Spreekwoorden met `iet`

Zoek


641 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `iet`

  1. iets in de wacht slepen (=op oneerlijke manier verkrijgen, iets in bezit krijgen voor weinig geld)
  2. iets in de wieg smoren (=iets van bij het begin vernietigen)
  3. iets in de wind slaan (=naar een advies niet naar luisteren)
  4. iets in één adem uitlezen (=een boek waaraan je begonnen bent heel snel uitlezen, omdat je het zo spannend vindt)
  5. iets in geuren en kleuren vertellen (=iets zeer uitvoerig en gedetailleerd vertellen)
  6. iets in goede banen leiden (=ervoor zorgen dat iets goed verloopt)
  7. iets in het getouw zetten (=iets voorbereiden)
  8. iets in het oor knopen (=iets goed onthouden)
  9. iets in het vet hebben (=nog iets voor iemand tegoed hebben)
  10. iets in je vaandel schrijven. (=een principe waar je je per se aan vast wilt houden)
  11. iets in petto houden (=een mededeling voor later bewaren)
  12. iets in zijn holle kies kunnen stoppen (=gezegd van eten : het is de moeite niet, het is te weinig)
  13. iets in zijn schild voeren (=iets van plan zijn, een geheim hebben, stilzwijgend een plan uitvoeren)
  14. iets langs je (koude) kleren af laten glijden (=ergens niets van aan trekken)
  15. iets laten zwemmen (=er geen aandacht meer aan besteden)
  16. iets links laten liggen (=ergens geen aandacht aan geven)
  17. iets mannetje voor mannetje doen (=iets strikt volgens plan uitvoeren)
  18. iets met argusogen bekijken (=iets wantrouwend bekijken. Iets nauwlettend in de gaten houden)
  19. iets met de mantel der liefde bedekken (=iets niet met anderen bespreken maar stilzwijgen en accepteren)
  20. iets met de moedermelk binnenkrijgen (=iets leren in de eerste levensjaren)
  21. iets met de paplepel ingegoten krijgen (=iets van kinds af aan leren.)
  22. iets met een korreltje zout nemen (=iets niet helemaal voor waarheid aannemen)
  23. iets met lede ogen aanzien (=iets met tegenzin zien gebeuren)
  24. iets na aan het hart hebben liggen (=er erg mee begaan zijn)
  25. iets naar zijn hand zetten (=het precies (laten) doen zoals hij wil)
  26. iets niet koud laten worden (=ergens onmiddellijk op ingaan)
  27. iets niet kunnen gebeteren (=iets niet kunnen verhelpen)
  28. iets niet met droge ogen kunnen aanzien (=letterlijk: gaan huilen/tranen bij het zien gebeuren van iets)
  29. iets niet met zijn geweten overeen kunnen brengen (=iets niet kunnen doen omdat men het niet goed vindt)
  30. iets niet naar het haar zijn (=iets niet bevallen)
  31. iets niet op je laten zitten (=iets niet aanvaarden zonder tegenstand)
  32. iets niet over zijn hart kunnen krijgen (=ergens niet toe kunnen komen of ergens op gesteld zijn)
  33. iets niet tegen/aan dovemans oren zeggen (=iets wordt erg goed onthouden)
  34. iets of iemand in de peiling hebben (=iets of iemand begrijpen)
  35. iets of iemand op de korrel nemen (=kritiek op iets of iemand hebben)
  36. iets onder de knie hebben/krijgen (=iets kunnen of leren kunnen)
  37. iets onder de kurk hebben (=iets te drinken hebben)
  38. iets onder de leden hebben (=niet helemaal gezond zijn)
  39. iets onder de loep nemen (=iets nauwkeurig onderzoeken)
  40. iets onder het tapijt vegen (=iets verbergen of negeren.)
  41. iets op de hals halen (=je met een probleem laten opzadelen)
  42. iets op de keper beschouwen (=iets nauwkeurig bekijken)
  43. iets op de lange baan schuiven (=iets uitstellen)
  44. iets op de spits drijven (=iets verergeren of escaleren.)
  45. iets op een procrustesbed leggen (=een regeling zo toepassen dat hij er voordeel van heeft)
  46. iets op het hart hebben (=iets te vertellen hebben)
  47. iets op het oog hebben (=voor zichzelf al iets hebben uitgekozen)
  48. iets op het tapijt brengen (=over een onderwerp beginnen (te praten))
  49. iets op je buik kunnen schrijven (=iets wel kunnen vergeten, dat wat je wilde gaat niet door)
  50. iets op je lever hebben (=dat je nog iets wilt uiten, dat er iets is dat je heel erg dwars zit en dat gezegd moet worden)

1479 betekenissen bevatten `iet`

  1. er is geen kruid tegen gewassen (=er is niets aan te doen)
  2. geen erger venijn dan kwade tongen. (=er is niets zo erg als dat men kwaad van je spreekt.)
  3. niet in de haak zijn (=er klopt iets niet)
  4. ieder huisje heeft zijn kruisje (=er mankeert overal wel iets)
  5. iemand het zwijgen opleggen (=er met niemand over mogen praten en niemand iets mogen vertellen)
  6. geen twee kapiteins op één schip (=er moet maar één persoon de leiding hebben, anders gaat het niet goed)
  7. er een kleine jongen bij zijn (=er niet aan kunnen tippen)
  8. er niet mee getrouwd zijn (=er niet aan vastzitten, er niet toe verplicht zijn)
  9. tussen wal en schip vallen (=er niet bij passen of genegeerd worden.)
  10. gezien worden als een rotte appel/kool bij een fruitvrouw/groenvrouw (=er niet erg welkom zijn)
  11. er wel pap van lusten (=er niet genoeg van kunnen krijgen)
  12. geen plaatje maken (=er niet geweldig uitzien)
  13. ergens gezien zijn als een rotte kool bij een groenvrouw (=er niet graag gezien zijn)
  14. je lol wel opkunnen (=er niet mee kunnen lachen)
  15. uit het oog verliezen (=er niet meer aan denken)
  16. in de knoop zitten (=er niet meer wijs uitraken - van slag zijn)
  17. er geen oog voor hebben (=er niet op letten)
  18. er niet over uit kunnen (=er niet over kunnen zwijgen, er zwaar door getroffen zijn)
  19. er geen peil op kunnen trekken (=er niet van op aan kunnen)
  20. er geen woorden aan vuilmaken (=er niets eens over spreken)
  21. er niet van kunnen meespreken (=er niets over weten)
  22. in het duister tasten (=er niets over weten, geen aanknopingspunten vinden)
  23. er zijn mond niet aan vuil maken (=er niets over willen zeggen)
  24. er het zwijgen toe doen (=er niets over zeggen)
  25. er geen laars van weten (=er niets van afweten)
  26. er geen hout van snappen (=er niets van begrijpen)
  27. boven de pet gaan (=er niets van begrijpen)
  28. er koksgast van blijven (=er niets van krijgen , er geen vooruitgang mee maken)
  29. er part noch deel aan hebben (=er niets van weten of niet aan deelgenomen hebben)
  30. het is niet koek en ei (=er ontbreekt iets aan de situatie)
  31. zoveel geven om iets als een boer om een kers (=er totaal niets om geven)
  32. je kunt van een kale kikker geen veren plukken (=er valt niets te halen bij iemand die niets heeft)
  33. van een kale kip kun je niet plukken (=er valt niets te halen bij iemand die niets heeft)
  34. elke gek heeft zijn gebrek (=er valt op iedereen wel iets aan te merken)
  35. feestelijk danken (=er voor danken maar het zeker niet aannemen)
  36. er voor piet snot bij zitten (=er voor niets bijzitten)
  37. er voor spek en bonen bij zitten (=er voor niets bijzitten)
  38. er oren naar hebben (=er wel iets in zien)
  39. geen rook zonder vuur (=er wordt niet over gepraat of er is wel iets van waar)
  40. geen boodschap aan iets hebben (=er zich niets van aantrekken)
  41. de schouders ophalen (=er zich niets van aantrekken - er niets over willen weten)
  42. er zijn vele wegen die naar Rome leiden (=er zijn meerdere manieren om iets te doen)
  43. op iets dood blijven (=erg belust op iets zijn (bv geld; gierig))
  44. een heilig boontje zijn (=erg braaf doen, maar niet altijd braaf zijn)
  45. van streek raken (=erg in de war door iets geraken)
  46. iets wikken en wegen (=erg lang over iets nadenken en alle voors- en tegens afwegen)
  47. vorderen als een luis op een teerton (=erg moeizaam opschieten)
  48. een gezicht als een oorwurm trekken (=erg ontevreden kijken (omdat er bijv. iets gedaan moet worden))
  49. door de ziel gaan (=erg pijnlijk of verdrietig zijn)
  50. uit de grond stampen (=erg snel iets opbouwen)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen