2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `schuim`
- de markt afschuimen (=overal zoeken wat er `te koop` is)
- een schuimspaan zijn (=een zuiplap of niksnut zijn)
6 dialectgezegden bevatten `schuim`
- ët sjaum steet ëm al op telippe (=hij is al erg kwaad...de schuim staat al op zijn lippen) (Munsterbilzen - Minsters)
- ə strûppəkə (zeker <1930) (=een pint bier met veel schuim (uiteindelijk slechts 'n half glas bier...)) (Kalforts)
- schoimke trek'n (=schuim van zoethoutbrouwsel opzuigen) (Waregems)
- sjuumpke trèkke of krissiewater (=dropwater tot schuim schudden in een fles en dan opzuigen) (Berg en Terblijts)
- skeumken trekken (=schuim slurpen) (Ninoofs)
- skuim op de bek staan jonge (=schuim op de mond staan) (Gronings)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen