Spreekwoorden met `elke`

Zoek

14 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `elke`

  1. aan elke goede visser ontsnapt wel eens een aal (=iedereen maakt wel eens een foutje)
  2. elke bos stro waait voor de wind (=onder makkelijke omstandigheden kan iedereen welvaren of iets uitvoeren)
  3. elke dag een draadje is een hemdsmouw in een jaar (=als je iedere dag een beetje doet komt het karwei uiteindelijk klaar)
  4. elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad (=men moet zich niet zorgen maken over de toekomst)
  5. elke gek heeft zijn gebrek (=er valt op iedereen wel iets aan te merken)
  6. elke ketter heeft zijn letter (=ieder denkt dat de eigen mening bewezen kan worden)
  7. elke medaille heeft een keerzijde (=iets van twee kanten bekijken, aan iedere zaak zitten twee kanten, vaak een positieve en minder positieve kant)
  8. geen zorgen voor morgen, elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad (=de moeilijkheden van vandaag zijn genoeg om je zorgen over te maken)
  9. het dunkt elke uil dat zijn jong een valke is. (=iedereen is trots op zijn kinderen)
  10. huisjes melken (=kleine huizen duur verhuren)
  11. voor elke naald een draad hebben (=voor elk probleem een oplossing weten)
  12. voor elke spijker een gat weten (=voor elk probleem een oplossing weten)
  13. wat de vrouw graag mag, eet de man elke dag. (=mannen eten wat hun vrouw kookt, ook als het niet hun favoriete gerecht is)
  14. weten uit welke hoek de wind waait (=weten hoe het in elkaar zit, wie de baas is)

14 betekenissen bevatten `elke`

  1. op de vingers kijken (=(Op een vervelende manier) scherp toezien hoe iemand iets doet, zodat elke fout direct opgemerkt wordt)
  2. de toon aangeven (=bepalen welke richting het op gaat)
  3. elk waarom heeft zijn daarom (=elke gebeurtenis heeft een oorzaak)
  4. de wind niet door de hekken laten waaien (=elke gelegenheid te baat nemen)
  5. als het water zakt, kraakt het ijs (=elke oorzaak heeft gevolgen)
  6. ieder kwartier heeft zijn manier. (=elke streek heeft haar eigen gebruiken)
  7. het onweer is niet van de lucht (=iets dat steeds blijft doorgaan of iemand die telkens weer kwaad tekeer gaat)
  8. je kaarten op tafel leggen (=laten weten over welke middelen je beschikt om iets gedaan te krijgen)
  9. voor geen geld of goede woorden (tot iets bereid zijn) (=niet bereid zijn tot iets, wat iemand ook ervoor biedt, en welke argumenten iemand ook naar voren brengt)
  10. het kan niet altijd kaviaar zijn (=niet elke dag is een topdag)
  11. scheer de schapen als ze wol hebben (=niet tegen elke prijs voordeel willen nastreven)
  12. van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=telkens ander werk doen maar er bij geen van allen iets terecht brengen)
  13. in nood leert men zijn vrienden kennen (=wanneer men in de problemen zit wordt duidelijk welke vrienden daadwerkelijk iets voor je willen betekenen)
  14. twaalf ambachten, dertien ongelukken (=wie telkens van beroep verandert, slaagt uiteindelijk nergens in)

24 dialectgezegden bevatten `elke`

  1. 't en is gin trop of d'r zit e buk in: in elk gezelschap, in elke familie is er altijd wel één iemand die niet deugt (=er is geen troep of er zit een bok in) (Klemskerks)
  2. 't is hier niet altied kermis (=men kan niet elke dag een feestje bouwen) (Westerkwartiers)
  3. ' s laands wies, ' s laand eer (=elke streek heeft zijn gewoontes) (Westerkwartiers)
  4. aste graot¨s hoëning wils pikke, moeste de stieke van de bienen ter mér bijpikke (=alle goed heeft ook zijn slechte kanten elke voordeel heb zijn nadeel(Cruyff)) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. Das elleken dag va komferdrom (=Dat komt elke dag weer.) (Bevers)
  6. de geete (geit) hèn (=in het kaartspel van elke kleur evenveel hebben) (Deinzes)
  7. elk huuske het zien kruuske (=in elke familie is wel eens verdriet) (Westerkwartiers)
  8. elke gek het zien gebrek (=aan iedereen mankeert wel wat) (Westerkwartiers)
  9. elke ketter het zien letter (=iedereen legt de bijbel uit op zijn eigen manier) (Westerkwartiers)
  10. elke koe lek zien eige kalf (=ouders komen het eerst voor hun eigen kinderen op) (Barghs)
  11. elke medaille het ok 'n achterkaant (=er zitten altijd twee kanten aan een zaak) (Westerkwartiers)
  12. elke speek vant wiel komt bove (=de waarheid komt wel boven water) (Oudenbosch)
  13. ge mo nie van elke scheet un donderslag maoke (=je moet niet steeds zo overdrijven) (Oudenbosch)
  14. hij gijt om elke klapscheet noar de dokter (=hij gaat om elk wissewasje naar de huisarts) (Westerkwartiers)
  15. ich bae slievenheir dattët iëlkën daog snaags zoo raengërë (=het zou elke dag moeten regenen, maar dan liefst 's nachts) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. in 't noajoar beginnen de doagen te kurten (=vanaf de herfst wordt het elke dag iets vroeger donker) (Sint-Niklaas)
  17. In mei legt elleke vogel een ei behalve de koekoek en de spriet die legge in de meimoand nie (=In mei legt elke vogel een ei) (Herentals)
  18. Jezus zaach tot zën dissiepëlë : 'wae gene fits hèt, moet mèr tevoet aoftriepële. Petrus wor heilegans nie bang en kroep bij Jezus opte stang ! (=een goede leerling neemt elke kans te baat) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. ne laevende mins ziet get aof (=wat je zo al elke dag tegenkomt!) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. Niet elke bluui wödt vrucht. (=Niet alle bloei wordt vrucht.) (Kampers)
  21. ze wiet veur elke spieker wel 'n gat te viend'n (=zij weet overal wel een oplossing voor) (Westerkwartiers)
  22. zij ging veur elke klapscheet noar dokter (=zij ging voor elk wissewasje naar de arts) (Westerkwartiers)
  23. zij kwam elke klapscheet laans (=zij kwam om de haverklap langs) (Westerkwartiers)
  24. zo de wiend waait waait zien jaske (=die loopt met elke aanvoerder mee) (Westerkwartiers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen