Spreekwoorden met `er één`

Zoek


55 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `er één`

  1. twee hoofden onder een kaproen (=ze werken samen, ze denken er hetzelfde over)
  2. twee hoofden onder een kaproen zijn (=het altijd met elkaar eens zijn)
  3. twee zotten onder één kaproen (=een gek is zelden alleen)
  4. voor elke spijker een gat weten (=voor elk probleem een oplossing weten)
  5. waar er twee ruilen moet er een huilen (=bij het ruilen is de een altijd beter af dan de ander)

24 dialectgezegden bevatten `er één`

  1. ij eet er een broerken an duud (=met tegenzin iets doen) (Gents)
  2. In Halle steike ze ne stok in uile gat om nie te vallen (=Klapstoeltje op een stok, van opzij gezien leek het alsof er een stok in het achterwerk stak) (Hals)
  3. je zit er een brokke mee in (=hij is niet op zijn gemak) (Kortemarks)
  4. jeet er mè ze klakke nao gesmeetn (=hij heeft er een gooi naar gedaan) (Kortemarks)
  5. kruiske gev'n (=avondzegening: voor het slapengaan wordt er een kruisje op het voorhoofd getekend, met de woorden `god zegene je en god beware je`) (Meers)
  6. mee tieën kom tander (=dat is er een gevolg van) (Kaprijks)
  7. moe'k er een tieëkenèngske be moakn (=begrijp je het niet) (Kaprijks)
  8. ne rink ronte zon brink raenger én de ton (=als er een gele ring rond de zon staat, gaat het regenen) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. ne vroenk traon gaeve (=er een andere draai (betekenis, bedoeling) aan, geven) (Munsterbilzen - Minsters)
  10. neem ter nog ie-en wan op ie-en bie-en kuj nie hin (=neem er een) (Zeeuws)
  11. smijt er een briuët noartoe in ‘t kom gesneen were (=tegen een mager iemand) (Kaprijks)
  12. Tis er iene van kjeske schiet (=Het is er een van een rare bende) (Mols)
  13. toen er gebèld wier, ston er zon klèèn klutje òn de deur meej kènderposzeegels. (=toen er aangebeld werd, stond er een kind aan de deur met kinderpostzegels.) (Tilburgs)
  14. Ur un punt oan braaju (=Er een punt aan breien) (Brakels (gld))
  15. ut begaaien (=er een rotzooi van maken) (Brabants)
  16. van os er è sjcheete verdroaid zit (=zodra er een probleem oprijst) (Veurns)
  17. Van wies zijde gij d'r éne (=Van wie ben jij er een) (Werkendams)
  18. wa zijde 't aon't begaoje (=wat maak je er een puinhoop van) (Roosendaals)
  19. Wau eit er in nen nuigel geterren (=Wie heeft er een wind gelaten) (Teralfens)
  20. wie het'r een dreet uhgeven (=wie heeft er een windje gelaten) (Putters)
  21. Woar bi'j der iene van (=Waar ben jij er een van) (Sallands)
  22. ze gon het get oplappe mèt e pekske geld (=de confectie-industrie wil er een mouw aanpassen) (Munsterbilzen - Minsters)
  23. zij is nog bij Noach ien 'e ark west (=zij is er één van het oude stempel) (Westerkwartiers)
  24. zis ter mee in gank (=ze heeft er een verhouding mee) (Kortemarks)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen