49 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `aaien`
- al moesten de kraaien het uitbrengen (=ooit wordt de zaak bekend)
- alles komt uit al moesten de kraaien het uitbrengen (=de waarheid komt altijd uit)
- als de kat om de hete brij heen draaien (=iets wel willen, maar het niet durven)
- daar zal wat zwaaien (=daar zal een hartig woordje gesproken worden)
- daar zijn de daken met vlaaien bedekt (=daar is men rijk / Daar heeft men overvloed)
- dat is nog geen haaienvin waard (=waardeloos)
- de bak indraaien (=gevangen genomen worden)
- de kast indraaien. (=in de gevangenis komen.)
- de kraaien zullen het uitbrengen (=de waarheid zal aan het licht komen)
- de kraaienmars blazen (=dood gaan)
- de kraan dichtdraaien (=de (financiële) hulp sterk verminderen of stopzetten)
- de rode haan laten kraaien (=iets in brand steken)
- de scepter zwaaien (=baas zijn)
- de wereld op zijn duim kunnen draaien (=alles doen wat iemand wil)
- de wind niet door de hekken laten waaien (=elke gelegenheid te baat nemen)
- distels maaien is distels zaaien (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
- dood en verderf zaaien (=grote schade of vernietiging veroorzaken.)
- draaien als een molen (=altijd meegaan met de heersende mening - naar de mond van de toehoorder praten)
- een haaienmaag hebben (=alles kunnen verorberen)
- een loer draaien (=een poets bakken)
- er voor opdraaien (=het werk van een ander doen)
- er zal geen haan naar kraaien (=dat zal niemand te weten komen)
- het gras voor de voeten wegmaaien (=de woorden uit de mond nemen - alle kansen ontnemen)
- het wierookvat zwaaien (=lof toezwaaien)
- het zal er stinken/waaien (=er zal hevige ruzie zijn)
- ieder dubbeltje drie keer omdraaien (=zo gehecht zijn aan geld dat men aarzelt bij iedere uitgave)
- iemand een loer draaien (=iemand lelijk behandelen, lelijk te grazen nemen)
- iemand een oor aannaaien (=iemand oplichten)
- iemand een poot uitdraaien (=iemand te veel laten betalen)
- iemand een rad voor de ogen draaien (=iemand iets wijsmaken / iemand op gemene wijze bedriegen)
- iemand het gras voor de voeten wegmaaien (=iemand alle kansen ontnemen)
- je eigen naad naaien (=iets op zijn eigen manier uitvoeren; eigenwijs zijn)
- je er uitdraaien (=je er uit redden)
- je naadje naaien (=zijn kans waarnemen, zijn aard volgen)
- laten waaien (=verwaarlozen, zich er niets van aantrekken)
- met alle winden draaien (=altijd iedereen gelijk geven)
- met alle winden meedraaien (=altijd iedereen gelijk geven)
- met alle winden waaien (=altijd iedereen gelijk geven / door alles en iedereen laten beïnvloeden)
- met hem kan men geen spies draaien (=met hem valt niet samen te werken)
- naar de haaien gaan (=ten onder gaan, zinken, zeer grote problemen krijgen en wellicht ophouden te bestaan)
- pluimen in de wind waaien (=iets doen zonder na te denken)
- te haaien en te draaien lopen (=doelloos ronddwalen)
- vechten dat de kraaien om de brokken komen (=hevig vechten)
- veel stof doen opwaaien (=iets heeft grote invloed op wat er leeft bij mensen)
- waar aas is vliegen kraaien (=als er iets te halen valt staat iedereen vooraan)
- wat de mens zaait zal hij maaien (=je moet er iets voor doen, als je wat wil krijgen)
- wie maaien wil moet zaaien (=je moet er iets voor doen om iets te verkrijgen)
- wierook toezwaaien (=lof toezwaaien)
- zijn haan moet altijd koning kraaien (=hij wil altijd de baas zijn)
7 betekenissen bevatten `aaien`
- een draai aan iets geven (=de waarheid verdraaien)
- iemand voor het naadgaren zetten (=iemand voor de schulden laten opdraaien)
- je laatste hemd aan hebben (=je hebt iets fout gedaan en er zal wat voor je zwaaien)
- het zal je kind maar wezen (=je zal er maar voor op moeten draaien)
- het wierookvat zwaaien (=lof toezwaaien)
- wierook toezwaaien (=lof toezwaaien)
- met de gebakken peren blijven zitten (=voor de moeilijkheden opdraaien)
7 dialectgezegden bevatten `aaien`
- De aaien bûten 't nêst lizze. (=Overspel plegen) (Fries)
- Dy' t aaien hat, kin doppen meitsje (=Wie geld heeft, kan wat doen.) (Fries)
- Hy is fan kwea aaien set, in fine húshâlding. (=Hij stamt uit een slecht bekend staande familie) (Fries)
- iemëd iëvër ze köpke vrijve (=iemand aaien) (Munsterbilzen - Minsters)
- Op fûle aaien sitte. (=Er financieel slecht voor staan) (Fries)
- over aa kopke rösse (=over je hoofd aaien) (Geels)
- Over aa Koppeke rösse (=Over hoofdje aaien) (Herentals)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen