=slecht personeel. Uit de tijd dat meiden en knechts bij de boer in de kost waren.)
- in de hand werken (=ertoe bijdragen)
- je het apelazarus werken (=heel hard werken)
- je kunt wel alleen eten, maar niet alleen werken. (=men moet goed voor het personeel zijn.)
- je uit de naad werken (=veel werken, zijn uiterste best doen)
- loon naar werken krijgen (=loon krijgen dat in overeenstemming is met het gedane werk)
- oude kerken hebben duistere glazen. (=het zicht wordt minder als je ouder wordt)
- werken als een molenpaard (=hard werken)
- werken als een paard (=zeer hard werken)
- werken als een paard. (=hard werken)
- werken als een rode lap op een stier (=onmiddellijk erg kwaad maken)
- werken zolang het dag is (=werken zo lang iemand kan)
96 betekenissen bevatten `erken`
- van de nacht een dag maken (=`s nachts werken)
- zonder geluk vaart niemand wel (=alleen met hard werken komt men er niet, ook een beetje geluk is nodig om ergens te komen)
- om den brode doen (=alleen werken voor het geld en niet omdat het werk fijn/leuk is)
- gedeelde smart is halve smart (=als je over problemen praat, dan kan je het makkelijker verwerken / door de problemen/ellende van een ander is het gemakkelijker de eigen problemen/ellende te dragen)
- de appel wegdragen/winnen (=als schoonste erkend worden)
- van leer trekken (=beginnen met vechten, duidelijk laten merken dat iets als vervelend ervaren wordt)
- aan de slag gaan (=beginnen te werken, starten)
- beter onbegonnen dan ongeeindigd (=beter niet beginnen als men het niet kan afwerken)
- het bloed spreekt (=de familieband doet zich opmerken)
- over de rooie gaan (=de perken te buiten gaan)
- aan banden leggen (=de vrijheid beperken)
- je schaapjes op het droge hebben (=de zaken op orde hebben of voldoende hebben om niet meer te hoeven werken)
- tussen die twee was er geen chemie (=die twee mensen hadden te veel karakterverschillen om goed te kunnen samenwerken)
- onder het oog brengen (=doen opmerken)
- een wig drijven tussen (=een splitsing of misverstand bewerken)
- een wigge drijven tussen (=een splitsing of misverstand bewerken)
- een bedrijvige Martha zijn (=een zeer ijverige vrouw zijn (Martha= bijbels symbool voor hardwerkende huisvrouw))
- er op zitten zweten (=er moeizaam of langdurig aan werken)
- elke gek heeft zijn gebrek (=er valt op iedereen wel iets aan te merken)
- arbeiden als een galeislaaf (=erg hard werken)
- het ervan nemen (=ervan genieten - niet werken)
- er geen been in zien (=geen bezwaar onderkennen. Er niet voor terugschrikken)
- in goede dorpen zijn/geraken (=genoeg verdiend hebben om niet meer te hoeven werken)
- uit de verf komen (=goed bij anderen overkomen / zich doen opmerken)
- handen aan het lijf hebben (=goed kunnen werken)
- aardewerk is geen paardenwerk. (=graven of in aarde werken is een vermoeiende bezigheid)
- poot-aan spelen (=hard doorwerken (om op tijd te zijn))
- werken als een paard. (=hard werken)
- werken als een molenpaard (=hard werken)
- wie werkt als een paard zal haver eten. (=hard werken is voor de meeste mensen geen garantie op een goed inkomen)
- je het apelazarus werken (=heel hard werken)
- de laatste loodjes wegen het zwaarst (=het afwerken is vaak het lastigst)
- het houdt geen rooi (=het gaat de perken te buiten)
- met onwillige honden is het slecht hazen vangen (=het is moeilijk om samen te werken met mensen die niet willen)
- de wijde wereld intrekken (=het verkennen van nieuwe plaatsen, ervaringen en mogelijkheden buiten het vertrouwde)
- ieder moet zijn eigen kruis dragen (=ieder moet zijn eigen tegenslagen verwerken)
- een kale kip kan nog leggen (=iemand die niets heeft, kan nog voor je werken)
- iemand in het gareel slaan (=iemand dwingen voor je te werken, iemand aan het werk zetten)
- iemand klein krijgen (=iemand laten merken dat je hem aankunt, over iemand de baas zijn en diegene tot gehoorzaamheid dwingen)
- iemand of iets over het hoofd zien (=iemand niet opmerken, vergeten met iemand of iets rekening te houden, iets niet zien)
- iemands geduld uitputten (=iemand op de zenuwen werken)
- iemand in de wielen rijden (=iemand tegenwerken om te zorgen dat het mis gaat)
- als een luis in iemands pels zijn (=iemand voortdurend in de weg lopen. Iemand tegenwerken)
- iemand uit het zadel werpen (=iemand wegwerken, iemand in verlegenheid brengen)
- je gal spuwen/uitbraken (=iets afkeuren en dat duidelijk laten merken)
- een stok in het wiel steken (=iets of iemand tegenwerken)
- een zware bevalling. (=iets waar je hard voor moet werken)
- de ogen zijn de spiegels der ziel (=in de ogen van een persoon herkent men het karakter)
- er is geen land met hem te bezeilen (=je kan met hem niets aanvangen, omdat hij niet wil meewerken)
- langzaam aan, dan breekt het lijntje niet (=je kunt beter rustig doorwerken, dan kan er het minste fout gaat)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen