14 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `bouw`
- Aken en Keulen zijn niet op één dag gebouwd (=voor een uitgebreide klus heb je meer tijd nodig)
- als het huis volbouwd is breekt men de steigers af (=als het doel bereikt is, vergeet men de helpers)
- bouw geen molen om een bak zaad (=voor een kleinigheid moet men teveel moeite doen.)
- de Hebreeërs bouwden het, maar de Egyptenaren hebben het. (Exodus 1:11-14) (=het vuile werk door anderen opknappen en het resultaat zelf pakken)
- huizen op iemand kunnen bouwen (=sterk op iemand kunnen vertrouwen)
- je tabernakelen bouwen (=zich vestigen met het doel lang te blijven)
- kastelen in de lucht bouwen (=zich illusies maken)
- Keulen en Aken zijn niet op een dag gebouwd (=grote projecten kosten tijd (en vergen geduld))
- luchtkastelen bouwen (=zich illusies maken)
- niet door mensenhanden gebouwd (=door God of natuur tot stand gebracht)
- op de garf/garve bouwen (=land bebouwen met betaling van de pacht met een deel van de oogst)
- op zand bouwen (=zich op niets baseren)
- Rome is niet in één dag gebouwd (=relativeren: Leer geduld te hebben, overhaast niets)
- zuinigheid met vlijt, bouwt huizen als kastelen (=door zuinig en ijverig te zijn, kan men veel bereiken)
10 betekenissen bevatten `bouw`
- een kerel als Kas (=een stevig gebouwde kerel (ironisch bedoeld))
- uit de grond stampen (=erg snel iets opbouwen)
- iets in de vingers hebben (=ergens ervaring en deskundigheid over hebben opgebouwd, waardoor men met grote kwaliteit en zonder fouten te maken, zich hiermee bezig kan houden)
- iets staat op losse schroeven (=het is onzeker, er valt niet op te bouwen)
- op de garf/garve bouwen (=land bebouwen met betaling van de pacht met een deel van de oogst)
- als een feniks uit de as herrijzen (=na de totale vernietiging opnieuw opbouwen)
- op iemands schouders staan (=op andermans werk voortbouwen)
- uit de as herrijzen (=opnieuw opbouwen na een brand)
- een gouden dak op het huis hebben (=wonen in een huis dat gebouwd is met geleend geld)
- een zilveren dak op het huis hebben (=wonen in een huis dat gebouwd is met geleend geld)
2 dialectgezegden bevatten `bouw`
- De maaij zetten (=Hoogste punt van een bouw bereikt) (Zunderts)
- In de vis / bouw / etc zitten (=Werken in vishandel / in de bouw) (Volendams)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen