Spreekwoorden met `arde`

Zoek

49 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `arde`

  1. aardewerk is geen paardenwerk. (=graven of in aarde werken is een vermoeiende bezigheid)
  2. anderhalve man en een paardenkop (=weinig aanwezigen)
  3. beter één ezel voor de ploeg dan twee paarden op stal. (=kiezen voor zekerheid.)
  4. boven aarde staan (=overleden zijn maar nog niet begraven)
  5. de beste paarden staan op stal. (=de leukste meisjes gaan niet uit)
  6. de groten rijden te paard en de kleinen hangen tussen hemel en aarde. (=de machtige lui leven op kosten van de gewone man)
  7. de paarden die de haver verdienen krijgen ze niet (=zij die het goede werk verrichten, krijgen niet altijd de beloning)
  8. de paarden die de haver verdienen, krijgen ze niet. (=verdienste blijft vaak onbeloond)
  9. een harde dobber (zijn/worden) (=niet gemakkelijk (zijn/worden))
  10. een harde huid hebben (=veel kunnen verdragen)
  11. een harde knoest heeft een scherpe bijl nodig (=een slechte gewoonte is moeilijk te verdringen)
  12. een harde nek hebben (=erg onbuigzaam zijn)
  13. een harde noot kraken (=dingen bespreken die moeilijk liggen, een moeilijk karwei doen)
  14. eén onderrok trekt meer dan twee paarden. (=de invloed van een vrouw is heel sterk)
  15. een paardenmiddel (=een uiterste remedie)
  16. een vrouwenhaar trekt sterker dan tien paarden. (=de invloed van een vrouw is zeer sterk)
  17. elk zijn meug, zei de boer en hij at paardenkeutels in plaats van vijgen. (=boeren zijn koppige mensen die hun eigen zin doen)
  18. geen aarde aan de dijk zetten (=niet helpen)
  19. geen tien paarden brengen me daar naar toe. (=in geen geval ga ik daar naar toe)
  20. gras gaat niet harder groeien als je eraan trekt (=sommige dingen hebben tijd nodig)
  21. harde noten kraken (=moeilijke tijden moeten doormaken)
  22. heden in hoogheid verheven morgen onder de aarde (=vandaag nog heel belangrijk, maar morgen misschien al dood)
  23. hemel en aarde bewegen (=ergens alles aan doen om het gedaan te krijgen (bv van iemand))
  24. het harde woord moet eruit (=het onaangename moet gezegd worden)
  25. iemand ter aarde bestellen (=iemand begraven)
  26. in goede aarde vallen (=door de ontvanger goed ontvangen worden)
  27. je hebt luxe paarden en werkpaarden (=niet iedereen heeft dezelfde positie, de een moet harder of zwaarder werken dan de ander)
  28. je hebt luxe paarden en werkpaarden. (=je hebt rijke en arme mensen)
  29. je hemel op aarde verdienen (=een goed en eerlijk leven leiden)
  30. jij raapt nog geen stro van de aarde (=je hebt nog niets verwezenlijkt)
  31. met beslagen paarden op het ijs komen. (=goed voorbereid zijn voor zijn taak)
  32. met de paarden van Sint Franciscus. (=te voet gaan)
  33. met hem kan je paarden stelen. (=hij is overal voor te vinden)
  34. ongelijke paarden trekken kwalijk. (=mensen die teveel verschillen in kwaliteiten, werken vaak niet goed samen)
  35. op de magerste paarden bijten de dazen. (=arme mensen hebben vaak pech)
  36. op twee paarden blijven rijden. (=men kan geen keus maken)
  37. oude paarden jaagt men aan de dijk (=als men zijn taak niet goed meer aankan, wordt men ontslagen)
  38. oude paarden jaagt men achter de schans (=oudere werknemers worden soms aan de kant gezet)
  39. paarden vallen ook al hebben zij vier benen. (=iedereen maakt fouten)
  40. paardenkeutels zijn geen vijgen (=uiterlijk kan bedriegen / laat je niks wijsmaken)
  41. paardenvlees gegeten hebben (=van nature onrustig zijn)
  42. snotterige veulens worden de gladste paarden. (=kwajongens die nergens voor lijken te deugen, worden vaak flinke mannen)
  43. tussen hemel en aarde hangen (=in een lastige situatie verkeren)
  44. uitdrogen als een Harderwijker (=alsmaar vervelender worden)
  45. van nul en generlei waarde (=waardeloos)
  46. veel voeten in de aarde hebben (=veel moeite en tijd kosten)
  47. vrouwenhanden en paardentanden staan nooit stil. (=een vrouw is altijd wel wat aan het doen)
  48. witte paarden hebben veel stro nodig (=pronkzieke vrouwen kosten veel geld)
  49. zijn kop is zwaarder dan zijn benen (=hij is dronken (of erg moe))

64 betekenissen bevatten `arde`

  1. voor lief nemen (=aanvaarden)
  2. in een goed blaadje staan (=bijzonder gewaardeerd worden)
  3. zo gaan er twaalf in het dozijn (=dat heeft weinig waarde)
  4. zo gaan er dertien in een dozijn (=dat heeft weinig waarde, is niet zo bijzonder)
  5. dat is een aalshuid (=dat is van weinig waarde)
  6. dat is naatje/pet (=dat is waardeloos)
  7. dat kan Bruin(tje) niet trekken (=dat kunnen we ons niet veroorloven (afgeleid van een populaire naam voor trekpaarden))
  8. de neus optrekken (=duidelijk maken dat men iets of iemand niet waardeert)
  9. conditio sine qua non (=een onvermijdelijke voorwaarde)
  10. het is monnikenwerk (=een saaie, harde, langdurige taak)
  11. er oog voor hebben (=er de waarde van inzien of aandacht voor hebben)
  12. je draai niet kunnen vinden (=ergens niet kunnen aarden)
  13. geld verzoet de arbeid (=geld dat je krijgt maakt het harde vervelende werk weer goed)
  14. aardewerk is geen paardenwerk. (=graven of in aarde werken is een vermoeiende bezigheid)
  15. een Homerisch gelach (=harde en gemene lach om het ongeluk, de mislukking of de handicap van tegenstrevers.)
  16. parels/paarlen voor de zwijnen werpen (=het goede verspillen aan hen die het niet verdienen/waarderen)
  17. eigen haard is goud waard (=het is nergens zo mooi als thuis / men hecht veel waarde aan het eigen bezit)
  18. er voor tekenen (=het met plezier willen aanvaarden)
  19. het kaf van het koren scheiden (=het waardevolle van het waardeloze scheiden)
  20. een profeet die brood eet (=iemand die waardeloze voorspellingen doet)
  21. iemand een hengst verkopen. (=iemand een harde klap geven)
  22. iemand iets aansmeren (=iemand iets (weinig waardevols) verkopen)
  23. iemand blij maken met een dode mus (=iemand iets goeds in het vooruitzicht stellen, dat uiteindelijk waardeloos zal blijken te zijn)
  24. een dood kind met een lam handje (=iets dat totaal waardeloos is)
  25. er de vingers voor durven opsteken (=iets durven aanvaarden - zijn verantwoordelijkheid durven opnemen)
  26. rozen voor de varkens/zwijnen strooien (=iets goed doen voor mensen die dat niet waarderen)
  27. van zijn mast een schoenpin maken (=iets goeds bederven om iets van weinig waarde te bekomen)
  28. iets niet op je laten zitten (=iets niet aanvaarden zonder tegenstand)
  29. een hark zonder steel (=iets waardeloos)
  30. wat in het vat zit, verzuurt niet (=iets wat goed is en goed bewaard wordt, verliest zijn waarde niet / wat beloofd is zal ook worden ingelost)
  31. met een metworst naar een zij spek gooien (=iets weinig waardevols opofferen om iets waardevols terug te krijgen)
  32. nood zoekt list. (=in benarde situaties worden ongebruikelijke oplossingen gevonden)
  33. een kat in het donker/nauw maakt rare sprongen (=in een benarde situatie doet men vreemde dingen)
  34. in het niet zinken (=in vergelijking met iets anders nog weinig waarde hebben)
  35. onder ogen zien (=inzien, aanvaarden)
  36. van Lillo komen (=je dom houden. Volgens de overlevering vindt dit gezegde zijn oorsprong in het (ontkennende) gedrag van de inwoners van Fort Lillo na een aan hen toegeschreven roofoverval op een boerderij te Waarde in 1579)
  37. wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd (=je moet waardering hebben voor het geringe)
  38. wat je van ver haalt is lekker. (=je waardeert dingen extra als je er veel werk voor moet doen)
  39. met beide handen toegrijpen (=met graagte aanvaarden)
  40. iets voor Jan Joker doen (=moeite doen zonder enig resultaat of waardering)
  41. iets voor Jan Lul doen (=moeite doen zonder enig resultaat of waardering)
  42. je hebt luxe paarden en werkpaarden (=niet iedereen heeft dezelfde positie, de een moet harder of zwaarder werken dan de ander)
  43. het bier is niet voor de ganzen gebrouwen. (=niet iets verspillen aan degenen die het niet waarderen)
  44. niets om het lijf hebben (=niets betekenen, geen waarde hebben)
  45. van Jan Pet (=onverzorgd, waardeloos)
  46. in het land der levenden (=op aarde, voor de dood)
  47. een woord op zijn pas is zo goed als geld in de tas (=spreken op het juiste ogenblik is waardevol)
  48. een woord op zijn pas is een daalder waard (=spreken op het juiste ogenblik is waardevol)
  49. sap noch kracht hebben (=totaal geen waarde hebben)
  50. je van het lijf houden (=van je afhouden, niet aanvaarden)

2 dialectgezegden bevatten `arde`

  1. As de s,i'j valt in sliek ,em-m wi'j mit dree daegen een arde diek (=Als het sneeuwt in de za hte grond na de dooi, gaat het gauw weer vriezen) (Giethoorns)
  2. Da zit hemel en arde an vast hoor (=Dat is heel belangrijk hoor) (Bollenstreeks)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen