Spreekwoorden met `de hel`

Zoek

10 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `de hel`

  1. alle duivels uit de hel vloeken (=heftig vloeken)
  2. als je hem een vinger geeft, neemt hij de hele hand (=als je iemand een beetje helpt, wil diegene altijd je hulp)
  3. de hel breekt los (=de ruzie is begonnen.)
  4. de heler is net zo goed als de steler (=wie gestolen goed koopt is even slecht als de dief)
  5. de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens (=veel goede voornemens hebben zonder ze daadwerkelijk uit te voeren)
  6. een schurftig schaap steekt de hele kudde aan (=een slechte persoon in een groep, maakt de hele groep slecht)
  7. het is kermis in de hel (=het regent terwijl de zon schijnt)
  8. het voor de deuren van de hel weghalen. (=ergens veel moeite voor doen)
  9. met de helm (op) geboren zijn (=de toekomst kunnen voorspellen / bijzonder voorzichtig zijn)
  10. voor de poorten van de hel weghalen (=uit het grootste gevaar redden)

5 betekenissen bevatten `de hel`

  1. eén rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand (=als één persoon uit een groep zich misdraagt, wordt de hele groep erop aangekeken. / Een negatieve beïnvloeding van één persoon kan vele anderen op het slechte pad brengen.)
  2. als het huis volbouwd is breekt men de steigers af (=als het doel bereikt is, vergeet men de helpers)
  3. kap en keuvel (=de hele boel)
  4. alles kort en klein slaan (=de hele inboedel kapot slaan)
  5. een schurftig schaap steekt de hele kudde aan (=een slechte persoon in een groep, maakt de hele groep slecht)

26 dialectgezegden bevatten `de hel`

  1. 'n kleur of ge de hel ágeblaoze hed (=een rode kleur) (Horster)
  2. 't ès kérmis èn de hél (=als het regent en de zon schijnt) (Bilzers)
  3. aske liegt, gouje nor d’élle (=wie liegt gaat naar de hel) (Meers)
  4. brandholt veur de hel (=een uitgesproken slechterik) (Westerkwartiers)
  5. dae ès aut de hël gekroeëpe terwaajl den dievel sloeëp (=die is aan de duivel ontsnapt, een duiveldjong) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. dae zuut d’r oet asof d’r de hèl haet aangeblaoze (=hij heeft een rode kop van de inspanning gekregen) (Heitsers)
  7. de hël begint bau den hiemel ophült (=als je het mooie niet meer ziet in je leven, dan wordt het een hel) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. de hel opbouwen. (=onnodig de confrontatie aangaan, op ramkoers ligge) (Westfries)
  9. de wèèg noë den hiemel es bergop, dae noë de hel lûp bergaof (=is moeilijk in de hemel te komen) (Bilzers)
  10. de weg noar de hel is plaveid met goeie veurneem' ns (=zijn goede voornemens uitstellen) (Westerkwartiers)
  11. doe höbs 'ne kop of wènts-te de hèl geblaoze höbs (=je hebt een hoofd alsof je de hel geblazen hebt) (Aelsers)
  12. Echtig en techtig. Kopken af en recht noar d' el (=Echtig en techtig. Kopke af en recht naar de hel) (Antwerps)
  13. Gae hetj 'ne kop of dej-je de hel geblaoze hetj (=Iemand met een bezweet hoofd) (Weerts)
  14. ge kun mijne zak opblaoze (=loop naar de hel) (Oudenbosch)
  15. God zal je dwars door de hel heen lazeren., datje darmen verdruipeny kan je een kaarsje draaien om je bij te lichten op je weg naar de hel en de eeuwige verdoemenis. ( dit wordt supersnel achtereen gezegd) (=Vervloeking naar iemand die je liever dood ziet gaan.) (Utrechts)
  16. ich dink dat het haaj seffës geet waeë (=dadelijk breekt hier de hel los) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. kermes in de hel (=regen bij zonneschijn) (Rillaars)
  18. kermis in de hel (=regen en zonneschijn tegelijk) (Schunnebroecks)
  19. leugenjeir, gè gô recht nor ' d aal (=leugenaar, gij gaat recht naar de hel) (Sint-Niklaas)
  20. Oos laeve is mer eine kwaolikke sjeet, misjien is dit de hèl van ein anger planeet? (=Ons leven is maar een kwalijke scheet, misschien is dit de hel van een andere planeet!) (Kinroois)
  21. t ès kërmes èn de hël en de dievele daase en staeke met de rik (=het regent met volle zon) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. taenge de klippe van de hèl op leege (=heel erg liegen) (Steins)
  23. Tègge de klèppe van de hèl op (=Erg) (Genneps)
  24. this keeremis in de hel (=gelijktijdig regen en zonneschijn) (Ransts)
  25. ze gezich steet op onwaere (=seffens breekt de hel los) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. zingendj nao béd, steenkendj nao de hél (=je moet bidden voor je gaat slapen, ipv zingen) (Weerts)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen