4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `de pijp`
- de pijp aan maarten geven (=sterven, ermee ophouden)
- de pijp aan Maarten geven. (=er definitief mee stoppen)
- de pijp uitgaan (=sterven)
- het zit in de pijplijn (=er wordt aan gewerkt)
10 dialectgezegden bevatten `de pijp`
- de pijp aoën Matte gaeve (=sterven) (Munsterbilzen - Minsters)
- de pijp on Matte gaeve (=het opgeven, doodgaan) (Munsterbilzen - Minsters)
- de pijp uit zijn (=weg zijn) (Lovendegems)
- hij is de pijp uit (=hij is overleden) (Klings)
- Hij is Kassiewijile / Hij is de pijp / piep uit./ Hij is kapot / Hij heb de pijp aon maartuh gegeve/ Hij is gaan hemeluh (=Hij is dood) (Utrechts)
- ij iet de pijp oen den ette gegeive (=gestorven) (Lembeeks)
- Maok n iet uit, uiteidelek ga je toch de pijp auit / UItedeluk ga je toch kapot / Uiteideluk gaan we allemaal toch de piep uut (=Het maakt niet uit hoe je leeft, uiteindelijk ga je toch dood en weet je niets meer.) (Utrechts)
- ze smore n hennege segaar (=voor de tabaksverkopers gaat de pijp uit) (Munsterbilzen - Minsters)
- zën pijp geet aut - -hae geet de pijp aut (=hij gaat dood) (Munsterbilzen - Minsters)
- zes de pijp uit (=zij is weg) (Erps)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen