244 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `iets`
- iets in de vingers hebben (=ergens ervaring en deskundigheid over hebben opgebouwd, waardoor men met grote kwaliteit en zonder fouten te maken, zich hiermee bezig kan houden)
- iets in de wacht slepen (=op oneerlijke manier verkrijgen, iets in bezit krijgen voor weinig geld)
- iets in de wieg smoren (=iets van bij het begin vernietigen)
- iets in de wind slaan (=naar een advies niet naar luisteren)
- iets in één adem uitlezen (=een boek waaraan je begonnen bent heel snel uitlezen, omdat je het zo spannend vindt)
- iets in geuren en kleuren vertellen (=iets zeer uitvoerig en gedetailleerd vertellen)
- iets in goede banen leiden (=ervoor zorgen dat iets goed verloopt)
- iets in het getouw zetten (=iets voorbereiden)
- iets in het oor knopen (=iets goed onthouden)
- iets in het vet hebben (=nog iets voor iemand tegoed hebben)
- iets in je vaandel schrijven. (=een principe waar je je per se aan vast wilt houden)
- iets in petto houden (=een mededeling voor later bewaren)
- iets in zijn holle kies kunnen stoppen (=gezegd van eten : het is de moeite niet, het is te weinig)
- iets in zijn schild voeren (=iets van plan zijn, een geheim hebben, stilzwijgend een plan uitvoeren)
- iets langs je (koude) kleren af laten glijden (=ergens niets van aan trekken)
- iets laten zwemmen (=er geen aandacht meer aan besteden)
- iets links laten liggen (=ergens geen aandacht aan geven)
- iets mannetje voor mannetje doen (=iets strikt volgens plan uitvoeren)
- iets met argusogen bekijken (=iets wantrouwend bekijken. Iets nauwlettend in de gaten houden)
- iets met de mantel der liefde bedekken (=iets niet met anderen bespreken maar stilzwijgen en accepteren)
- iets met de moedermelk binnenkrijgen (=iets leren in de eerste levensjaren)
- iets met de paplepel ingegoten krijgen (=iets van kinds af aan leren.)
- iets met een korreltje zout nemen (=iets niet helemaal voor waarheid aannemen)
- iets met lede ogen aanzien (=iets met tegenzin zien gebeuren)
- iets na aan het hart hebben liggen (=er erg mee begaan zijn)
- iets naar zijn hand zetten (=het precies (laten) doen zoals hij wil)
- iets niet koud laten worden (=ergens onmiddellijk op ingaan)
- iets niet kunnen gebeteren (=iets niet kunnen verhelpen)
- iets niet met droge ogen kunnen aanzien (=letterlijk: gaan huilen/tranen bij het zien gebeuren van iets)
- iets niet met zijn geweten overeen kunnen brengen (=iets niet kunnen doen omdat men het niet goed vindt)
- iets niet naar het haar zijn (=iets niet bevallen)
- iets niet op je laten zitten (=iets niet aanvaarden zonder tegenstand)
- iets niet over zijn hart kunnen krijgen (=ergens niet toe kunnen komen of ergens op gesteld zijn)
- iets niet tegen/aan dovemans oren zeggen (=iets wordt erg goed onthouden)
- iets of iemand in de peiling hebben (=iets of iemand begrijpen)
- iets of iemand op de korrel nemen (=kritiek op iets of iemand hebben)
- iets onder de knie hebben/krijgen (=iets kunnen of leren kunnen)
- iets onder de kurk hebben (=iets te drinken hebben)
- iets onder de leden hebben (=niet helemaal gezond zijn)
- iets onder de loep nemen (=iets nauwkeurig onderzoeken)
- iets onder het tapijt vegen (=iets verbergen of negeren.)
- iets op de hals halen (=je met een probleem laten opzadelen)
- iets op de keper beschouwen (=iets nauwkeurig bekijken)
- iets op de lange baan schuiven (=iets uitstellen)
- iets op de spits drijven (=iets verergeren of escaleren.)
- iets op een procrustesbed leggen (=een regeling zo toepassen dat hij er voordeel van heeft)
- iets op het hart hebben (=iets te vertellen hebben)
- iets op het oog hebben (=voor zichzelf al iets hebben uitgekozen)
- iets op het tapijt brengen (=over een onderwerp beginnen (te praten))
- iets op je buik kunnen schrijven (=iets wel kunnen vergeten, dat wat je wilde gaat niet door)
773 betekenissen bevatten `iets`
- hoge ogen gooien (=een goede kans maken op iets)
- de kip met gouden eieren slachten (=een iets met veel rendement wegdoen)
- er een gooi naar doen (=een kans wagen of iets proberen te raden)
- een taling uitzenden om een eendvogel te vangen (=een kleinigheid opofferen om iets belangrijks terug te krijgen)
- een achterdeurtje (=een manier om iets te ontduiken)
- belofte is een hemd der dwazen (=een nietszeggende belofte kan toch tijdelijk gelukkig maken)
- een nieuwe bron aanboren (=een nieuwe manier vinden om iets te krijgen)
- het achtste wereldwonder (=een ongelooflijk prachtig iets)
- aan de rem trekken (=een ontwikkeling proberen tegen te houden/ waarschuwen dat iets niet goed gaat)
- tegen het zere been schoppen (=een pijnlijke opmerking maken over iets wat gevoelig ligt)
- een sprong in het diepe wagen (=een risico nemen en iets nieuws proberen.)
- ten hemel schreiend (=een toestand die zo erg is dat er eigenlijk direct iets aan gedaan zou moeten worden)
- iets te berde brengen (=een voorstel doen; iets ter sprake brengen)
- teken aan de wand (=een waarschuwing dat er iets gaat gebeuren)
- een druppel op een gloeiende plaat (=een zeer kleine bijdrage aan iets groters)
- verandering van spijs doet eten (=eens iets anders te doen doet de mens goed)
- recht in zijn schoenen lopen/staan (=eerlijk zijn, niets misdaan hebben)
- open kaart spelen (=eerlijk zijn, niets verbergen)
- de kost gaat voor de baat uit (=eerst moeten er kosten worden gemaakt alvorens men er iets aan verdienen kan)
- niet over een nacht ijs gaan (=eerst nadenken voor men iets doet - geen risico`s nemen)
- een traan wegpinken (=emotioneel geraakt zijn, ontroerd zijn door iets => emotioneel)
- er een loodje op leggen (=er iets aan toevoegen)
- er een muisje van hebben horen piepen (=er iets van gehoord hebben)
- ieder huisje heeft een deurtje. (=er is altijd een manier om iets te bereiken)
- een varken heeft wel een krul in zijn staart. (=er is altijd iets om trots op te zijn)
- het gras is altijd groener bij de buren (=er is altijd iets te vinden om jaloers op te zijn)
- geen dag zonder zorgen (=er is altijd wel iets om je zorgen over te maken.)
- de rapen zijn gaar (=er is een probleem waar direct iets aan gedaan moet worden)
- doorgestoken kaart (=er is heel duidelijk iets mis! Hier is getracht om iemand te laten geloven dat er bij toeval iets gebeurt, terwijl het in feite van tevoren gearrangeerd is)
- er is meer dan de molen in het woud omgegaan (=er is iets bijzonders gebeurd)
- er is klei aan de kloet/knikker (=er is iets mis)
- geen zuivere koffie (=er is iets niet in orde)
- er is met hem te eggen noch te ploegen (=er is met hem niets aan te vangen)
- er is geen vuiltje aan de lucht (=er is niets aan de hand)
- er is geen kruid tegen gewassen (=er is niets aan te doen)
- geen erger venijn dan kwade tongen. (=er is niets zo erg als dat men kwaad van je spreekt.)
- niet in de haak zijn (=er klopt iets niet)
- ieder huisje heeft zijn kruisje (=er mankeert overal wel iets)
- iemand het zwijgen opleggen (=er met niemand over mogen praten en niemand iets mogen vertellen)
- er geen woorden aan vuilmaken (=er niets eens over spreken)
- er niet van kunnen meespreken (=er niets over weten)
- in het duister tasten (=er niets over weten, geen aanknopingspunten vinden)
- er zijn mond niet aan vuil maken (=er niets over willen zeggen)
- er het zwijgen toe doen (=er niets over zeggen)
- er geen laars van weten (=er niets van afweten)
- er geen hout van snappen (=er niets van begrijpen)
- boven de pet gaan (=er niets van begrijpen)
- er koksgast van blijven (=er niets van krijgen , er geen vooruitgang mee maken)
- er part noch deel aan hebben (=er niets van weten of niet aan deelgenomen hebben)
- het is niet koek en ei (=er ontbreekt iets aan de situatie)
50 dialectgezegden bevatten `iets`
- al kaks doen, al slinks doen (=iets onopgemerkts doen) (Sint-Niklaas)
- alle boatn (h) elpm, zei 't muuzetje, en 't piste in de zeeë (traditionele zei-spreuk, die gezegd wordt als iemand met goede bedoelingen iets doet waarvan men van tevoren weet dat het bitter weinig zal uithalen) (=alle baten helpen, zei 't muisje, en 't piste in de zee) (Klemskerks)
- alles is moar 'n wiet (=als men iets weet is het niet ingewikkeld) (Westerkwartiers)
- ambettant zen (=met iets verveeld zijn) (Antwerps)
- An etwot e droai geev'n (=iets aannemelijk proberen te verklaren) (Veurns)
- aoën de graute klok hange (=iets aan iedereen vertellen) (Munsterbilzen - Minsters)
- aoj je gat verbrand moej up de blaozn zittn (=als je iets verkeerd doet moet je er de gevolgen van dragen) (Kortemarks)
- aoj te scheepe zyt moej vaorn (=als je aan iets begint moet je het afwerken) (Kortemarks)
- apart aan (=iets gescheiden houden (iets niet tesamen doen) ) (Sint-Niklaas)
- appele veur pijre verkoeëpe; em liggenemme (=iemand iets aansmeren) (Diesters)
- As 't al tegegåat za nen hond de kèrk omvèr zjieëken (=Als iets niets meezit, zit het serieus tegen) (Zeels)
- as 't tij verlopt, moet men de boak'ns verploats'n (=als iets anders gaat lopen, moet men het ook anders aanpakken) (Westerkwartiers)
- as de ene haand de aaner wast word'n beid'nt schoon (=iets samen aanpakken levert beiden winst op) (Westerkwartiers)
- As det Zoë is vraet ik einen baer. (=Als iets erg ongeloofwaardigs verteld wordt.) (Venloos)
- as eemes alles wis, waas boôre gein aardigheid (=als je iets al van tevoren zou weten) (Weerts)
- as ein koe zeiktj, stiktj de anger de stert op (=kuddegedrag: als iemand iets doet, volgt al snel de rest) (Heitsers)
- as ge ' t nie wit, dan mottut behanguh (=iets anders doen als je er niet uitkomt) (Moerdijks)
- As ie oe ies wat vraogt, mu'j niet overal op antwoorden (=Als hij je iets vraagt moet je niet overal op antwoorden) (hoogeveens)
- as je hem een vinger geev'm, nemt 'er de heule haand (=als hij iets mag doen, denkt hij alles te mogen doen) (Westerkwartiers)
- As mijne'n ond zó lillek waar, scheerde ik z'n kont kaol en leerde ik 'm achteruit lòòpe! (=Als ik zo lelijk was als u, zou ik er iets aan laten doen!) (Roosendaals)
- as ne boer nich kan zwemmen, ligt 't an 't water (=het ligt altijd aan iets anders) (Twents)
- As niets komp tot iets, wordt iets niets (=Afkomst verloochenen, hoogmoedswaanzin) (Giethoorns)
- as niets komp tot iets, wordt iets niets (=de afkomst verloochenen, hoogmoedswaanzin) (Giethoorns)
- As slumke doeëd is kriegs doe ‘t humke (=Iemand die iets doms gedaan heeft) (Hunsels)
- As slummeke slum dood is muegde gij dem zijn (=Als iemand iets heel dom gezegd heeft) (Herentals)
- as ter daut zin ver get
hae deed (shit) en zen broek
hae hét de bibber (ebitsjes) ver get
hae hét sjrik van
ze bijeen doen (=schrik hebben van iets) (Bilzers)
- Asge moet kaken moede kaken (=iets wat dringend is moet je doen) (Hillegem)
- asje 'n ków wiltj mêlleke, mójjen uch bukke (=daar moet je iets voor over hebben) (Weerts)
- asje det neet lösj, dan lekdje d'r eur huit mer naeve (=als je iets niet lust... jammer, dan krijg je niks) (Weerts)
- assem het doe, doetem het goe (=als hij iets doet, is het goed gedaan) (Antwerps)
- asset smok, èsset bedërve (=als iets smaakt, is het aan 't bederven) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ast er iet is.....da welle gekreege hemme van ozze lieven hiejer. Dan ist toch wel `TIJD` en een lijf in ozze bloewete. Ge zoo zot mutte zen, oem da deur een aander te loate verkloewete. (=Als er iets is dat we gekregen hebben van onzen Lieven Heer, dan is het toch wel `TIJD` en een lichaam in onzen bloten. Ge zou toch gek moeten zijn, om dat door iemand anders let laten verkloten.) (Geels)
- aste gaazë watter zien, hëbbe ze dos (=als kinderen iets zien, willen ze dat ook onmiddellijk hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste ieëk hëbs, moeste krabbe (kretsë) (=als er iets stoort, moet je reageren) (Munsterbilzen - Minsters)
- at ze stilvilt ès ze zik (=vrouwen kauwen voortdurend zonder iets in hun mond te hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- autdrëppë (=stilletjes aan stoppen met iets) (Munsterbilzen - Minsters)
- aziuë smijdn ze de keunènk zijn antschoens iuëk (=wanneer men iemand iets toegooit) (Kaprijks)
- Azje ' n ków wiltj mêlleke mójjen uch bukke (=Je krijgt iets niet cadeau) (Weerts)
- azje doorrege spek van eur vêrkes wiltj sni-jje, mojje ze um d'n angersten daag honger laote li-jje (=iets slim aanpakke) (Weerts)
- Azzen fullem. (=iets onverwachts, dat zich voor je ogen afspeelt.) (Zaans)
- Ba de poeters no de mis goen (=iets minder goed doen) (Hals)
- bae den duvel te biechten goan (=iets vertellen aan een onbetrouwbaar persoon) (Wichels)
- Baeter ein loës in de pap, as gaar gen vleis (=Beter iets dan niets.) (Venloos)
- baeter ën haaf ee dan ne lieëgen dop (=beter iets dan niets) (Munsterbilzen - Minsters)
- baeter get verlieze dan ët nauts gehad hëbbe (=iets verliezen is niet zo erg als het nooit bezeten te hebben) (Munsterbilzen - Minsters)
- baeter sjeef trèn as raech ter lengs dür (=beter iets dan niets) (Munsterbilzen - Minsters)
- bau ët hat van vol ès, lëp te mond van iëvër (=het is moeilijk niets te laten blijken als je van iets vervuld zijt) (Munsterbilzen - Minsters)
- beder 'n haalf ei as 'n lege dop (=beter iets dan niets) (Westerkwartiers)
- beetrn oalf ei dan e leege schoale (=het is beter iets dan niets) (Lichtervelds)
- bellen dûr ut kerspoor (=even er naar toe gaan om iets te vragen) (Prinsenbeeks)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen