1454 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `een`
- `t Moet al een ruige hond wezen, die twee nesten warm houden kan (=alleen een rijke man kan er een tweede vrouw op na houden)
- aal is geen paling (=het mindere is niet gelijk aan het meerdere)
- aan alle dingen komt een eind. (=alles verandert)
- aan alles een kleurtje weten te geven (=voor alles wel een uitleg weten)
- aan de ene voet een schoen, de ander blootvoets (=evenwicht is voornaamst)
- aan een balk, die uit het bos gehaald wordt, moet veel gehakt worden, voor hij in het huis past (=in een religieuze groep, vereniging, etc,: je kunt leden uit een gemeenschap winnen, maar hun moet wel geleerd worden zich aan te passen)
- aan een been knagen (=langdurig vergeefs bezig zijn)
- aan een boom zo vol geladen, mist men een twee pruimpjes niet (=als er van iets grote hoeveelheden zijn, kan er wel wat gemist worden)
- aan een dood paard trekken. (=je inspannen voor iets, dat tot mislukken gedoemd is)
- aan een goed kantoor zijn (=op de juiste plaats zijn)
- aan een klein vogeltje past geen grote bek. (=kinderen moeten gehoorzamen)
- aan een oor doof zijn (=iets niet willen horen)
- aan een oud dak moet je veel herstellen (=verouderde zaken vergen nu eenmaal onderhoud)
- aan een stuk door (=ononderbroken)
- aan een touw trekken (=eensgezind optreden)
- aan een touwtje hebben (=in zijn macht hebben)
- aan een zijden draadje hangen (=de kansen zijn nog niet verkeken, maar het scheelt erg weinig)
- aan elke goede visser ontsnapt wel eens een aal (=iedereen maakt wel eens een foutje)
- aan mijn lijf geen polonaise (=van mij moet je afblijven)
- aardewerk is geen paardenwerk. (=graven of in aarde werken is een vermoeiende bezigheid)
- achteruit gaan als een hollend paard (=snel terrein verliezen)
- Aken en Keulen zijn niet op één dag gebouwd (=voor een uitgebreide klus heb je meer tijd nodig)
- al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding (=wie zich mooi aankleedt wordt daarmee zelf nog niet mooi)
- alle dagen geen vetpot zijn (=er is armoede)
- alle gekheid op een stokje (=maar nu liever ernstig)
- alle goede dingen bestaan in drieën (=gezegd van iets waarvan men er twee heeft en een derde wil krijgen)
- alle havens schutten geen wind (=niet alles levert een voordeel op)
- alle hout is geen timmerhout (=niet iedereen beschikt over dezelfde kwaliteiten / niet alles is van voldoende kwaliteit)
- alle molenaars zijn geen dieven (=scheer niet iedereen over dezelfde kam)
- alle scheuten zijn geen rozen. (=uiterlijk bedriegt; niet alles is van hoge kwaliteit.)
- alle vis is geen bakvis (=niet alles is even dienstig (of handelbaar of lekker))
- alleen een piepend wiel krijgt olie (=door zich opvallend te gedragen bekomt men aandacht)
- allemans neus is geen kapstok. (=je moet niet alles aan iedereen vertellen.)
- alles op één kaart zetten (=een groot risico nemen door op slechts één kans te gokken)
- alles over een kam scheren (=alles en iedereen gelijk stellen)
- als de kat om de hete brij heen draaien (=iets wel willen, maar het niet durven)
- als de kat zich wast, komt er gewis een gast (=als de kat zich wast komt er visite.)
- als door een adder gebeten zijn (=opeens fel reageren)
- als door een repel getrokken (=zeer mager)
- als een blad van een boom veranderen/omkeren (=geheel anders gaan gedragen)
- als een blinde over de kleuren oordelen (=spreken alsof men een kenner is, over iets waar men niets van weet)
- als een bok op de haverkist (=wakend om de gelegenheid niet te laten voorbijgaan)
- als een donderslag bij heldere hemel (=een onverwachte gebeurtenis, die een grote schok teweeg brengt)
- als een feniks uit de as herrijzen (=na de totale vernietiging opnieuw opbouwen)
- als een furie tekeergaan (=in razende woede tekeergaan)
- als een kip zonder kop (=zonder beraad, onbesuisd)
- als een lam ter slachtbank geleid worden (=weerloos zijn)
- als een lier (=zeer goed)
- als een lopend vuurtje (=zich snel verspreidend (van een bericht of nieuwtje))
- als een luis in iemands pels zijn (=iemand voortdurend in de weg lopen. Iemand tegenwerken)
1202 betekenissen bevatten `een`
- de oude mens afleggen (=(en de nieuwe aantrekken) een nieuw leven beginnen - beterschap beloven)
- een groentje zijn (=(ook: Groen als gras zijn. ) Ergens nog geen ervaring mee hebben)
- op de vingers kijken (=(Op een vervelende manier) scherp toezien hoe iemand iets doet, zodat elke fout direct opgemerkt wordt)
- haarscherp (=(van een afbeelding) getrouw tot in fijne details)
- er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan (=aan alles komt een einde)
- as is verbrande turf (=aan een belofte (as = als) heb je niets)
- aan de lopende band (=aan één stuk door; steeds maar weer)
- tegen de klippen op gaan (=aan een stuk doorgaan (met liegen))
- van de daken schreeuwen (=aan iedereen luid kenbaar maken)
- bij iemand nog wel kunnen schoolgaan (=aan iemand nog een voorbeeld kunnen nemen)
- het land aan iets hebben (=aan iets een hekel hebben)
- van een mooi bord kun je niet eten (=aan uiterlijk alleen heb je niets)
- aan de voeten van Gamaliël zitten (=aandachtig luisteren naar de les die een wijs persoon meegeeft)
- als de ganzen (=achter elkaar op een rijtje)
- op jaren komen (=al een zekere leeftijd bereiken)
- het lood al in de bil hebben (=al gestraft zijn voor iets. (geschoten zijn met een loden kogel))
- de lijdensbeker tot de bodem ledigen (=al het slechte, tot het laatste toe, over zich heen krijgen)
- in de lucht zitten (=algemeen voorkomen)
- de derde streng houdt de kabel. (=alle goede dingen bestaan in drieën)
- kromme sprongen maken (=alle moeite doen om zich uit een situatie te redden)
- voor Sinterklaas spelen (=alle wensen vervullen, alles voor iedereen betalen)
- `t Moet al een ruige hond wezen, die twee nesten warm houden kan (=alleen een rijke man kan er een tweede vrouw op na houden)
- het leven is meer dan eten en drinken. (=alleen eten en drinken vult geen leven.)
- de bastaard van de graaf wordt later bisschop (=alleen hoge heren kunnen hun buitenechtelijke kinderen een toekomst bieden)
- de Mammon dienen (=alleen maar belangstelling hebben voor geld)
- zonder geluk vaart niemand wel (=alleen met hard werken komt men er niet, ook een beetje geluk is nodig om ergens te komen)
- om den brode doen (=alleen werken voor het geld en niet omdat het werk fijn/leuk is)
- alles over een kam scheren (=alles en iedereen gelijk stellen)
- alle tij heeft zijn weertij (=alles heeft een keerzijde)
- wie weet waarom de ganzen blootsvoets gaan? (=alles heeft een reden, ook al is die niet altijd even duidelijk)
- de volle laag krijgen (=alles over zich heen krijgen)
- geen middel onbeproefd laten (=alles proberen om een doel te bereiken.)
- iemand tot op zijn hemd uitkleden (=alles van iemand afnemen, een te hoge prijs laten betalen)
- het ene woord haalt het andere uit (=als de ene persoon een grote mond opzet, krijgt die dat van de ander terug)
- de ratten verlaten het zinkende schip (=als de omstandigheden verslechteren denken sommigen alleen aan zichzelf en vertrekken)
- vis begint aan de kop te stinken (=als een bedrijf een slecht management heeft)
- vele handen maken licht werk (=als een karwei samen wordt opgepakt is het snel en gemakkelijk gedaan)
- na gedane arbeid is het goed rusten (=als een klus geklaard is kan men er tevreden op terug kijken)
- waar meerderman komt moet minderman wijken (=als een machtig persoon iets zegt, moet de minder machtige zwijgen)
- als er één schaap over de dam is, volgen er meer (=als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven anderen ook wel)
- eén rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand (=als één persoon uit een groep zich misdraagt, wordt de hele groep erop aangekeken. / een negatieve beïnvloeding van één persoon kan vele anderen op het slechte pad brengen.)
- als `t schip zinkt dan zinkt ook de lading (=als een zaak bankroet gaat, dan is men meestal ook alles kwijt)
- de kat de bel aanbinden (=als eerste een begin maken aan iets moeilijks (een lastige klus of een ingewikkeld gesprek))
- als het hek van de dam is lopen de varkens in het koren (=als er geen toezicht is springen kinderen of ondergeschikten uit de band)
- als de kat van honk is dansen de muizen op tafel (=als er geen toezicht is, doen de ondergeschikten hun zin)
- komt tijd komt raad (=als er genoeg tijd overheen gaat, komt de oplossing vanzelf)
- waar aas is vliegen kraaien (=als er iets te halen valt staat iedereen vooraan)
- het is maar een weet (=als het eenmaal bekend is, is het niet moeilijk meer)
- berouw komt na de zonde (=als het eenmaal gebeurd is komt pas de berouw)
- allemans werk is niemands werk. (=als iedereen verantwoordelijk is, doet niemand het daadwerkelijk.)
50 dialectgezegden bevatten `een`
-
Eine lieëlke frit is nog baeter es eine slechten aerpel! (=een onsmakelijke friet is nog beter dan een slechte aardappel.) (Kinroois)
- (waar is die gevelsteen van de ambachtsschool fan mien fader bleven?) (=waar een wil is, is een weg) (Leewarders)
- Es te in ein koers d'n twieëdje veurbiej stuks bès te d'n twieëdje! (=Wanneer je in een koers de tweede voorbij steekt ben je de tweede!) (Kinroois)
- ` 't zal d'r aan ligke wi-j 't veltj` zag de bezeuker wi-j ze 'm vrooge um te bliêve aete en hae keek nao de dröppel aan de vrouw eur naas (=niet meteen toehappen, een slag om de arm houden) (Weerts)
- ` Dat waor nog 'ns get veur in de Zònjèse brook` (=wordt gezegd over een langvormig voorwerp) (Steins)
- `Alles met de moate` zee den kleermaker en hé heuw zien wief met de el. (=Overal is een maat voor) (Twents)
- `Daor eur ik joe, `zee dove Jouk, en toen leup er een muus mit de klompen an over de zolder. (=Oost-Indisch doof) (Giethoorns)
- `geërfd ` hebben (=geboorte in een gezin) (Sevenums)
- `Geruik vleisj hilt zich langer` (=Opmerking van een verstokt roker) (Steins)
- `je gaot nog lang niet doad he jochie /messie/wijfie II: Je gaat bij lange na niet dood/hemeluh .. wat een stank. (=iemand die stinkt na poepen op het toilet/wc) (Utrechts)
- `je mot zeker weer iets van me hè / wat mojje nu weer van me? ) *ironisch bedoeld als iemand een beetje slijmt (vaak kinderen die dat doen richting een moeder) (=`je wilt zeker weer iets van mij ` (ironisch als iemand slijmt)) (Utrechts)
- `kben helemaal in de bonen (=ik ben een beetje in de war.) (Westlands)
- `Kèinjer Goads` (=uitroep van verbazing over een gebeurtenis) (Steins)
- `meej un umgedrâajd pèèrepluuke, wiere de geplòkke pèère opgevange.' ` (=`met een omgekeerde paraplu, werden de geplukte peren opgevangen`) (Tilburgs)
- `t is ene gie 'edoe'ed. (=Dat is een gluipert.) (Nuths)
- `t is mar un maeger plimpie. (= (opmerking) een mager kind) (Ouddorps)
- `Zo kunde ennen hoeëp stroont nog lekker maken.` (=Als je vindt dat een kok wel erg veel ingrediënten nodig heeft om iets op smaak te brengen zegt men) (Wells)
- ´n leug´ntje om bestwil (=een leugentje die de zaak ten goede keert) (Westerkwartiers)
- , ne leugenjeir (=een man die liegt) (Sint-Niklaas)
- !k ém ier nen oebel (=ik heb hier een bobbel) (Meers)
- ... dat 't e frang is (=... dat het een lieve lust is) (Veurns)
- ' k gô minnen beste vriend ies e polleke geven ; 'k gô min petettjes ies afgieten,
'k gô pissen (=ik ga een plasje doen) (Sint-Niklaas)
- ' n dotrois had (=een vergeefse reis gemaakt) (Westfries)
- ' nen drogen botterram (=een boterham zonder beleg) (Sint-Niklaas)
- ' nen neus ein gullek ne kapstok (=een zeer lange neus hebben) (Sint-Niklaas)
- ' Nne boor en e vêrreke knorre altiêd (=een boer is nooit tevreden) (Weerts)
- ''...die wit wel wor Abram de mosterd holt'' (=een jongen die geen voorlichting meer nodig heeft.) (Waalwijks)
- ''Dèster inne van de mellukboer'' (=een apart kind) (Waalwijks)
- 'as één kou de start oplicht, dan sjijte ze allemool. (='als één koe de staart oplicht, ...') (Genker)
- 'En bakkes of ze de bast van eek op het. (=een sacherijnig gezicht.) (zaans)
- 'En brief an de keuning skraive. (=een tukje doen.) (Zaans)
- 'En lopie make. (=een stukje wandelen.) (Zaans)
- 'En reg as Sieuwers hewwe. (=een brede, sterke rug hebben.) (Zaans)
- 'k ben de pin af ; ze kunnen mè vangen onder een klak (=ik ben zo moe) (Sint-Niklaas)
- 'k bèn ies noargeloapen (=voor een korte wijl ergens haastig of al lopende binnenkomen) (Sint-Niklaas)
- 'k ee 'n maleurke tee (g) nekoomn (=ik heb een ongelukje gehad) (Waregems)
- 'k èm een moef (=ik ben slechtgezind) (Hogts)
- 'k en e gedacht da (=ik heb een gevoel dat...) (Veurns)
- 'k geef a een toek (=ik geef u een vuist (slag) ) (Vilvoords)
- 'k Geef em nen trok. (=Ik geef hem een klop.) (Massems)
- 'k géf oe un pèr op oe bakkes! un bakpeer! (=ik geef je een klap op je gezicht!) (Helmonds)
- 'k goa dn ne wiep tee'n zijn kloôtn geevn (=ik ga hem een trap in zijn kont geven) (Waregems)
- 'k goa eu een peere geeve da eu muile schief stoat (=iemand kloppen) (Gents)
- 'k goa eu mee eu muile teege de Dampuurte plakke, dadde viertien doage bruine ziepe schijt. (=een man bedreigen) (Gents)
- 'k Goa mij een buiksken zetn (=Ik ga eens flink eten) (Zelzaats)
- 'K goaj olichte ne droai geev'n (=Nog 1 keer en ik zal u een slag geven) (Harelbeeks)
- 'k goen em ne kluut afdroaie (=ik ga hem een peer stoven) (Hals)
- 'k gon iën'n gau smueren (=Ik ga een jointje roken) (Hams)
- 'k gon ma een betj'n afkappen (=ik ga een dutje doen) (Meers)
- 'k gon mé en betjen afkappen (=ik ga een dutje doen) (Aalsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen