Spreekwoorden met `bij elkaar`

Zoek

6 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `bij elkaar`

  1. bij elkaar flansen (=samenrapen)
  2. bij elkaar passen als twee trommelstokken (=goed bij elkaar passen)
  3. de hoofden bij elkaar steken (=overleg plegen)
  4. de koppen bij elkaar steken (=overleggen)
  5. een gek en zijn geld blijven nooit lang bij elkaar (=geld uitgeven aan nutteloze en onnodige dingen)
  6. ze alle vijf bij elkaar hebben (=goed bij zijn verstand zijn)

3 betekenissen bevatten `bij elkaar`

  1. op een kluitje (=dicht bij elkaar)
  2. bij elkaar passen als twee trommelstokken (=goed bij elkaar passen)
  3. als een tang op een varken passen/sluiten (=niet bij elkaar passen)

30 dialectgezegden bevatten `bij elkaar`

  1. 't is koek en ei tuss'n die beid'nt (=die passen exact bij elkaar) (Westerkwartiers)
  2. ' t gô bijeen (=het past bij elkaar) (Sint-Niklaas)
  3. al is 't ook skeve of skel et skippert wel (=Dat past wel bij elkaar) (Giethoorns)
  4. biëvet gon baedele (=wat geld bij elkaar bédelen) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. d'n hieële sânte-petiek (=alles bij elkaar) (Weerts)
  6. da goa goe t' huupe (=dat past goed bij elkaar) (Lovendegems)
  7. da goa goe thuupe (=dat past goed bij elkaar) (Gents)
  8. da steed waaj en tang oppe vèrke (=dat past niet bij elkaar) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. Da stoa as een tang oep een varke (=Dat past niet bij elkaar) (Herentals)
  10. dae is van zien ieërste läöge neet gebarste (=verschrikkelijke leugenaar; liegt alles bij elkaar) (Heitsers)
  11. das gelek hores up a verken (=dat past niet bij elkaar) (Loksbergs)
  12. de kladze beejein goeze (=de restjes bij elkaar gooien) (Weerts)
  13. de kool is 't sop niet weerd (='t is alles bij elkaar helemaal niets) (Westerkwartiers)
  14. de wege komme aomel bij mekaor (=de wegen komen allemaal bij elkaar) (Hoeksche Waards)
  15. det akkerdeertj toch neet zoeë good mèt ein (=dat past niet goed bij elkaar) (Heitsers)
  16. det is ein sjerkeukske (=letterlijk: koekje waarvoor men de laatste kliekjes bij elkaar doet om er nog wat van te bakken; figuurlijk: het jongste kindje uit een groot gezin, vaak een nakomertje.) (Heitsers)
  17. die benn'n goed met 'n anner op streek (=die passen goed bij elkaar) (Westerkwartiers)
  18. die kleure fokkedeere nie (=die kleuren staan / passen niet bij elkaar) (Oudenbosch)
  19. die luu ligke zich neet (=sommige mensen passen niet bij elkaar) (Steins)
  20. dun ene vullik bij dun aandere gaod altijd goed (=wat bij elkaar past gaat goed) (Oudenbosch)
  21. edere gek zien gebrek; eder moel ziene zin; eder worst ziene pin (=het past allemaal bij elkaar) (Heitsers)
  22. ei was alles ont bijeenkletsen (=hij goot alles bij bij elkaar) (Sint-Niklaas)
  23. gerèie en gebréie ba mekander zitte (=veel bij elkaar zijn) (Hals)
  24. kik daar: Jut en jul (=2 rare / sullige / slome types bij elkaar) (Utrechts)
  25. korties bij dichies legge / zitte (=dicht bij elkaar liggen / zitten) (Alblasserdams)
  26. Nen schuppezot (=Iemand met fel gekleurde kleding, niet bij elkaar passend) (Herentals)
  27. niet bij elkaar passend kop en schotel :bloes en rok (=kop en schotel) (Zeeuws)
  28. t steit zoeë diek wie haor op eine hóndj (=dat staat allemaal erg dicht bij elkaar) (Heitsers)
  29. t uusje bi de schuure ouwen (=bij elkaar houden) (Zeeuws)
  30. veul te dicht op 'n anner (=veel te dicht bij elkaar) (Westerkwartiers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen