Spreekwoorden met `vele`

Zoek

5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `vele`

  1. er zijn vele wegen die naar Rome leiden (=er zijn meerdere manieren om iets te doen)
  2. kiezen of delen/kavelen (=maak uw keuze!)
  3. niet het vele is goed, maar het goede is veel. (=kwaliteit is beter dan kwantiteit)
  4. vele handen maken licht werk (=als een karwei samen wordt opgepakt is het snel en gemakkelijk gedaan)
  5. vele kleintjes maken een grote (=veel kleine stukjes leveren uiteindelijk ook een geheel op)

29 betekenissen bevatten `vele`

  1. op de vingers kijken (=(Op een vervelende manier) scherp toezien hoe iemand iets doet, zodat elke fout direct opgemerkt wordt)
  2. eén rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand (=als één persoon uit een groep zich misdraagt, wordt de hele groep erop aangekeken. / Een negatieve beïnvloeding van één persoon kan vele anderen op het slechte pad brengen.)
  3. men noemt geen koe bont, of er is een vlekje aan (=als er allerlei vervelende dingen worden verteld is er vast wel iets van waar)
  4. een geplaveide weg is des duivels oorkussen (=als je niets doet en lui bent, doe je ook niks goeds / mensen die zich vervelen omdat ze niets te doen hebben, kunnen tot de slechts dingen komen daardoor)
  5. uitdrogen als een Harderwijker (=alsmaar vervelender worden)
  6. van leer trekken (=beginnen met vechten, duidelijk laten merken dat iets als vervelend ervaren wordt)
  7. het is muis als moer, een staart hebben ze allemaal. (=beide opties zijn vervelend)
  8. de jongste ezel moet het pak dragen (=de jongste moet de vervelende klusjes opknappen)
  9. moet is een bitter kruid. (=dingen die men moet doen kunnen onaangenaam of vervelend zijn.)
  10. moeten kiezen of delen (=een (vervelende) keus moeten maken)
  11. in de grond boren (=een idee op vervelende wijze sterk afkeuren)
  12. dat is een kwal (=een uiterst vervelend persoon)
  13. waarheid met de slag om de arm (=een waarheid die vele facetten kent)
  14. je de wet niet voor laten schrijven (=geen bevelen accepteren van een ander)
  15. geld verzoet de arbeid (=geld dat je krijgt maakt het harde vervelende werk weer goed)
  16. je zou er toveren leren (=het is er erg vervelend)
  17. de hete aardappel doorspelen (=iemand anders de vervelende klus laten opknappen)
  18. een goed woord voor iemand doen (=iemand bij een ander aanbevelen)
  19. iemand wel achter het behang kunnen plakken (=iemand heel vervelend vinden, waardoor je het liefst even helemaal niets meer met hem of haar te maken zou willen hebben)
  20. de schurft aan iets hebben (=iets erg vervelend vinden)
  21. in een glazen huis wonen (=iets op zijn kerfstok hebben / geen privéleven hebben)
  22. de pil vergulden (=iets vervelends op zo vriendelijk mogelijke manier zeggen)
  23. in de aap gelogeerd zijn (=in een vervelende positie beland zijn)
  24. een kat komt altijd op z`n pootjes terecht (=ingewikkelde en vervelende dingen kunnen vanzelf weer voor elkaar komen)
  25. omstaan leren (=leren schikken naar de wensen en bevelen van een ander)
  26. als bijen naar de honing komen (=met velen komen en sterk gemotiveerd zijn)
  27. een appeltje met iemand te schillen hebben (=nog een vervelend onderwerp met iemand te bepraten hebben)
  28. een kater hebben (=zich beroerd en vervelend voelen (meestal na te veel alcohol))
  29. met zijn ziel onder de arm lopen (=zich vervelen)

37 dialectgezegden bevatten `vele`

  1. 't Is vele voak in de stoasje (=Ze heeft zware borsten) (Veurns)
  2. as alle lewaed stop konste de rès heire (=er zijn vele geluiden, maar slechts 1 stilte) (Munsterbilzen - Minsters)
  3. dad e toch olle miens'n te vele (=dat is toch veel te veel) (Wevelgems)
  4. dammer nog vele meun meun (=op uw gezondheid) (Kaprijks)
  5. een tëleir èn doezëd sjilfërs auteen gespeddërd brink glèk (=een bord in vele scherven uiteen gespat brengt geluk) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. ge gee vele (=je geeft veel) (Gents)
  7. ie ee der veel snukk'n van, ie ee der vele van mee (=hij lijkt er goed op) (Waregems)
  8. iet nie kanne vele (=iets niet kunnen uitstaan) (Luyksgestels)
  9. in damm-er nog vele meuë-meuën (=een goede gezondheid (toegewenst)) (Kaprijks)
  10. is nie vele van zeggen (=zegt niet veel) (Veurns)
  11. Je ku't nie aol en, e dikke maerte en vele beuter (=Je moet een keuze maken) (Iepers)
  12. vele maht (=hij is sterk) (Brugs)
  13. jee nie vele mièè te goed (=hij zal niet lang meer leven) (Kortemarks)
  14. jeet ol vele wienters meegemakt (=hij is redelijk oud geworden) (Kortemarks)
  15. jis nie vele van zegs (=hij is weinig spraakzaam) (Kortemarks)
  16. jis ol vele van ze pluumn kwiet (=hij is veel van zijn capaciteiten verloren) (Kortemarks)
  17. me vele vuvv'n en zess'n (=met veel (onnodige) uitleg) (Wevelgems)
  18. nie te vele parlesanten, begunt d'ran (=stop met je flauwekul hierover, begin er aan) (Wevelgems)
  19. nie vele gin vente hen (=weinig verkopen) (Veurns)
  20. ter stoat vele volk vo de staosje (=een vrouw met een flinke boezem) (Ostêns)
  21. tied sliet (=de tijd heelt vele wonden) (Westerkwartiers)
  22. Twee luien rekt veer. (=vele handen maken licht werk.) (Sallands)
  23. Vae hûbben de herlauges, zij den tijd (=Wij Westerlingen leven op het ritme van de klok, vele volkeren leven op het ritme van het leven) (Munsterbilzen - Minsters)
  24. Van heurn zeggen komt völle löggens (=van horen zeggen komen vele leugens) (Twents)
  25. vele bekieks èn (=sterk de aandacht trekken) (Veurns)
  26. vele passoje (j van Jules) (=druk verkeer) (Veurns)
  27. vele undre kop ziene, mo wienig t kleur van under held (=Iemand die profiteert) (Izegems)
  28. vele up je neuze zett'n (=Van de hoge toren blazen) (Langemarks)
  29. vele volk in de stoasje (=grote borsten hebben) (West-Vlaams)
  30. vele weir (=veel verder) (Sint-Niklaas)
  31. veul kleintjes moak'n één grode (=vele kleintjes maken één grote) (Westerkwartiers)
  32. viël klétskës bijéén maoke ën heil klats (=vele kleintjes maken één grote) (Munsterbilzen - Minsters)
  33. wat 't eerste ien de zak gijt, komt d'r as leste weer uut (=vele eersten zullen de laatsten zijn) (Westerkwartiers)
  34. Wuk dan m' eet'? Kuuriezeneuz'n mi lange stèèrt'n! (=Wat we eten? Nieuwsgierige kindjes met vele vragen!) (Veurns)
  35. z'eed iuëk nie vele mee iuër bieënn gekruist gezeedn (=moeder van een groot gezin) (Kaprijks)
  36. ze zeggen vele dat de paster nie e prikt (=er wordt veel gezegd) (Veurns)
  37. Zie mau dagge goe lieërt Jos, dan kunde lauter oep e buroke zitte en dan mutte ni werke (=Uitspraak van Mandus Swinkels, vele jaren onze boveste beste buur:) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen