10 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `aardappelen`
- de aardappelen afgieten (=een plasje doen door heren)
- de aardappelen komen niet voor de eikenblaren (=boerenregel. De aardappelplant begint te groeien als de eik in het blad komt)
- de domste boeren hebben de dikste aardappelen (=met geluk komt men vaak verder dan met verstand)
- de meeste aardappelen al gegeten hebben (=veel meegemaakt hebben, al lang leven)
- die haalt de nieuwe aardappelen niet (=iemand die gauw zal gaan sterven)
- groot bal op kleine aardappelen (=boven zijn stand leven)
- het hebben over blauwe aardappelen en blauwe sokken (=zonder het aanvankelijk beseft te hebben over verschillende zaken spreken)
- je aardappelen op hebben (=niet verder meer kunnen)
- men poot de aardappelen wanneer men wil, ze komen toch niet in april (=boerenregel. Aardappelen komen pas in mei uit)
- waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
Eén betekenis bevat `aardappelen`
- men poot de aardappelen wanneer men wil, ze komen toch niet in april (=boerenregel. aardappelen komen pas in mei uit)
50 dialectgezegden bevatten `aardappelen`
- 'k he slae mee nieuwe aerpels heete (=Ik heb sla met nieuwe aardappelen gegeten.) (Zeeuws)
- 'n roe petatten (=een oppervlak aardappelen) (Overmeers)
- ' n boale petatten (=een zak aardappelen) (Overmeers)
- ' n mande petatten (=een mand aardappelen) (Overmeers)
- aerpele zeen lekker, mer mótte ieërst door ‘n verke gevraete zeen (=varkensvlees smaakt beter dan aardappelen) (Heitsers)
- azoei nen doesj patatten (=zo een hoop aardappelen) (Aalsters)
- bufstek mè gebakke patatte (=beefsteak met gebakken aardappelen) (Willebroeks)
- de erepel zien murruf (=de aardappelen zijn gaar) (Hamonter)
- de pataate zen meureg (=de aardappelen zijn gaar) (Overijses)
- de petakke stoawn al skoewn ma ich móet ze nog húuge (=De aardappelen staan al hoog maar ik moet ze nog aanaarden, ophogen) (Walshoutems)
- de petatte zen vjerig (=de aardappelen zijn gaar) (Arendonks)
- de petatten zèn geskoten (=de aardappelen kiemen) (Meers)
- de petatten zèn zocht (=de aardappelen zijn klaar (zacht gekookt)) (Meers)
- De petètte zen nog ni meurreg (=De aardappelen zijn nog niet gaar gekookt) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- de petetten (puttettun) zè zocht (=de aardappelen zijn gaar gekookt) (Sint-Niklaas)
- de pottaate zeuje (=de aardappelen koken) (Aarschots)
- een klutsken (=een beetje (bijv. aardappelen in een zakje) ) (Clings)
- en hut patatten (=plant met aardappelen) (Veurns)
- etj a bisj op, a petatten meugde lotte stoeën (=eet je vlees op, je aardappelen mag je laten staan) (Meers)
- gaeve deed laeve (=iemand een patat geven zonder dat je zelf aardappelen hebt) (Munsterbilzen - Minsters)
- gebreneerde petoaters (=gebakken aardappelen) (Gavers)
- gebruineerd'eirappels (=gebakken aardappelen) (Eekloos)
- Goan heuke (=Na het rooien van aardappelen het veld nog eens controleren met een tuinhaak.) (Walshoutems)
- Hij haolde ontaard veul erpel vaen zunne akker (=Hij oogstte veel aardappelen) (Ewijk (Euiwwiks))
- hij hi ginne zak mi erpel (=hij heeft geen zak met aardappelen (gezegd over een vader van een groot gezin) ) (Ossies)
- Ik zit zo vol as mud 1 mud kolen was 40 kilo 1 mud aardappelen 70 kilo zo vol als mud zitten betekent dus boordevol zitten , zodat er niets meer bijkan. Ook de term `riem op de vreethaak` hoorde je vaak in utrecht. Met andere woorden, je riem een gaatje verder zetten omdat je enorm veel gegeten had. (=vol zitten (van het eten): uitspraak: Ik zit *stamp, tjok etc* vol !,) (Utrechts)
- In Benaa snijn ze petètte en rijn ze me de kerrewage (=In Bonheiden snijden ze aardappelen en rijden ze met de kruiwagen) (Bonheidens)
- ne kloesj petatten (=een zak aardappelen) (Meers)
- nen eljen emmer petetten oan énnen buist en da fleus tegen de zitterse steweg (=een ganse emmer aardappelen aan één struik en dat straks tegen de zittaartse steenweg) (Meerhouts (Gestel))
- patatn ofpeurn (=aardappelen afgieten) (Veurns)
- patatten fletsen in joen teljore (=aardappelen pletten in uw bord) (Werviks)
- Patatten temperen meij un ket (=aardappelen pletten met een vork) (Neerpelts)
- patatten weg peiren (=aardappelen weg kappen) (Bornems)
- petaten opkappen (=aardappelen uit doen) (Zeeuws)
- petatte ette me een fringket (=aardappelen eet je met een vork) (Turnhouts)
- petatten ofpeuren (=aardappelen afgieten) (Veurns)
- petette dedderen (=aardappelen pletten) (Temses)
- piepers jassen (=aardappelen schillen) (Wagenings)
- puttette steken; puttetten uitdoen (=aardappelen oogsten) (Sint-Niklaas)
- Slaai meej juin meej ei meej errepels (=Sla, met ui, met ei en aardappelen) (Brabants )
- Slaoi meej aai meej juin meej èèrepel (=Sla met ei, ui en aardappelen) (brabants)
- slaoj meej jöön mee aaj mee èèrpel (=sla met ui met ei met aardappelen) (Tilburgs)
- sloaj mee aai mee erpel (=sla met ei en aardappelen) (Kaatsheuvels)
- tatjespap (=gestampte aardappelen met karnemelk) (Ninoofs)
- Tegen Vroase-karmes steken we nuve petetten. (=Als het kekrmis is in Vrasene, oogsten we nieuwe aardappelen) (Vrasens)
- tsop afgiedn (=aardappelen afgieten) (Kaprijks)
- Tuitsespap (=Gekookte karnemelk met aardappelen en muscaatnoot) (Gavers)
- unne kòp èèrpel (=ongeveer 4 kg aardappelen) (Tilburgs)
- Wa èteh we vanoavon? èrpel of sloai? HEU STOEL OP VIER! (=Wat eten wij vanavond? aardappelen of sla? Hallo, zet je stoel op vier poten!) (Eindhovens)
- woeëterzakken (=smakeloze aardappelen) (Ninoofs)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen