Spreekwoorden met `ol`

Zoek


212 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ol`

  1. men vindt geen molenaar of hij at gestolen koren. (=ieder zoekt zijn voordeel, ook al is het ten koste van anderen.)
  2. met de mond vol tanden staan (=niet weten wat je moet zeggen / ergens versteld van staan)
  3. met de wolven (in het bos) huilen (=doen wat de meerderheid doet)
  4. met een dood kalf is het goed sollen (=men kan gerust wat proberen met iets dat al verloren is)
  5. met een zwarte kool aangetekend staan (=ongunstig bekend staan)
  6. met molentjes lopen (=in de war zijn, niet goed bij het verstand zijn)
  7. met onbevaren volk is het slecht zeilen (=met onervaren mensen is het moeilijk werken)
  8. met zijn hoofd in de wolken (=zo gelukkig, blij zijn dat je niet goed oplet)
  9. niet volgens Lucas. (=niet controleren of iets wel klopt)
  10. olie drijft boven (=de waarheid komt aan het licht)
  11. olie op de golven gieten/gooien (=de gemoederen kalmeren)
  12. olie op het vuur gooien (=een situatie verergeren)
  13. onder de schoenzolen schrijven (=ergens niets van terecht komen)
  14. onder de wol kruipen (=naar bed gaan)
  15. op de voet volgen (=stap voor stap volgen)
  16. op dezelfde golflengte zitten (=het grotendeels eens zijn)
  17. op een papieren zoldertje lopen (=grote risico`s nemen)
  18. op een volle buik staat een vrolijk hoofd. (=een volle buik brengt een blij en tevreden humeur.)
  19. op hete kolen zitten (=ongeduldig zijn)
  20. op hete/gloeiende kolen zitten (=ongeduldig wachten / veel haast of spanning hebben)
  21. op je achterste zolder jagen (=beledigen, bang maken)
  22. Poolse landdag (=een wilde, ongeregelde bijeenkomst)
  23. poolshoogte nemen (=zich vooraf informeren over de situatie)
  24. ruwe bolster, blanke pit (=ziet er sterk uit, maar heeft een goed hart)
  25. scheer de schapen als ze wol hebben (=niet tegen elke prijs voordeel willen nastreven)
  26. struisvogelpolitiek (=het negeren of ontkennen van een probleem in de hoop dat het vanzelf verdwijnt.)
  27. tegen windmolens vechten (=tegen irreëele gevaren/zaken vechten)
  28. tweede viool spelen (=een ondergeschikte rol spelen.)
  29. uit de bol gaan (=uitbundig vieren)
  30. uit de school klappen (=iets vertellen wat men niet mag zeggen)
  31. uit een olievat zal men geen wijn tappen. (=verwacht geen goede dingen van slechte mensen)
  32. uit z`n rol vallen (=tijdens het spelen iets zeggen of doen wat niet bij de rol hoort)
  33. van december tot maart is de schol de pan niet waard (=platvis moet je in de zomer eten)
  34. van een mug een olifant maken (=van een klein probleem onnodig een groot probleem maken, erg overdrijven)
  35. veel geblaat/geschreeuw maar weinig wol (=veel woorden hebben maar in de praktijk komt daar weinig van terecht)
  36. veel geschreeuw maar weinig wol. (=veel drukte om niets)
  37. vol gas geven (=het zo snel mogelijk doen verlopen)
  38. volente deo (=zo god het wil) (Latijn)
  39. volgens Bartjens (=de allereenvoudigste rekenstof (als referentie aan onderwijzer Willem Bartjens die een bekend rekenboekje schreef))
  40. volgens de regels der kunst (=zoals het hoort)
  41. volgens het boekje (=overeenkomstig de theorie of overeenkomstig de voorschriften)
  42. volle krop, dolle kop. (=dronken mensen doen gekke dingen)
  43. voor de kat zijn viool iets hebben gedaan (=een zinloze inspanning hebben geleverd)
  44. vurige kolen op iemands hoofd stapelen (=iemand een groot schuldgevoel geven door hem onverdiende lof of vriendelijkheid te geven.)
  45. vurige kool op iemands hoofd stapelen (=iets goeds doen voor een vijandig persoon)
  46. waar het hart vol van is, loopt/vloeit/stroomt de mond van over (=waar men heel erg mee bezig is, daar wil men over praten)
  47. wee de wolf die in een kwaad gerucht staat (=als je je goede naam verliest is die haast niet terug te winnen)
  48. wel onder zijn zolen kunnen schrijven (=wel mogen vergeten)
  49. werken als een molenpaard (=hard werken)
  50. werken zolang het dag is (=werken zo lang iemand kan)

211 betekenissen bevatten `ol`

  1. strak houden (=streng opvolgen - weinig toelaten)
  2. goed boeren / goed geboerd hebben (=succesvol geweest zijn, vooral financieel)
  3. een haastige hond werpt blinde jongen. (=te snel of impulsief handelen heeft slechte gevolgen)
  4. te diep in het glaasje kijken (=te veel alcohol drinken en daardoor erg dronken zijn)
  5. aan Bacchus offeren (=te veel alcoholhoudende drank nuttigen)
  6. veel koks bederven/verzouten de brij (=te veel verschillende raad volgen kan schadelijk zijn)
  7. uit z`n rol vallen (=tijdens het spelen iets zeggen of doen wat niet bij de rol hoort)
  8. aan zijn snoer rijgen (=tot volgeling maken)
  9. in het land der blinden is eenoog koning (=tussen dommeriken volstaat een klein beetje verstand om baas te zijn)
  10. zo Hollands als haring met uitjes (=typisch Hollands)
  11. in zulk water vangt men zulke vissen (=van dat slag volk mag men dat verwachten)
  12. in zulke vijvers vangt men zulke vissen (=van dat slag volk mag men dat verwachten)
  13. voor galg en rad opgroeien (=vanaf de jeugd een levenspad volgen dat later waarschijnlijk naar criminaliteit leidt)
  14. in hart en nieren (=vanuit volle overtuiging)
  15. die wijn drinkt kweekt luizen. (=veel alcohol drinken maakt je arm)
  16. veel noten op zijn zang hebben (=veel eisen en wensen waaraan voldaan moet worden)
  17. een potje bij hen kunnen breken (=veel getolereerd worden)
  18. met blindheid geslagen zijn (=verblind zijn, volkomen gebrek hebben aan inzicht)
  19. per acquit (=voldaan)
  20. ruim baan maken (=voldoende plaats maken)
  21. allemans raad is allemans zot. (=volg niet blindelings het advies van iedereen)
  22. testantibus actis (=volgens de akten)
  23. de jure et de facto (=volgens het recht en de feiten)
  24. ex cathedra (=volgens uitspraak van het hoogste gezag (meestal de paus))
  25. tot het gaatje gaan (=volhouden)
  26. uit het jaar nul (=volkomen ouderwets, achterhaald, uit de mode)
  27. van de hoed en de rand weten (=volledig geïnformeerd zijn)
  28. lijnrecht tegenover iets staan (=volledig het omgekeerde zijn of denken)
  29. in de soep lopen (=volledig mislukken (van een plan))
  30. iets in de pan hakken (=volledig verslaan)
  31. in de pan hakken (=volledig verslaan)
  32. je rolletje laten aflopen (=volop genieten)
  33. om de dooie dood niet (=volstrekt niet, in geen geval, al kost het me mijn leven)
  34. je lijn vasthouden (=voortgaan volgens de vanaf het begin gehanteerde aanpak)
  35. van verre liegt men veel. (=vreemden kunnen makkelijk liegen omdat het niet te controleren is)
  36. beter een goede buur dan een verre vriend (=vriendschap op afstand is minder waardevol)
  37. leven in de brouwerij brengen (=waar het rustig is activiteit, vrolijkheid of drukte inbrengen)
  38. waar je u tegen zegt (=wat absoluut de moeite waard is)
  39. wie zijn gat brandt, moet op de blaren zitten (=wie een risico neemt, moet de gevolgen dragen)
  40. de heler is net zo goed als de steler (=wie gestolen goed koopt is even slecht als de dief)
  41. het eerste gewin is kattengespin (=wie het eerste spelletje wint, verliest soms alle volgende spelletjes)
  42. adel verplicht (=wie in aanzien bij het volk staat, moet ook aan de verwachtingen van het volk voldoen)
  43. wie wind zaait zal storm oogsten (=wie kwaad doet, zal er uiteindelijk zelf de gevolgen van dragen)
  44. wie niet horen wil, moet voelen (=wie niet luistert naar wijze raad, of wie ongehoorzaam is, zal de gevolgen wel aan den lijve ondervinden)
  45. wie naar zijn moeder en vader niet hoort moet het kalfsvel volgen (=wie niet naar zijn ouders luistert, moet soldaat worden)
  46. wie `s nachts gaat vissen moet overdag zijn netten drogen (=wie te veel heeft gedronken is de volgende dag niets waard)
  47. de aanhouder wint (=wie volhoudt, zal uiteindelijk succes hebben.)
  48. een Pyrrhusoverwinning behalen (=winnen wat zoveel heeft gekost dat je de volgende ronde niet meer aan kan)
  49. schip met zure appelen (=wolk die regen en storm voorspelt)
  50. scheepjes met zuren appelen (=wolkjes die regen of storm voorspellen)

3 dialectgezegden bevatten `ol`

  1. zèn oûgen drjaan nor 't ol van zè gat (=hij kijkt haar begerig aan) (Sint-Niklaas)
  2. zijn mijn schoens ol gekuist (=zijnmijn schoenen reeds gepoetst) (Lochristis)
  3. zn oîgn droajn roent ol van ze gat (=hij kijkt scheel) (Kortemarks)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen