3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `aardig`
- de slaap der rechtvaardigen slapen (=een schoon geweten hebben)
- een aardige stuiver/duit (=een mooi kapitaal)
- iets beneden zijn waardigheid achten (=iets niet willen doen omdat men vindt dat men een betere taak waard is)
26 betekenissen bevatten `aardig`
- iemand het hof maken (=aardig tegen iemand doen in de hoop aardig gevonden te worden)
- aan elkaar gewaagd zijn (=beiden vrijwel evenwaardig zijn)
- recht praten wat krom is (=door een ingewikkelde, onjuiste redenering een onzuivere situatie, daad of besluit trachten van een rechtvaardiging te voorzien)
- paradepaard (=een bezit, eigenschap, kunst of vaardigheid waar iets of iemand trots op is)
- de gek in de mouw dragen (=eigenaardigheden verbergen voor anderen)
- onze Lieve Heer heeft vreemde kostgangers (=er bestaan nu eenmaal merkwaardige mensen)
- er is onkruid onder de tarwe (=er zijn minderwaardige goederen (of personen) tussen de betere)
- een gouden hart hebben (=heel aardig/lief zijn)
- het is niet om de knikkers maar om het recht van het spel (=het is niet voor persoonlijk voordeel, maar omwille van de rechtvaardigheid)
- jong geleerd is oud gedaan (=hoe eerder men iets leert, des te langer de vaardigheid zal blijven)
- iemand niet kunnen zetten (=iemand niet aardig vinden)
- een voetveeg zijn (=iemand zijn die voor minderwaardige klusjes gebruikt wordt)
- je neus voor iets ophalen (=iets minderwaardig achten)
- een zwak voor iets of iemand hebben (=iets/iemand leuk of aardig vinden)
- lachende monden, bijtende honden. (=mensen die vriendelijk of aardig lijken, kunnen in werkelijkheid kwade bedoelingen hebben)
- een goed paard maakt nog geen goede ruiter. (=niet enkel de middelen tellen, ook de vaardigheid is belangrijk om resultaat te krijgen.)
- nieuwe heren nieuwe wetten (=nieuwe bazen vaardigen ook nieuwe regels uit)
- wie de pastoor niet eert, wie zijn absolutie riskeert (=om je ambitie te bereiken, moet je extra aardig zijn voor de hoge heren)
- het ringetje van de deur kussen (=onderdanig / beleefd zijn voorbij geloofwaardigheid)
- het zijn niet de slechtste vruchten waaraan de wespen knagen (=over goede mensen worden vaak onaardige dingen verteld)
- het woord voeren (=spreken (als afgevaardigde door anderen))
- iemand honing om de mond smeren (=tegen iemand aardige dingen zeggen/vleien om iets gedaan te krijgen)
- moord en brand schreeuwen (=uiterst verontwaardigd zijn)
- een paard met een zachte mond moet men met zachte toom besturen. (=zachtaardige mensen moet men niet streng behandelen)
- op hoge poten (=zeer boos, verontwaardigd)
- op de achterste benen/poten staan (=zeer verontwaardigd of boos zijn.)
29 dialectgezegden bevatten `aardig`
- 'n wolf ien schoapskleer'n (=een mispunt die zich aardig voordoet) (Westerkwartiers)
- 't gijt oareg nuver (=het gaat aardig goed) (Westerkwartiers)
- 't is 'n haarde kirrel met 'n zaachte keeskorst (=hij komt hard over, maar innerlijk is hij best aardig) (Westerkwartiers)
- aardig geschoten! (=Wat een botte pech!) (Dordts)
- dae haet ‘m sjoeën zitte (of hange) (=hij is aardig dronken) (Heitsers)
- dan moet je wel skeuven, ei et flink eskuven (=aardig aftikken) (Urkers)
- de binn'nband d'r aardig deur (=begint kaal te worden) (Twents)
- de binnenbander d' r aardig doar (=de binnen banden er aardig door) (Twents)
- De spultjes op ze lopies hewwe. (=Het aardig voor elkaar hebben.) (Zaans)
- ge zijt heel aorig (=je bent heel aardig) (Brabants)
- hè is aardig duur de tek gegange (=hij ziet er de laatste tijd ziek uut) (Opglabbeeks)
- hè-s wir aoreg opgehipperd (=hij is weer aardig opgeknapt) (Tilburgs)
- hee hef ' n bestn skoer op / hee is al aardig dikke / hee hef de koar vol (=hij is erg dronken) (Twents)
- Hee het de biêne olweer aardig onder ' t lief (=De zaken gaan alweer beter) (Texels)
- Hemmie kneist dat (=Hij heeft het aardig onder de knie) (Deventers)
- het is op goei komende wegen (=het schiet al aardig op) (brabants)
- Hij heb 'n goed hart, maar ze motte het gekookt op z'n rug hange. Zo laag zodat de honde d'r bij kenne (=iemand niet aardig maar ook niet gemeen vinden) (Rotterdams)
- Hij heeft een goed hart, het had alleen gekookt op z'n rug motte hange. (=iemand niet aardig en niet gemeen vinden) (Rotterdams)
- Houdt je groate slaoi-emmer nou eens dicht ! / minder negatief , maar niet aardig en vaak grappig bedoeld: uuuh bekkie hè? / Hou je smoel ! (=hou je grote mond nou eens dicht !) (Utrechts)
- Ik ben aardig buffel (=Ik ben kapot) (Lopiks)
- jessica is oardig (=jessica is aardig) (Eindhovens)
- juh, pleur lekka je graf in (=ik vind je niet aardig) (Leids)
- Krijg de touw (tering) tyfus (=Ik vind je niet aardig) (Utrechts)
- krijg du angs(t) (=Iemand iets toewensen die je niet aardig vindt IV) (Utrechts)
- krijg du kippekoors / krijg de pleuris / val in elkaar / stort in elkaar / krijg een hartverzakking / flikkerstraolt dood / stik in je eigen braaksel./zak in elkaar, zak door de stront/val kapot/zak in je graf / donderstraolt in mekaar (=Iemand iets toewensen die je niet aardig vindt III) (Utrechts)
- krijg du schijt / val kapot / zak in mekaar / stort in mekaar (=Iemand iets toewensen die je niet aardig vindt II) (Utrechts)
- unne mooie miens (=een aardig goed persoon) (Dunges)
- Ze was kats van de leg (=Ze was aardig overstuur) (Terschuurs)
- zij benn´n nog oareg vereg (=zij zijn nog aardig kwiek) (Westerkwartiers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen