Spreekwoorden met `na`

Zoek


275 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `na`

  1. mijn naam is haas (=ik weet nergens van en wil er niks mee te maken hebben!)
  2. mosterd na de maaltijd (=een oplossing die te laat komt)
  3. na gedane arbeid is het goed rusten (=als een klus geklaard is kan men er tevreden op terug kijken)
  4. na mij de zondvloed (=dat is een probleem dat zich pas voordoet als ik er niet meer ben - het zal mijn tijd wel duren)
  5. na regen komt zonneschijn (=na een periode van tegenslag, komt er een betere tijd)
  6. na wat gepimpel, is de geest wat simpel (=na wat te hebben gedronken ben je meestal niet meer helder van geest)
  7. naai geen zakken met zijde (=verspil geen dingen aan iets wat niet wordt gewaardeerd)
  8. naar binnen spelen (=opeten)
  9. naar Canossa gaan (=zich aan een ander onderwerpen)
  10. naar de bar(re)biesjes gaan (=totaal verloren gaan zonder dat er iets van overblijft (bijv. een schip dat vergaat))
  11. naar de bekende weg vragen (=vragen naar hetgeen men al weet / Overbodig handelen)
  12. naar de Filistijnen (=reddeloos verloren / kapot)
  13. naar de haaien gaan (=ten onder gaan, zinken, zeer grote problemen krijgen en wellicht ophouden te bestaan)
  14. naar de heilige graal streven (=iets willen bereiken wat niet te bereiken is)
  15. naar de kabeljauwskelder (=schip wat gezonken is)
  16. naar de kelder gaan (=verongelukken (en met een schip: zinken))
  17. naar de maan lopen (=het wel mogen vergeten / weg moeten gaan)
  18. naar de maan reiken (=het onmogelijke willen doen)
  19. naar de mutsaard rieken (=iets klopt zeer niet (mutsaard = brandstapel) / verdacht worden van ketterij)
  20. naar de pen grijpen (=een brief schrijven)
  21. naar de pomp lopen (=ga weg!)
  22. naar het hoofd gooien/slingeren (=scherpe verwijten maken)
  23. naar het lek luisteren (=niets doen)
  24. naar iemands pijpen dansen (=(onderdanig) alles doen wat iemand vraagt)
  25. naar iets mogen kijken (=van iets moeten afblijven)
  26. naar iets talen (=ergens belangstelling voor hebben)
  27. naar iets vissen (=iets trachten te achterhalen)
  28. naar water snakken als een vis (=hevig verlangen naar iets)
  29. naar zijn hielen omzien (=aan vluchten denken)
  30. naar zijn meug eten (=zoveel eten als men lust)
  31. naar zijn woorden zoeken (=niet goed meer weten wat te zeggen)
  32. naast zijn schoenen lopen (=te veel eigendunk hebben)
  33. nakaarten heeft geen zin (=men moet niet doorgaan met zeuren over iets dat al geweest is)
  34. nattevingerwerk zijn / Met de natte vinger doen (=onnauwkeurig, overhaast of zonder de geschikte methode of middelen uitgevoerd werk)
  35. nattigheid voelen (=merken dat er iets niet klopt of iets niet goed gevonden wordt)
  36. niet over een nacht ijs gaan (=eerst nadenken voor men iets doet - geen risico`s nemen)
  37. nog nat(/ niet droog) achter de oren zijn (=nog uiterst onervaren zijn, zodat men er niet over mee kan praten)
  38. om over naar huis te schrijven (=erg bijzonder)
  39. op dat mes kun je naar Keulen rijden (=dat mes is erg bot)
  40. op een oor na gevild zijn (=bijna in orde zijn)
  41. op geen stukken na (halen) (=met grote achterstand iets niet halen)
  42. oud mal gaat bovenal (=hoe ouder hoe gekker)
  43. overdag hebben waar men `s nachts van droomt (=alles zomaar in de schoot geworpen krijgen)
  44. pappen en nathouden (=situatie min of meer ongewijzigd te laten zonder een beslissing te nemen of daadwerkelijk een probleem op te lossen)
  45. proberen is het naaste recht. (=je kunt iets altijd proberen.)
  46. rouwranden aan zijn nagels hebben (=zwarte randjes onder vingernagels hebben)
  47. te goeder naam en faam bekend staan (=bekend staan voor goede dingen)
  48. terug naar af (=begin maar weer opnieuw)
  49. terugverlangen naar de vleespotten van Egypte (=naar de goede tijden terugverlangen)
  50. titanenarbeid verrichten (=erg zwaar werk doen)

331 betekenissen bevatten `na`

  1. te woord staan (=luisteren naar en bereid zijn te spreken met)
  2. voor stoelen en banken praten (=maar weinigen die naar iemands verhaal luisteren)
  3. zo men zaait zo zal men oogsten (=men krijgt loon naar werken)
  4. waar het paard aangebonden is moet het vreten (=men moet zich naar de omstandigheden schikken)
  5. geld dat stom is, maakt recht wat krom is (=mensen kunnen door financiële bevoordeling ertoe gebracht worden om onrecht toe te laten)
  6. iemands hete adem in je nek voelen (=merken dat een ander je bijna inhaalt; opgejut of opgejaagd worden)
  7. op het hart drukken (=met de grootste nadruk zeggen)
  8. op het hart binden (=met de grootste nadruk zeggen)
  9. de violen stemmen (=met elkaar onderhandelen, naar compromissen zoeken)
  10. nieuwe messen snijden scherp (=met iets (iemand) nieuws is het aangenaam werken)
  11. met de nek aanzien (=met minachting behandelen)
  12. het eind zal de last dragen (=moeilijkheden en problemen komen vooral als het werk bijna af is)
  13. overstag gaan (=na aandringen/lang er mee wachten toegeven)
  14. aan gene zijde van het graf (=na de dood)
  15. als een feniks uit de as herrijzen (=na de totale vernietiging opnieuw opbouwen)
  16. iets rechtzetten (=na een fout deze goed maken)
  17. na regen komt zonneschijn (=na een periode van tegenslag, komt er een betere tijd)
  18. avondrood, mooi weer aan boord (=na een rode avondlucht volgt mooi weer)
  19. geliefdes kijven doet liefde bedrijven. (=na een ruzie tussen geliefden volgt liefde)
  20. zonder strijd, geen overwinning (=na grote inspanning wordt succes pas bereikt)
  21. de tijd heelt alle wonden (=na lange tijd zal de pijn vanzelf over gaan)
  22. met mist gaat de vorst in de kist (=na mist gaat het vaak dooien)
  23. mist heeft vorst in de kist. (=na mist gaat het vaak vriezen.)
  24. gewogen en te licht bevonden (=na onderzoek afgekeurd zijn)
  25. de tijd zal het leren (=na verloop van tijd is er bekend hoe het gegaan is)
  26. na wat gepimpel, is de geest wat simpel (=na wat te hebben gedronken ben je meestal niet meer helder van geest)
  27. geen hemd aan het lijf hebben (=naakt of erg arm zijn)
  28. in adamskostuum (=naakt, zonder kleren)
  29. onder de wol kruipen (=naar bed gaan)
  30. je naam eer aandoen (=naar behoren uitvoeren, precies doen wat men verwacht)
  31. te goeder trouw (=naar beste weten en eerlijk handelend)
  32. een frisse neus halen (=naar buiten gaan)
  33. terugverlangen naar de vleespotten van Egypte (=naar de goede tijden terugverlangen)
  34. hoge nood hebben (=naar de wc moeten)
  35. iets in de wind slaan (=naar een advies niet naar luisteren)
  36. er staat een beer aan het hek te rammelen. (=naar het toilet moeten)
  37. je penaten opzoeken (=naar huis gaan)
  38. je klompen wegbrengen/wegzetten (=naar huis gaan/sterven)
  39. iemand te woord staan (=naar iemand luisteren en uitleg geven)
  40. iemand gehoor geven (=naar iemand luisteren, gevolg geven aan zijn vraag)
  41. te kust en te keur (=naar keuze)
  42. het verstand komt met de jaren (=naarmate je ouder wordt, word je wijzer en verstandiger)
  43. onder de loupe nemen (=nader bekijken, aandachtig bestuderen)
  44. de zeug loopt met de tap weg (=nalatigheid is hier troef)
  45. een onbeschreven blad zijn (=nauwelijks bekend zijn)
  46. op de kop af (=nauwkeurig / precies, exact)
  47. een roepende in de woestijn zijn (=niemand die naar je wil luisteren (bij raad/waarschuwingen))
  48. van dik hout zaagt men planken (=niet al te nauwkeurig of zorgvuldig werken)
  49. voor geen geld of goede woorden (tot iets bereid zijn) (=niet bereid zijn tot iets, wat iemand ook ervoor biedt, en welke argumenten iemand ook naar voren brengt)
  50. niet verder zien/kijken dan je neus lang is (=niet goed nadenken wat de gevolgen van iets zijn)

50 dialectgezegden bevatten `na`

  1. noë mene lèste prei kos ich et aofbolle en den dop op gon (=na mijn laatste loon mocht ik het aftrappen en werd werkloos) (Munsterbilzen - Minsters)
  2. noë viël vaajve en zésse (=na veel trala-la) (Bilzers)
  3. Oe is da na toch va gods megelaik? (=hoe is het mogelijk) (Dendermonds)
  4. oe ist na mougelijk (=hoe is dat mogelijk) (Brussels)
  5. oe keu ta na gebeurn (=hoe is dat nu mogelijk) (Kaprijks)
  6. oe langer dak getrout zijn, hoe liever dak mijne oond zie (=na een lang huweliijk) (Lokers)
  7. oe zijë na uitgespeejt (=hoe ben je nu overeen gekomen) (Kaprijks)
  8. Oep zen effe zitte (=Geïnstalleerd zijn (vb na verhuis)) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  9. Op de dollerooi (=Iets zonder na te denken doen) (Steenwijks)
  10. op dn aaier (=ei eten na het stappen) (Bloals)
  11. op zen léste sjoen lope (=Op sterven na dood) (Bilzers)
  12. over schooftied (=werken na het werk) (Zeeuws)
  13. past a poer a na ma (=past uw paar u nu ma) (Hals)
  14. peist er maor ekièèr up (=denk er eens over na) (kortemarks)
  15. pinn'n: Mé wa komde na vé de pinn'n? (=Waarmee kom je nu op de proppen?) (Lebbeeks)
  16. ropt ui verstand ne kieë tuuëpe (=denk er eens grondig over na) (Waregems)
  17. saluu en de kost en die wiend vanachter: zegwijze die men iemand naroept die kwaad vertrekt na een ruzie (=Saluut en de kost en de wind vanachter) (Klemskerks)
  18. Schet na ne floere (= (Uiting van verbazing) ) (Veussels)
  19. skon blumkes als ze geplukt zin (=na een bevalling) (Helmonds)
  20. sloëp nogés ne naach triëver (=denk nog eens na) (Bilzers)
  21. snel gedoën en laot bedaach hèt meinigéén ènt leed gebraach (=denk eerst goed na voordat je praat / doet....) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. spelde ga na wa? (=ben je gek?) (Antwerps)
  23. Spreutn doen too teutn (=Bij winderigheid na het eten van spruitjes :) (Maldegems)
  24. stor weer, kouwe in de luch (=als het na warm weer winderig en koel wordt) (Nunspeets)
  25. t kump zoe na nie ! (='t hoeft niet zo precies !) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. t lochje sti moe ai (=na de regen) (Zeeuws)
  27. t nie lang etrook'n en (=na een korte ziekte overlijden) (Waregems)
  28. te laot de pèt gevüld, asset kaaf verdroenken ès (=berouw komt na de zonde) (Munsterbilzen - Minsters)
  29. te reke (vb. drie slagen) (=kort na elkaar (vb. drie slagen) ) (Waregems)
  30. tès na de kloëtn (=het is naar de vaantjes) (Opwijks)
  31. tes vandiese van de lege portemonnees (=na de kermis hebben de mensen geen geld meer.) (Zottegems)
  32. tis allemaol geschete en geloge (=het ene verzinsel na het andere) (Oudenbosch)
  33. tis stil atnie waait (=als iemand na stilte ineens iets zegt) (Oudenbosch)
  34. tkump zoe na nimei, oer fortuun ès toch al gemok (=het steekt zo nauw niet meer, alles voor jou is toch al in kannen en kruiken) (Munsterbilzen - Minsters)
  35. tsjiep-tsjiep-tjoole, de katte ga na schoole (=huilend-kinder-plaagrijmpje) (Maldegems)
  36. Tstik zoe na ni (=Het komt zo nauw niet) (Horpmaal)
  37. Uut vel verzoepen . (=Een borrel na de begrafenis.) (Twents)
  38. Vaage na Paase (=Vijgen na Pasen) (Sint-Katelijne-Waver)
  39. vaeg zëne mond aof eiste get zèks (=denk 2x na voor je wat zegt!) (Munsterbilzen - Minsters)
  40. vaeg zëne mond iës aof vërdat ste get zèks (=denk 2 x na voor je domme uitspraken doet) (Munsterbilzen - Minsters)
  41. vaeg zëne mond ins aof eiste kals (=denk even na alvorens te spreken) (Munsterbilzen - Minsters)
  42. Van 'n beenhoursraas terugkommen (=na een verplaatsing voor een gesloten deur staan) (Bevers)
  43. van zien hâkke zulle ze gein relekwieje sni-jje (=zeggen ze van iemand die gestorven is na een niet zo frisse levenswandel) (Weerts)
  44. vansgelijke (=repliek na het krijgen van nieuwjaarswensen) (Waregems)
  45. vèegen noa poasen (=mosterd na de maaltijd) (Wichels)
  46. verschete as botermêllek (=bleek worden na een onverwachte mededeling) (Weerts)
  47. verskòondersgoed, opknappersgoed (=schone kleren voor na het werk) (Westfries)
  48. vis wil swemm'n (=na het eten van een visje een drankje nemen) (Westerkwartiers)
  49. Wa diest na meja jom (=wat is er met jou aan de hand) (Turnhouts)
  50. wa ri ke ki kie? ri ke kik na kak oef kak ke kik ie na? (=wat ruik ik hier nu, ruik ik hier nu kak of kak ik hier nu?) (Bornems)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen