Spreekwoorden met `ak`

Zoek


370 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ak`

  1. iemand blij maken met een dode mus (=iemand iets goeds in het vooruitzicht stellen, dat uiteindelijk waardeloos zal blijken te zijn)
  2. iemand de zak geven (=iemand ontslaan)
  3. iemand die behoorlijk kan uitpakken (=iemand die ongeremd zijn toorn kan uiten)
  4. iemand een hak zetten (=met iemand een gemene streek uithalen)
  5. iemand een kopje kleiner maken (=iemand vermoorden)
  6. iemand een poets bakken (=een grap met iemand uithalen)
  7. iemand ergens voor warm maken (=iemands interesse voor iets opwekken)
  8. iemand het hof maken (=aardig tegen iemand doen in de hoop aardig gevonden te worden)
  9. iemand het nakijken geven (=iemand verslaan of achterlaten.)
  10. iemand iets diets maken (=iemand iets wijs maken)
  11. iemand kunnen maken en breken (=de mogelijkheid hebben te beslissingen over iemands leven en dood en welbevinden)
  12. iemand op de hak nemen (=iemand er tussen nemen (grap uithalen) of spottend over iemand praten)
  13. iemand uitmaken voor rotte vis (=iemand uitschelden voor alles wat mooi en lelijk is)
  14. iemand van kant maken (=iemand doden)
  15. iemand verlakken (=iemand onwaarheden wijs maken of bedriegen)
  16. iemand warm maken (=iemands interesse opwekken)
  17. iemand wel achter het behang kunnen plakken (=iemand heel vervelend vinden, waardoor je het liefst even helemaal niets meer met hem of haar te maken zou willen hebben)
  18. iemand zwart maken (=lelijke dingen over iemand vertellen)
  19. iets aan de kaak stellen (=bekend maken wat niet in orde is)
  20. iets in de pan hakken (=volledig verslaan)
  21. iets soldaat maken (=iets openmaken en helemaal opeten)
  22. iets te verhakstukken hebben (=nog iets met iemand te bespreken hebben, nog iets te doen hebben)
  23. ik maak een platvis van je (=iemand dreigen in elkaar te slaan)
  24. ik zal je krakepitten (=ik zal je krijgen!)
  25. in de pan hakken (=volledig verslaan)
  26. in de piepzak zitten (=geen oplossing weten, Bang zijn voor de gevolgen)
  27. in goede dorpen zijn/geraken (=genoeg verdiend hebben om niet meer te hoeven werken)
  28. in het achterschip geraken (=in zaken achteruit gaan)
  29. in het zakje blazen (=een ademtest ondergaan)
  30. in iemands zakken zitten (=iemand plagen)
  31. in iemands zwak tasten (=iemand op een gevoelige plek raken)
  32. in zak en as zitten (=terneergeslagen zijn (oorspronkelijk: Joodse rouw))
  33. in zijn zak hebben (=iemand goed kennen, iets helemaal begrijpen, iets voor elkaar hebben)
  34. in zwang komen / raken (=iets wordt een modeverschijnsel)
  35. je (te) sappel maken (=je (te) druk over iets maken)
  36. je als een kat in een vreemd pakhuis voelen (=je ergens niet thuis voelen)
  37. je bivak opslaan (=ter plaatse blijven)
  38. je doet de boter in de pan, maar bakt er niks van (=denken dat je iets begrijpt, terwijl je dat niet doet)
  39. je druk maken over (=je kwaad maken om, je aantrekken van)
  40. je er met jantje-van-leiden afmaken (=onzorgvuldig zijn en weinig aandacht aan het werk besteden)
  41. je gal spuwen/uitbraken (=iets afkeuren en dat duidelijk laten merken)
  42. je gemak houden (=niet te veel werk doen, niet kwaad worden)
  43. je geradbraakt voelen (=erg moe zijn en diverse pijnen hebben)
  44. je huiswerk maken (=de liefde bedrijven)
  45. je kaken roeren. (=goed eten of praten.)
  46. je kan beter naar de bakker dan naar de apotheker gaan. (=eten is gezond, de apotheker bezoek je als je ziek bent.)
  47. je kan geen omelet maken zonder eieren te breken (=soms moet men iets verliezen om een hoger doel te bereiken)
  48. je kan het dak op (=jouw wens wordt niet gehonoreerd)
  49. je neus in andermans zaken steken (=zich bemoeien met zaken die je niet aangaan)
  50. je ogen in je zak hebben (=zelfs het meest opzichtige niet zien)

630 betekenissen bevatten `ak`

  1. er van langs krijgen (=erge straf krijgen, al dan niet met een pak slaag)
  2. iets in de vingers hebben (=ergens ervaring en deskundigheid over hebben opgebouwd, waardoor men met grote kwaliteit en zonder fouten te maken, zich hiermee bezig kan houden)
  3. ergens kind aan huis zijn (=ergens graag en vaak gezien zijn)
  4. er gezoden en gebraden liggen. (=ergens heel vaak zijn)
  5. door de knieën gaan (=ergens met tegenzin mee akkoord gaan)
  6. een vreemdeling in Jeruzalem zijn (=ergens niet bekend zijn met de gang van zaken of zich ergens niet thuis voelen)
  7. dat raakt mijn koude kleren niet (=ergens niets mee te maken hebben en zich niet voor interesseren)
  8. niet op mijn weg liggen (=ergens niets mee te maken hebben of niet mee willen bemoeien)
  9. de draak met iets steken (=ergens niets van geloven en er grapjes over maken)
  10. aan iets blijven hangen (=ergens verstrikt in raken, ermee bezig blijven)
  11. iets uit de eerste hand hebben (=ergens zelf bij zijn geweest of hebben gehoord van iemand die het zelf heeft meegemaakt)
  12. bot vangen (=ernaast pakken, het niet krijgen)
  13. je hart vasthouden (=ernstig zorgen maken, bang zijn dat het mis gaat)
  14. er over oordelen als een blinde over de kleuren (=erover oordelen zonder kennis van zaken)
  15. het zinkende schip verlaten (=ervandoor gaan als de zaak misgaat)
  16. een oude vogel is niet licht te vangen. (=ervaren mensen laten zich niet makkelijk foppen.)
  17. een oude rat vindt licht een gat. (=ervaren mensen weten vaak een oplossing te vinden)
  18. er de angel uittrekken (=ervoor zorgen dat iets minder gevaarlijk wordt door het meest gevaarlijke deel onschadelijk te maken; iets minder pijnlijk maken)
  19. een vrouw zonder man is als een vis zonder fiets (=feministische uitspraak)
  20. leergeld betalen (=fouten maken tijdens het leren)
  21. voor elkaar boksen (=gedaan krijgen, in orde maken)
  22. waar de boom gevallen is, blijft hij liggen (=gedane zaken nemen geen keer)
  23. geen katje om zonder handschoenen aan te pakken (=geen gemakkelijk persoon)
  24. dweilen met de kraan open (=geen kans op succes hebben, omdat men de symptomen bestrijdt zonder de oorzaak aan te pakken)
  25. te groot voor een servet en te klein voor een tafellaken (=geen kind meer, maar nog te jong voor volwassen zaken)
  26. aan mijn nooit niet (=geen sprake van)
  27. pas op de plaats maken (=geen voortgang maken. Geen groei of ontwikkeling doormaken)
  28. altijd de oude knecht blijven (=geen vorderingen maken (ook geen achteruitgang))
  29. wie dan leeft, wie dan zorgt (=geen zorgen maken over de toekomst)
  30. aan de strijkstok blijven hangen (=geld dat aan een goed doel wordt besteed verdwijnt voor een groot deel bij mensen die oneerlijke onkosten maken)
  31. geld verzoet de arbeid (=geld dat je krijgt maakt het harde vervelende werk weer goed)
  32. een gat in zijn hand hebben (=geld te gemakkelijk uitgeven)
  33. het is licht dansen op andermans vloer. (=geld van anderen uitgeven is makkelijk.)
  34. op de kaart zetten (=gemaakt tot iets waar rekening mee gehouden wordt.)
  35. de schapen scheren (=gemakkelijk grote winsten maken)
  36. een fijne neus hebben (=gemakkelijk iets ontdekken, snel iets aanvoelen)
  37. praten als Brugman (=gemakkelijk mensen kunnen overtuigen en vlot en boeiend kunnen vertellen)
  38. in de aanslag brengen (=gereedmaken)
  39. waar de klok luidt, daar is een kapel. (=geruchten hebben vaak een kern van waarheid)
  40. gestolen goed gedijt niet (=gestolen zaken brengen nooit voordeel)
  41. met beslagen paarden op het ijs komen. (=goed voorbereid zijn voor zijn taak)
  42. van wanten weten (=goed weten hoe men iets moet aanpakken)
  43. het beste paard van stal wordt overgeslagen (=grappige uitspraak wanneer iemand overgeslagen wordt)
  44. een goede beurt geven (=grondig reinigen, grondig aanpakken)
  45. visserslatijn (=grootspraak)
  46. dood en verderf zaaien (=grote schade of vernietiging veroorzaken.)
  47. heb je het ooit zo zout gegeten (=heb je het ooit zo straf meegemaakt)
  48. een eitje (=heel gemakkelijk)
  49. geen veer van de mond kunnen blazen (=heel zwak zijn, heel arm zijn)
  50. averechts uitpakken (=helemaal verkeerd aflopen. Tegengesteld uitpakken)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen