411 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ver`
- wie luistert aan de wand verneemt zijn eigen schand (=wie anderen afluistert, kan wel eens iets negatiefs over zichzelf horen)
- wie tot een penning geboren is kan tot geen stuiver komen (=wat het lot voor je in petto heeft kan je niet ontlopen)
- wie voor het oortje geboren is, zal tot de stuiver niet geraken (=wie in een lage sociale klasse geboren is, zal niet in een hogere sociale klasse terechtkomen)
- wie werkt als een paard zal haver eten. (=hard werken is voor de meeste mensen geen garantie op een goed inkomen)
- wie zich voor hond verhuurt, moet de botten kluiven (=wie zich onderdanig gedraagt, wordt als knecht behandeld)
- wilde beren vertoeven graag bij soortgenoten (=soort zoekt soort)
- zacht gaan en verre zien. (=voorichtig en doordacht te werk gaan)
- zand erover (=vergeet het maar (in de zin van : we praten er niet meer over))
- zo de waard is vertrouwt hij zijn gasten (=men ziet de anderen zoals men zichzelf ziet)
- zonder strijd, geen overwinning (=na grote inspanning wordt succes pas bereikt)
- zuur verdiende centen. (=geld waarvoor hard is gewerkt.)
1116 betekenissen bevatten `ver`
- het zal me worstwezen (=het maakt voor mij geen enkel verschil)
- het vet is van de ketel. (=het meeste voordeel is al verdwenen.)
- struisvogelpolitiek (=het negeren of ontkennen van een probleem in de hoop dat het vanzelf verdwijnt.)
- door de zure appel (heen)bijten (=het onaangename doen of over zich heen laten gaan)
- de duivel schijt altijd op de grootste hoop (=het ongeluk treft meestal degenen die al in moeilijkheden verkeren.)
- het zeil strijken (=het opgeven / flauw vallen / van iemand verliezen)
- de kaap te boven zijn (=het probleem overwonnen hebben)
- fiat justitia et pereat mundus (=het recht moet zegevieren ook al vergaat de wereld)
- de omgekeerde wereld (=het tegenovergestelde van wat normaal en logisch is)
- een vogel kent men aan zijn veren (=het uitwendige zegt ook iets over de aard, het karakter)
- de vis wordt duur betaald (=het vergt veel opoffering ( je moet er wat voor over hebben) om te krijgen wat je wilt)
- de wijde wereld intrekken (=het verkennen van nieuwe plaatsen, ervaringen en mogelijkheden buiten het vertrouwde)
- het gaat zo zijn gangetje (=het verloopt rustig, zonder ups en downs)
- niemand genoemd, niemand gelasterd. (=het vermijden van het noemen van namen voorkomt onnodige ruzie)
- je verstand gebruiken (=het verstandig aanpakken)
- niet thuis geven (=het verwachtingspatroon niet kunnen nakomen)
- afwijzend beschikken op (=het verzoek weigeren)
- iemand uit de tent lokken (=het voor elkaar krijgen dat iemand ergens een uitspraak over doet)
- een lans breken voor iemand (=het voor iemand opnemen, voor iemand de best doen diegene ergens mee te helpen iets te verkrijgen)
- het ene oor in, het andere weer uit (=het wel horen en meteen weer vergeten)
- wel thuis kunnen blijven (=het wel kunnen vergeten)
- het wel kunnen schudden (=het wel kunnen vergeten)
- naar de maan lopen (=het wel mogen vergeten / weg moeten gaan)
- dat schaap zal een zachte dood nemen. (=het wordt vergeten)
- vol gas geven (=het zo snel mogelijk doen verlopen)
- naar water snakken als een vis (=hevig verlangen naar iets)
- buiten hem om lopen (=hij heeft er geen invloed over)
- buiten zijn hoefslag gaan (=hij heeft er geen invloed over)
- er mankeert iets in zijn bovenkamer (=hij is niet goed bij zijn verstand)
- er is geen doen aan (=hij is niet te overtuigen, niets kan helpen)
- met hem kan je paarden stelen. (=hij is overal voor te vinden)
- boontje komt om zijn loontje (=hij krijgt wat hij verdient, de gevolgen zal iemand altijd wel een keer moeten gaan dragen)
- het is goed aan hem besteed (=hij verdient het, hij zal er op de goede manier mee omgaan)
- het hart zinkt hem in de schoenen (=hij verliest alle moed)
- de stoppen slaan bij hem door (=hij verliest zijn zelfbeheersing)
- de duiten bijten hem (=hij verspilt zijn geld)
- het bloed stolt hem in de aderen (=hij verstijft van schrik)
- hij droomt van schol maar eet graag platvis (=hij verwacht te veel)
- het is hem (hoog) in de bol geslagen. (=hij voelt zich ver boven anderen verheven)
- er loopt hem een luis over de lever (=hij windt zich al over het minste op)
- in de krop steken (=hinderen , onverwerkt zijn)
- hoe een dubbeltje rollen kan (=hoe iets een onverwacht verloop kan kennen)
- klein is de rouwe, valt de oude koe dood. (=hoe ouder iemand sterft hoe minder het verdriet)
- zo lang er leven is, is er hoop (=hoe slecht het ook staat, zolang nog niet alles verloren is, kan alles nog goed komen)
- wat doe je voor de kost? (=hoe verdien je je geld?)
- elk meent zijn uil een valk te zijn (=ieder denkt het beste over de eigen prestaties)
- ieder moet zijn eigen kruis dragen (=ieder moet zijn eigen tegenslagen verwerken)
- wie een kluitje heeft, heeft er graag een turfje bij (=ieder probeert zijn bezittingen te vermeerderen)
- maak je bed zoals je wilt slapen (=iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden)
- iemand van de sokken rijden/lopen (=iemand (bijna) omver rijden of lopen)
50 dialectgezegden bevatten `ver`
- vër de minste sjiet..( jank tër ) (=voor een bagatel...(weent hij)) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër de zörge van mörge, zal mörge wol zörge (=morgen zien we weer wel!) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër den hond zën botte (=voor niets (nutteloos)) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër den hond zen Kl... (=vergeefse moeite) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër den trauw èssët : sjatsjë lêk mich...en noeë den trauw : och vërrèk mich ! (=ook een prins op het witte paard valt er al eens af !) (Munsterbilzen - Minsters)
- ver doen mè waaj ze het èn Mestrich doen : lotte valle (=Gewoon doorgaan als het regent) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër ë tijdsje stil zin (=genoeg (drank, eten, slagen) gekregen hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- vêr een sjiet (=voor een niemendalletje) (Munsterbilzen - Minsters)
- vêr eivêtêg getrauwd (=voor altijd gehuwd) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër ën vroo kontent te stëllë, konstë nauts rap genoeg zin (=als een vrouw fluit moet je er al zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër et moment zit ich op ten dop (=voorlopig heb ik nog geen werk) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër et zinge de kërk aut (=terugtrekken) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër ëtzelfste geld (=evenzeer) (Munsterbilzen - Minsters)
- ver gon dër tot onnet kietsje (=de volhouder wint) (Munsterbilzen - Minsters)
- ver gon spirke trékke (=we zullen erom loten) (Bilzers)
- ver gon strojke trèkke (=het lot moet maar beslissen) (Munsterbilzen - Minsters)
- vér het dikste (=om ter dikst) (Bilzers)
- vér het eiste (=om ter eerst) (Bilzers)
- vér het hêlste (=om ter hardst) (Bilzers)
- vér het langste (=om ter langst) (Bilzers)
- vér het sjunste (=om ter mooist) (Bilzers)
- vér het vrigste (=om ter vroegst) (Bilzers)
- vër him ésset ammel spek vër baune (=de tuinder zit op zwart zaad) (Munsterbilzen - Minsters)
- ver hübben em zen paere lotte zien (=die fruitteler was de rotte appel in de unie) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër hübben ossen brieëk gelaach (=we hebben hartelijk gelachen) (Bilzers)
- ver hübbenem goed éngepiekeld (=wij hebben hem een goede rammeling gegeven) (Bilzers)
- ver hübbent kot haaf aofgebroeëke (=we hebben veel lol getapt) (Bilzers)
- ver ieder klapscheet (=Voor het minste) (Essens)
- vër ielke prutsprets (=voor ieder bagatel) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër konnë te maeë moestë iës zaeë (=zaaien om te maaien) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër maain poët konste auttë konzjël zaupe (=voor mijn part kan je uit de dakgoot zuipen) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër maajn paoët (=als het van mij afhangt) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër maajn paot (=wat mij betreft) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër mich nie geloeëte (=als het van mij afhangt) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër mich te bezeeke moeste zën paut wol heil haug oplichte (=je moet al heel geslepen zijn om mij te vangen) (Munsterbilzen - Minsters)
- ver mij part (=Als het aan mij ligt) (Wuustwezel)
- Vêr ne frang, mauste me moezzjeke és zien (=Gokken is gevaarlijk. Wedden?) (Bilzers)
- vër ne sent mauste mëne rég es krabbe (=dat betaalt teweinig) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër ne sjiet (=voor een bagatel) (Munsterbilzen - Minsters)
- ver niet stiendwood (=Tot het uiterste gaan voor iets dat gratis wordt weggegeven) (Noorderkempisch)
- vêr niks spiële kat en hond (=voor niets gaat de zon op) (Munsterbilzen - Minsters)
- ver nix kümp alléén de zon op (=Niets is gratis) (Bilzers)
- vër poël stoeën (=stokstijf staan) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër sinterkloës spiële (=alles gratis en voor niets weggeven -te goed zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- vèr sjaajnes doên (=doen alsof) (Bilzers)
- vër sjëppe dam stoeën (=er voor clown bij staan) (Munsterbilzen - Minsters)
- ver stoppe nie mét laeve omdat ver aat wiëne, mér ver wiëne aat omdat ver stoppe mét laeve (=als er niets meer is dat je interesseert, ben je vlug oud) (Bilzers)
- vër wae drigste nau wir roo (=voor wie draag je nu weer rauw-zwarte kledij-...doe dat vuil vanonder je nagels) (Munsterbilzen - Minsters)
- vêr wo moeste nau toch mèr ne soetjae aon? (=als je geen voeten hebt, moet je ook geen schoenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- vër zau ne kleene këzëm mauste mëne règ nog nie ës sjoere (=voor zo weinigvoor zoweinig geld mag je mijn rug niet eens krabben) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen