162 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ef`
- aan zijn gerief komen (=vinden wat men nodig heeft (inz. seksuele behoeften))
- alle tij heeft zijn weertij (=alles heeft een keerzijde)
- alle vloed heeft zijn weerloop. (=soms zit het mee en soms zit het tegen)
- als de armoede binnenkomt vliegt de liefde het venster uit (=armoede betekent vaak het einde van vriendschappen en relaties)
- als het hemd scheurt dan heeft het een gat (=wees niet vooraf al nodeloos bezorgd)
- als het kind maar een naam heeft (=passend of niet, je moet het kunnen noemen (een naam geven))
- als het voeten heeft (=als de omstandigheden gunstig zijn)
- als ik ze niet hoef te hoeden laat ik de ganzen ganzen zijn (=ik bemoei me niet met andermans zaken als het niet hoeft)
- als je hem een vinger geeft, neemt hij de hele hand (=als je iemand een beetje helpt, wil diegene altijd je hulp)
- als proefkonijn dienen (=dienen voor een of ander experiment)
- ambt geeft verstand. (=een baan gekregen hebben zonder er iets van af te weten)
- aprilletje zoet, heeft nog wel eens een witte hoed (=in het begin (de hoed) van april kan het nog wel eens sneeuwen)
- beproeft alle dingen en behoudt het goede. (=weet wat er allemaal is, maar doe alleen de goede dingen)
- buiten de schreef (=niet meer acceptabel)
- buiten zijn hoefslag gaan (=hij heeft er geen invloed over)
- daar geeft de lommerd geen geld op (=daar heb ik niets aan - dat geloof ik niet)
- daar helpt geen lievemoederen/moedertje lief aan (=niets helpt, ook vriendelijke woorden niet)
- dat geeft de burger moed (=dat doet goed)
- dat muisje heeft een staartje. (=er zullen nog problemen komen)
- de admiraal heeft geschoten. (=de gastheer heeft het sein gegeven te gaan eten.)
- de berg heeft een muis gebaard (=ondanks de grote beloften is er vrijwel niets van terecht gekomen)
- de gelegenheid maakt de dief (=men laat zich gemakkelijk verleiden door een goede gelegenheid)
- de kat heeft het gedaan (=niemand is de schuldige)
- de kat van de bakker heeft het gedaan (=niemand is de schuldige)
- de lamp hangt scheef (=het geld is op)
- de liefde kan niet van één kant komen (=als je samen iets doet zal ieder moeten bijdragen)
- de liefde kent vlek nog gebrek. (=verliefde mensen zijn blind voor tekortkomingen van hun partner)
- de liefde van een man gaat door de maag. (=je kan een man veroveren met goede kookkunst en lekker eten.)
- de muts stond hem scheef. (=een slecht humeur hebben)
- de ochtendstond/morgenstond heeft goud in de mond (=door vroeg te beginnen kan men meer werk verrichten)
- de proef op de som nemen. (=iets uitproberen.)
- de snoeren zijn mij in lieflijke plaatsen gevallen (=ik ben op goede plaatsen beland)
- de vruchten zullen de beloften der bloemen overtreffen (=het is nu al goed, maar het eindresultaat wordt nog veel beter)
- de vuurproef doorstaan (=slagen in de moeilijke onderneming)
- denken moet je aan een paard overlaten, dat heeft een groter hoofd (=niet te veel denken maar doen)
- die heeft een graat in z`n keel (=hij is (spreekt) bekakt)
- een brutaal mens heeft de halve wereld (=iemand die wat durft te zeggen krijgt het meestal wel voor elkaar)
- een doodshemd heeft geen zakken. (=je hebt niets aan je geld als je dood bent)
- een garnaal heeft ook een hoofd (=schertsend gezegd van een kind dat koppig aan zijn mening vasthoudt)
- een goed begin heeft een goed behagen maar het eindje zal de last dragen (=goed beginnen is prima, maar je moet volhouden tot het einde)
- een goed gelaat is de beste geleidebrief. (=als je knap bent krijg je veel voor elkaar)
- een goed verstaander heeft maar een half woord nodig (=voor een goed verstaander is een kleine aanwijzing genoeg)
- een handwerk heeft een gouden bodem (=een goed vakman verdient altijd zijn brood)
- een harde knoest heeft een scherpe bijl nodig (=een slechte gewoonte is moeilijk te verdringen)
- een natte mei geeft boter in de wei (=weerspreuk)
- een proefballonnetje oplaten (=door het doen van een uitspraak de mening van anderen peilen)
- een reef in het zeil doen (=besnoeien in de uitgaven, bezuinigen)
- een snijder heeft maar een darm. (=spotternij van boeren, die veel meer eten dan de kleermaker.)
- een speld heeft ook een kop. (=kinderen doen het liefst wat ze zelf willen)
- een Uriasbrief (=een brief waarin een verschrikkelijk bericht staat)
290 betekenissen bevatten `ef`
- de morgen doet het werk. (=`s morgens ben je het productiefst)
- bakkerskinderen eten oud brood. (=aan het vak dat men uitoefent, besteedt men in zijn directe omgeving weinig aandacht.)
- in zijn eigen vet gaar koken (=aan zijn lot overlaten (iemand die iets misdaan heeft))
- aan de voeten van Gamaliël zitten (=aandachtig luisteren naar de les die een wijs persoon meegeeft)
- een blauwtje lopen (=afgewezen worden (in de liefde))
- verandering van weide doet de koeien goed. (=afwisseling en verandering positieve effecten kunnen hebben)
- op jaren komen (=al een zekere leeftijd bereiken)
- al te wit is gauw vuil. (=al te grote liefde is niet bestendig)
- koud bier maakt warm bloed. (=alcohol maakt aggressief)
- lief en leed delen (=allerlei plezierige en droevige dingen met elkaar beleefd hebben)
- alle tij heeft zijn weertij (=alles heeft een keerzijde)
- wie weet waarom de ganzen blootsvoets gaan? (=alles heeft een reden, ook al is die niet altijd even duidelijk)
- de kruik gaat zolang te water tot zij barst (=alles heeft zijn beperkingen)
- als het in de kajuit regent ,druipt het in de hut (=als de baas problemen heeft, krijgen ook de ondergeschikten hun deel)
- mal moertje mal kindje (=als de moeder te veel toegeeft zal het kind niet deugen)
- vis begint aan de kop te stinken (=als een bedrijf een slecht management heeft)
- als er één schaap over de dam is, volgen er meer (=als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven anderen ook wel)
- eén kwade dag maakt de winter niet. (=als iets verkeerd gaat, hoeft nog niet alles verkeerd te gaan.)
- laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet (=als je een ander geld geeft kun je dat beter stilhouden want anderen hoeven het niet te weten)
- wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten (=als je iets doms doet, moet je de gevolgen dragen (liefst zonder klagen))
- je woorden worden weer thuisgebracht. (=als je iets negatiefs zegt kan dat leiden tot negatieve gevolgen voor jezelf)
- wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft (=als je zoveel geeft zoveel je kunt, dan kan niemand je iets verwijten)
- oude liefde roest niet (=als men al lang verliefd is, verdwijnt die liefde niet meer)
- honger maakt rauwe bonen zoet (=als men honger heeft, smaakt alles)
- men moet de schapen scheren maar niet villen (=als men uit hebberigheid de inkomstenbron opoffert heeft men niets meer voor in de toekomst)
- april doet wat hij wil (=april geeft onvoorspelbaar weer)
- dat is een echte haai (=assertief en bijdehand mens)
- begaan zijn met (=bedroefd zijn omdat het met iemand niet goed gaat, meeleven met)
- iemand iets heten liegen (=beweren dat iemand gelogen heeft)
- in februari klagen de boeren het minst. (=boeren klagen altijd maar februari heeft de minste dagen om in te klagen (grapje))
- van de behoudende leer zijn (=conservatief zijn)
- tussen de mazen (van het net) vissen (=creatief te werk gaan)
- daar zijn de daken met vlaaien bedekt (=daar is men rijk / Daar heeft men overvloed)
- je zegeningen tellen (=dankbaar zijn voor wat men heeft.)
- dat snijdt geen hout (=dat heeft er niets mee te maken; het bewijst niets)
- dat is lariekoek (=dat heeft iemand verzonnen)
- dat zijn aambeien met slagroom (=dat heeft niets met elkaar te maken)
- zo gaan er twaalf in het dozijn (=dat heeft weinig waarde)
- zo gaan er dertien in een dozijn (=dat heeft weinig waarde, is niet zo bijzonder)
- dat staat niet in zijn woordenboek (=dat kent hij niet, daar doet hij niet aan mee, heeft hij nog nooit van gehoord)
- dat is schering en inslag (=dat komt bijzonder vaak voor [onderdelen van een weefgetouw])
- dat komt als mosterd na de maaltijd (=dat komt op een moment dat het geen nut meer heeft)
- volgens Bartjens (=de allereenvoudigste rekenstof (als referentie aan onderwijzer Willem Bartjens die een bekend rekenboekje schreef))
- tussen mal en dwaas zijn (=de bakvisleeftijd hebben)
- de admiraal heeft geschoten. (=de gastheer heeft het sein gegeven te gaan eten.)
- je huiswerk maken (=de liefde bedrijven)
- fris gewaagd is half gewonnen (=de moedigste heeft de meeste kansen om iets te winnen)
- vreemde ogen dwingen (=de ogen van een vreemde heeft meer invloed op je dan van een bekende)
- het pleit beslechten/beslissen/verliezen (=de zaak definitief verliezen)
- het vlees doden (=de zinnelijke behoeften onderdrukken)
50 dialectgezegden bevatten `ef`
- As hi'j het in de kop ef,dan ef hi'j het niet in de konte (=Hij zet wel door zo hij het wil) (Giethoorns)
- dan schet er wel eeen voegeltie dat now nog gien gat ef (=dat zien wij dan wel weer) (Giethoorns)
- Dan schet er wel een voegeltiie dat now nog gien gat ef (=Dat zien wij dan wel weer) (Giethoorns)
- Det kin ik oèt de ef (=Dat kan ik uitstekend) (Venloos)
- die ef 'n boek met botten (=die is zwanger) (Sallands)
- Die ef d'ogen groter dan de maege (=Die eet meer dan hij op kan) (Giethoorns)
- Die ef de gorte gaer (=Die is al oud) (Giethoorns)
- Die ef de gorte wel gaer (=Die is al oud) (Giethoorns)
- Die ef de hals dikker as 't eufd (=Dat is een dik persoon) (Giethoorns)
- die ef de keutel bi'j 't rechte ende (=die heeft het goed) (Giethoorns)
- Die ef de meeste eerpels wel al op (=Die is al oud) (Giethoorns)
- Die ef de ogen groter dan de maege (=Geeft meer uit dan het toe laat) (Giethoorns)
- Die ef een beste poele op de band . (=Die is in verwachting .) (Zwols)
- Die ef een nete aachter ' t oor (=Die heeft kwade gedachten-Een sullig persoon) (Giethoorns)
- Die ef een vel veur de kop as een bolle veur de kni-jen (=Een overschillig persoon) (Giethoorns)
- Die ef een vel veur de kop as een bolle veur de kni'jen (=Een onverschillig iemand) (Giethoorns)
- Die ef er de loeken veur-edaon (=Die is in slaap gevallen) (Giethoorns)
- Die ef er de loeken,(luiken) veur edaonon (=Die is in slaap gevallen) (Giethoorns)
- Die ef het vleis liever as de botten (=Die neemt het allerbeste) (Giethoorns)
- die ef meer vaarve op de snute as wi-j op de aachterdeure (=Wat overdreven opgemaakt) (Giethoorns)
- Die ef niet veule om bi'j te zetten (=Iemand die dun is) (Giethoorns)
- Die ef nog wel een losse stu-uver (=Rijk iemand) (Giethoorns)
- Die ef nog wel een losse stuver (=Wordt gezegd van Iemand die rijk is) (Giethoorns)
- Die ef pik an d'akken (=Een traag iemand) (Giethoorns)
- dät vögeltien ef een nussien ebouwd (=dat vogeltje heeft een nestje gebouwd.) (Sallands)
- ee ef de kousen op sok (=de kousen op sokformaat aanhebben (afgezakte kousen) ) (Staphorsts)
- ee ef trek an de rok (=Zij heeft veel aantrekkingskracht op jongens) (Staphorsts)
- eij ef aar bi'j 't jonk edrukt (=wanneer een meisje -onbewust- zwanger wordt) (Kampers)
- eij ef een stemme umme cocos te kloppen (=hij kan niet zingen) (Kampers)
- Et ef niks om d' akken. (hakken) (=Het stelt niks voor) (Giethoorns)
- Ge, ef ze get te zoepe, (=Een rondje voor allen.) (Nuths)
- hi-j ef ' t op de borstrok (=hij is verkouden) (Giethoorns)
- Hi-j ef de pupe aordig uut (=Hij is doodop, moe van inspanning) (Giethoorns)
- Hi'j ef 't wel in de mouwen (=Hij kan flink werken) (Giethoorns)
- Hi'j ef de keutel bi'j 't goeie,rechte, ende (=Hij weet het goed) (Giethoorns)
- Hi'j ef de keutel bi'j 't recht ende (=Hij heeft het goed) (Giethoorns)
- Hi'j ef de keutel bi'j 't recht ende (=Hij heeft het bij het rechte eind) (Giethoorns)
- Hi'j ef de vrouwe in 't bedde (=De vrouw ligt in de kraam) (Giethoorns)
- hi'j ef er de loeken veur edaon. (=hij is in slaap gevallen) (Giethoorns)
- Hi'j ef um wat te doen emeuken (=Hij heeft zich wat op de hals gehaald) (Giethoorns)
- i'j ef 'n luusepattien op de kop (=hij heeft een scheiding in zijn haar) (Steenwijks)
- I'j ef er zeggen van ad (=Ze hebben een onderhoud met hem gehad) (Giethoorns)
- I'j ef zich wat te doen emeuken (=Hij heeft zich wat op de hals gehaald) (Giethoorns)
- I' j ef ' n kloete in d' aals (=hij heeft een brok in de keel) (Steenwijks)
- IJ ef aar bi'j 't jonk edrukt (=Hij heeft haar zwanger gemaakt) (Kampers)
- IJ ef de goed-wies kepot (=Hij is gek) (Kampers)
- IJ ef de konte dicht eknepen (=Hij is gestorven) (Kampers)
- IJ ef de krenge in (=Hij is boos) (Kampers)
- IJ ef de piepe vol (=Hij heeft genoeg drank gehad) (Kampers)
- ij ef de piepen vol (=Hij heeft behoorlijk gedronken) (Zwols)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen