Spreekwoorden met `en`

Zoek


4781 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `en`

  1. als een bok op de haverkist (=wakend om de gelegenheid niet te laten voorbijgaan)
  2. als een donderslag bij heldere hemel (=een onverwachte gebeurtenis, die een grote schok teweeg brengt)
  3. als een feniks uit de as herrijzen (=na de totale vernietiging opnieuw opbouwen)
  4. als een furie tekeergaan (=in razende woede tekeergaan)
  5. als een kip zonder kop (=zonder beraad, onbesuisd)
  6. als een lam ter slachtbank geleid worden (=weerloos zijn)
  7. als een lier (=zeer goed)
  8. als een lopend vuurtje (=zich snel verspreidend (van een bericht of nieuwtje))
  9. als een luis in iemands pels zijn (=iemand voortdurend in de weg lopen. Iemand tegenwerken)
  10. als een luis op een teerton (=vorderen als een luis op een teerton: niet opschieten)
  11. als een marmot (=slapen als een marmot : diep, rustig)
  12. als een muis in de val zitten (=geen uitweg meer hebben)
  13. als een nachtkaars uitgaan (=in een gestaag tempo minder worden en eindigen)
  14. als een olifant in de porseleinkast (=buitengewoon onvoorzichtig of tactloos)
  15. als een pareltje in het goud zitten (=zich tussen aangename personen (buren) bevinden)
  16. als een pijl uit de boog (zijn) (=snel vertrekken)
  17. als een pilaarheilige (=onbeweeglijk, stijf)
  18. als een slak op een teerton (=erg traag zijn)
  19. als een snoek op zolder (=totaal uit zijn element)
  20. als een spin in het web (=de persoon of organisatie waar alles om draait)
  21. als een tang op een varken passen/sluiten (=niet bij elkaar passen)
  22. als een tang op een varken slaan (=iets heeft totaal niets met een besproken onderwerp te maken)
  23. als een vis op het droge (=iemand die zijn draai niet kan vinden of daar niet thuis hoort)
  24. als een vlag op een modderschuit (=dat is veel te mooi voor die situatie)
  25. als een warm mes door de boter (=als iets erg makkelijk of geleidelijk gaat)
  26. als een zoutpilaar (=onbeweeglijk, stijf)
  27. als er één schaap over de dam is, volgen er meer (=als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven anderen ook wel)
  28. als hadden geweest is, is hebben te laat. (=niet zeuren over gedane zaken)
  29. als hamerstuk behandelen (=het voorstel zonder discussie aannemen)
  30. als haringen in een ton zitten (=zich erg dicht op elkaar bevinden)
  31. als het geen broertje is dan is het een zusje. (=het is één of het ander)
  32. als het geld op is, is het kopen gedaan (=zonder liquide middelen zijn er geen uitgaven meer mogelijk)
  33. als het hek van de dam is lopen de varkens in het koren (=als er geen toezicht is springen kinderen of ondergeschikten uit de band)
  34. als het hemd scheurt dan heeft het een gat (=wees niet vooraf al nodeloos bezorgd)
  35. als het huis volbouwd is breekt men de steigers af (=als het doel bereikt is, vergeet men de helpers)
  36. als het in de kajuit regent ,druipt het in de hut (=als de baas problemen heeft, krijgen ook de ondergeschikten hun deel)
  37. als het kalf verdronken is dempt men de put (=pas als het te laat is, neemt men maatregelen)
  38. als het kind maar een naam heeft (=passend of niet, je moet het kunnen noemen (een naam geven))
  39. als het melk regent, staan mijn schotels omgekeerd (=wanneer ergens iets voordeligs te verkrijgen valt, loop ik het steevast mis)
  40. als het regent in mei, is april voorbij (=spreekwoord dat de spot drijft met spreekwoorden die open deuren intrappen)
  41. als het schip lek is, gaan de ratten van boord. (=als het verkeerd loopt, laten valse vrienden je in de steek)
  42. als het tij verloopt verzet men de bakens (=men moet zich aan de omstandigheden aanpassen)
  43. als het varken zat is, gooit het de bak om. (=gezegd als iemand geen dankbaarheid toont)
  44. als het voeten heeft (=als de omstandigheden gunstig zijn)
  45. als Hollands welvaren (=blakend van gezondheid)
  46. als honden konden bidden zou het kluiven regenen (=als is een niet ter zake doende opmerking)
  47. als Ieren en Britten op één land (=twee aartsvijanden in één ruimte)
  48. als ik ze niet hoef te hoeden laat ik de ganzen ganzen zijn (=ik bemoei me niet met andermans zaken als het niet hoeft)
  49. als je alles van tevoren weet, ga je liggen voor je valt (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
  50. als je alles van tevoren wist, dan kwam je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))

4782 betekenissen bevatten `en`

  1. als de maan vol is schijnt ze overal (=als iemand gelukkig is, kan iedereen dat zien)
  2. eens gezegd, blijft gezegd (=als iemand iets belooft moet die dat ook uitvoeren)
  3. dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
  4. dun door de broek lopen. (=als iets niet mee zal vallen)
  5. uitlekken (=als iets ongewenst publiekelijk bekend wordt)
  6. lieg ik, dan lieg ik in commissie (=als ik niet de waarheid vertel komt dat omdat ik niet beter weet of vertel wat anderen vertellen)
  7. als honden konden bidden zou het kluiven regenen (=als is een niet ter zake doende opmerking)
  8. je kan niet alle meisjes haten om één (=als je bent getrouwd wilt dat niet zeggen dat vrouwen je niet meer interesseren)
  9. wie zijn ogen sluit, waant zich in Rome (=als je de realiteit negeert, ben je niet bewust van wat er werkelijk gaande is.)
  10. botten blijven platvis (=als je dom bent dan blijf je dat)
  11. laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet (=als je een ander geld geeft kun je dat beter stilhouden want anderen hoeven het niet te weten)
  12. wie kaatst kan/moet de bal verwachten (=als je een ander plaagt, kun je verwachten dat die jou terug gaat plagen)
  13. gedeeld geheim, verloren geheim. (=als je een geheim doorvertelt is het geen geheim meer)
  14. een pakje wordt een zakje. (=als je een probleem niet aanpakt kan het zich uitbreiden en erger worden.)
  15. wie a zegt moet ook b zeggen (=als je eenmaal ergens aan begonnen bent, moet je het ook afmaken)
  16. een zuiver geweten is het beste oorkussen. (=als je eerlijk bent slaap je gerust)
  17. wie scheep is moet varen (=als je ergens aan begonnen bent moet je er mee voortdoen)
  18. kunst baart gunst. (=als je ergens bedreven in bent zijn anderen toegevender en welwillender)
  19. genoeg voor een heel weeshuis. (=als je ergens heel veel van hebt)
  20. gaan doet komen (=als je ergens moeite voor doet komen dingen ook jouw kant op)
  21. wie het dichtst bij het vuur zit, warmt zich het meest (=als je ergens nauw bij betrokken bent, geniet je het meeste voordeel ervan)
  22. opgestaan is plaats vergaan (=als je even wegloopt kan iemand anders op je stoel gaan zitten)
  23. wie niet wil, die niet zal (=als je geen interesse hebt, moet je er ook geen deel van uitmaken)
  24. grijze haren zijn kerkhofsbloemen (=als je grijze haren krijgt, ben je niet zo ver van het kerkhof)
  25. wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
  26. wie zwijgt, stemt toe (=als je het ergens niet mee eens bent, moet je het zeggen)
  27. mejen kan geen paard al lopende beslaan. (=als je het werk goed wil doen, moet je er de tijd voor nemen)
  28. een spiering is vis als er anders niet is (=als je honger hebt, ben je niet kieskeurig / bij gebrek aan beter)
  29. elke dag een draadje is een hemdsmouw in een jaar (=als je iedere dag een beetje doet komt het karwei uiteindelijk klaar)
  30. allemans vriend is allemans gek. (=als je iedereen te vriend wil houden, zal men misbruik van je maken.)
  31. als je hem een vinger geeft, neemt hij de hele hand (=als je iemand een beetje helpt, wil diegene altijd je hulp)
  32. belofte maakt schuld (=als je iets beloofd hebt moet je dat ook nakomen)
  33. ongevraagd, ongeweigerd (=als je iets doet waarvoor geen toestemming is gevraagd kan het achteraf niet meer geweigerd worden omdat het al gebeurd is)
  34. wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten (=als je iets doms doet, moet je de gevolgen dragen (liefst zonder klagen))
  35. waar een wil is is een weg (=als je iets echt wilt, dan zul je ook slagen /de weg vinden naar je doel)
  36. een man een man, een woord een woord (=als je iets hebt beloofd, dan moet je je daar ook aan houden)
  37. je woorden worden weer thuisgebracht. (=als je iets negatiefs zegt kan dat leiden tot negatieve gevolgen voor jezelf)
  38. van uitstel komt afstel (=als je iets niet meteen doet, loop je het risico dat het nooit meer gebeurt)
  39. uitstel is geen afstel (=als je iets uitstelt wil dat nog niet zeggen dat je het nooit meer gaat doen)
  40. jong te paard, oud te voet (=als je in je jeugd erg wordt verwend, krijg je het later erg moeilijk)
  41. in de nood eet de duivel vliegen. (=als je in nood verkeert, stel je je tevreden met dingen die je anders zou weigeren.)
  42. wee de wolf die in een kwaad gerucht staat (=als je je goede naam verliest is die haast niet terug te winnen)
  43. die in het voorjaar niet zaait, in het najaar niet maait. (=als je jong bent moet je sparen voor je eigen oude dag)
  44. hoop doet leven (=als je kan hopen op betere tijden, dan krijg je toch weer levenslust / zo lang je nog hoop hebt zijn er ook nog mogelijkheden)
  45. een goed gelaat is de beste geleidebrief. (=als je knap bent krijg je veel voor elkaar)
  46. wie een hond wil slaan, vindt altijd wel een stok (=als je kritiek wil hebben op iemand, vind je altijd wel een reden)
  47. alle havens schutten wind (=als je meedoet deel je mee in de winsten)
  48. veel varkens maken de spoeling dun (=als je met veel bent, moet je ook met veel delen)
  49. gereed geld dingt scherp. (=als je meteen betaalt gaat de verkoop sneller)
  50. waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)

50 dialectgezegden bevatten `en`

  1. 't vleis veur de roet'n en de botten op bedde (=al het geld uitgeven aan uiterlijk vertoon) (Staphorsts)
  2. 't vrus deur linnen en wollen (=Het vriest dat het kraakt) (Giethoorns)
  3. 't was doar en oar in de butter (=daar was een meningsverschil) (Veurns)
  4. 't was eev'm paaz'n en meet'n (=dat paste er maar net in) (Westerkwartiers)
  5. 't was lik en oedewuufs kerkgank (='t Was een saaie bedoening) (Veurns)
  6. 't wordt me groen en geel veur d' oog'n (=ik begrijp er helemaal niets meer van) (Westerkwartiers)
  7. 't zè speelvogels (=ze lachen en schertsen graag) (Sint-Niklaas)
  8. 't Zen lappen poepe me ne floore (='t Een en 't ander) (Mechels (BE))
  9. 't zit aalmoal ien kann'n en kruuk'n (=het is allemaal al geregeld) (Westerkwartiers)
  10. 't zweeëtn en (=de dupe zijn, gesnapt zijn) (Veurns)
  11. 't zwore wark mu-j peerd loatn doe en veur 't lichte mu-j oe waren. (=oppassen dat je niet te veel doet) (Vechtdals)
  12. 'tès ammel get, zaag Bet, en ze hoch twei jing on één T. (=het is beter op iemand dan op niemand te moeten wachten) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. 'tis keremisse in delle (=Het regent en de zon schijnt) (Maldegems)
  14. 'tis moar nen bruinen (=Als de zon zich niet laat zien en het weer overtrokken en regenachtig is) (Lokers)
  15. 'tzijn eichenrechtsweirts van mekandere (=het zijn neven en nichten van elkaar) (Sint-Laureins)
  16. 'Wil niet' niet lig op 't kaarkhof en 'kan niet'lig er naost (=Proberen en niet klagen) (Giethoorns)
  17. ‘k en kannet toch nie gerieken (=ik kan het toch niet weten) (Meers)
  18. ‘k en zou da wijf nog nie willen poepen mee nen dorme van 7 meter (=Ik vind die vrouw afstotelijk) (Brakels)
  19. ‘t was langs de veurdeur binnen en langst d’achterdeur verrom nor buit'n (=zeer kort bezoek) (Meers)
  20. ’t es doer aul krot en compagnie (=arm huisgezin) (Meers)
  21. ’t és gedroeëtj en gesketen zé voeër (=hij is het evenbeeld van zijn vader) (Meers)
  22. "Kwa"zei bure en ze bleef nog un ure (=Ik ga, zei de buurvrouw en ze bleef uur) (Zeeuws)
  23. "Vuile plékke, Neuske trékken" en dit werd dan ook daadwerkelijk gedaan (=Over vlekken maken) (Lokers)
  24. ' n Niêver wiêf en ' n niêver hin, bringe booter int vaat en ei-jer op d' n din (=Een hard werkende vrouw wordt gewaardeerd) (Weerts)
  25. ' ne Boor en e vêrke knorre altiêd (=Boeren klagen altijd) (Weerts)
  26. ' t en massant niet (=het geeft niet, maakt niets uit) (Brakels)
  27. ' t es van osta spoedja gedoeën (=kunst- en vliegwerk) (Ninoofs)
  28. ' t es wat te zegge asje mét aoj wiêver motj gaon egge; ze verrékke det ze trékke, ze houwe en ze slaon en asje saovus toês kotj, hejje nog niks gedaon (=een wat oudere vrouw laat niet met zich sollen) (Weerts)
  29. ' t ging bij ' em ' t ene oor ien en ' t aaner oor uut (=hij luisterde niet met aandacht) (Westerkwartiers)
  30. ' t heur' n en zegg' n vergijt je hier (=wat is het hier een kabaal) (Westerkwartiers)
  31. ' t is alted iets, en ut so we zen es ut nie zo was (=Het is altijd iets, en het zou wat zijn als het niet zo was) (Dunges)
  32. ' t is niet altied rozegeur en moaneschien (=het is niet altijd liefde en geluk) (Westerkwartiers)
  33. ' t oog' in ze boll' èn (=aan grootheidswaanzin lijden) (Veurns)
  34. ' tis weer kook en eij (=vriendschap herstellen) (Opglabbeeks)
  35. a ee zèn tong verloren (=hij zwijgt en geen antwoord geeft op een vraag) (Meers)
  36. a eet er mor vier en nen beezekoek (=hij is niet erg slim) (Meers)
  37. a èèt er mur drou en nen bezekoek (=hij heeft ze niet allemaal op een rijtje) (Meers)
  38. A ei en ètteke van pontkoek (=Hij heeft een hart van peperkoek) (Mechels (BE))
  39. a ès op zèbre kop gevall'n en blijven bosj'n (=hij is stapelzot) (Meers)
  40. a gebreike èn iehre haage ès gee teeke van aermoei. (=oude gebruiken in ere houden is geen teken van armoede) (Genker)
  41. a go bè jan en allemaun (=hij gaat bij iedereen) (Meers)
  42. a kwam in (mee) en arrasje afgeleupen (=Hij kwam woedend afgelopen) (Ninoofs)
  43. a vloog mè mé gieël zénnen battaklang buiten (=hij vloog met zijn hebben en houden buiten) (Meers)
  44. a wet van giën out plaanke moake (=hij heeft niets en weet niet meer wat te beginnen) (Antwerps)
  45. a zitj op de zille van de veerdeer (=nog een week wachten en het is aan ons) (Ninoofs)
  46. A-j ' t platte van de voeten maar onder joe ollen (=Blijf met de voeten op de grond staan wees verstandig en nuchter blijven) (Giethoorns)
  47. A-j de pepert en de roepert maar eupen ollen (=Gezond blijven) (Giethoorns)
  48. A-j de poeperd en de roeperd maar eupen olln (=Gezond blijven) (Giethoorns)
  49. A'j om t geald trouwd bint, he'j ne koo in n stal en n vearkn in berre! (=Als je om het geld bent getrouwd heb je een koe in de stal en een varken in bed.) (Twents)
  50. a'k noar oew kieke, en ieje noar mi-j, dan kieke wi-j mekare an. (=elkaar aankijken) (Vechtdals)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen