Spreekwoorden met `kijkt`

Zoek

2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `kijkt`

  1. in het veen kijkt/ziet men niet op een turfje (=wie rijk is let niet op een euro meer of minder)
  2. van achteren kijkt men de koe in zijn gat (=achteraf is het makkelijk kritiek geven)

Eén betekenis bevat `kijkt`

  1. het is zo lang als het breed is (=het blijft hetzelfde, hoe je het ook bekijkt)

50 dialectgezegden bevatten `kijkt`

  1. a slautj aa gooë, (=hij kijkt naar jou) (Meers)
  2. As 't einen hónd waas, hat te dich al lang gebete (=Je kijkt erover heen, maar het staat vlak voor je) (Venloos)
  3. daaj hèt ë gezich waaine stront (=die kijkt lelijk) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. daaj hèt ë gezich waaj ne str... (=oei, die kijkt lelijk !) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. daaj hèt stront gefraete (=die kijkt lelijk) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. dae hèt e gezich waaj ne stront (=die kijkt lelijk) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. dae huurt ut in Kolle dondere. (=hij kijkt erg verbaasd) (Venloos)
  8. Dae kièk wie einen boetsauto (=Hij kijkt erg verbaasd) (Venloos)
  9. Dae kiektj dich mèt ‘t linkeroug inne rechterbènnetes (=Hij kijkt scheel) (Roggels)
  10. Dao waer se täöts op gekaeke (=Je kijkt je er scheel op) (Roggels)
  11. das zeker ne vertegenwoordiger van de Blauw Hand (azijnfabriek) (=iemand die zeer stuurs kijkt) (Ransts)
  12. dasnen echte hinnepoepper (=hij kijkt wat veel naar de vrouwtjes) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. Dea mot de loesje op krieje. (WT) (=Hij kijkt veel om) (Mechels (NL))
  14. den diene zijne rugge is uuk nat als gij tschiept, zijn ien uuge zegt foert tegen tandere (=iemand die scheel kijkt) (Gents)
  15. Det haet ein sjnoet es Edeltruud (=Zij kijkt streng) (Roermonds)
  16. Dië heed ok een laakbiddersgezicht (=Hij kijkt zeer somber) (Ransts)
  17. die het 'n kop as 'n oorwurm (=die kijkt niet al te vrolijk) (Westerkwartiers)
  18. Die kik zoe scheil as nen otter. (=Persoon die erg scheel kijkt) (Bevers)
  19. Dieje vent kèkt aorig (=Die man kijkt me vreemd / eng aan) (Bredaas)
  20. doë ès érmoei troef (=overal waar je kijkt zie je misère) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. doe kieks wie votverbrand (=je kijkt heel verbaasd) (wijlres)
  22. Du kieks es of-ste ing loes in 'n oer has (=Je kijkt heel bedremmeld) (Mechels (NL))
  23. ek wat vaai an (=kijkt (te) lang naar iemand) (Zeeuws)
  24. Emes mit e gezich wie ein tuut wuif (=Iemand die niet al te vrolijk kijkt) (Steins)
  25. gij he stront gefret zeker (=van iemand die lelijk kijkt of slecht gezind is) (Brechts)
  26. gij kekt noar... (=jij kijkt naar...) (Brakels (gld))
  27. hae hèt ë gezich waajne stront (=hij kijkt niet vrolijk, er is wat aan de hand) (Munsterbilzen - Minsters)
  28. hae kiêktj in zien lînker waemestêske (=iemand die scheel kijkt) (Weerts)
  29. hae kiektj wie ein paospiep (=hij kijkt heel onnozel (paospiep = narcis)) (Heitsers)
  30. hae kiektj zich de ouge oet de kop (=hij kijkt vol verbazing om zich heen; hij kijkt z’n ogen uit) (Heitsers)
  31. hai glimt as n honnekeudel ien duustern (=hij kijkt verheerlijkt) (Gronings)
  32. hè kèkt nie op unnen bos peejkes (=hij kijkt niet zo nauw) (Tilburgs)
  33. Hea kiekt wie e Klumpe. (WT) (=Hij kijkt verbaasd) (Mechels (NL))
  34. hea kiekt wie ing doan-heijsj (=hij kijkt met een uitgestreken gezicht) (Mechels (NL))
  35. hëbste aoën de iëk gedroenke (=je kijkt zo zuur) (Munsterbilzen - Minsters)
  36. hee kik met 't ene oog in de andere wèke (=Hij kijkt scheel) (Twents)
  37. heej kiekt òw net án of-ie 't ien Kölle huuërt doondere (=hij kijkt je net aan alsof hij het in Keulen hoort donderen) (Venrays)
  38. heur gezicht stijt op drie doag'n onweer (=zij kijkt heel boos) (Westerkwartiers)
  39. hij het ' n gezicht as ' n oorwurm (=hij kijkt zeer ontevreden) (Westerkwartiers)
  40. Hij kek oe niet an (=Hij kijkt je niet aan) (Hoogeveens)
  41. hij kiekt of ie in de furk sit (=hij kijkt of hij in de vork zit) (Wierings)
  42. ie kiekt as un uul op un zieke koeie (=hij kijkt een beetje dom) (Zeeuws)
  43. ie kijkt noch ip no neere (=hij gunt (mij, ons) geen blik) (Waregems)
  44. ie kijkt noch ip noch omme (=hij ziet niemand staan) (Waregems)
  45. ij kijkt em ver' een iuë uit (=hij weet niet waar eerst kijken) (Kaprijks)
  46. Je kan rond nen bwom kikken. (=Hij kijkt scheel.) (west-vlaams)
  47. je kiekt lik nen oend up e zieke koe (=hij kijkt verbaasd) (Kortemarks)
  48. je kiekt zoî scheel lik nen ottre (=hij kijkt scheel) (Kortemarks)
  49. Je kijkt regelrecht de Noord in! (=Over zittende vrouw, rok aan, de benen gespreid) (Dordts)
  50. je trok un hezicht van ouwe lapn (=je kijkt sip) (Zeeuws)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen