Spreekwoorden met `echt`

Zoek


66 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `echt`

  1. recht en slecht (=eenvoudig en eerlijk)
  2. recht in zijn schoenen lopen/staan (=eerlijk zijn, niets misdaan hebben)
  3. recht praten wat krom is (=door een ingewikkelde, onjuiste redenering een onzuivere situatie, daad of besluit trachten van een rechtvaardiging te voorzien)
  4. recht voor zijn raap (=zonder omwegen gezegd)
  5. rechter in eigen zaak zijn (=zijn eigen zaak kunnen beoordelen)
  6. slecht gemutst zijn (=een slecht humeur hebben)
  7. te biechte gaan (=gaan vertellen (wat je eigenlijk niet mag vertellen))
  8. tegen windmolens vechten (=tegen irreëele gevaren/zaken vechten)
  9. vechten dat de kraaien om de brokken komen (=hevig vechten)
  10. vechten om `s keizers baard (=vechten om niets)
  11. vechten tegen de bierkaai (=een gevecht aangaan dat al bij voorbaat verloren is)
  12. verbaas u niet, verwonder u slechts (=letterlijk)
  13. waar niets is verliest de keizer zijn recht (=van wie niets heeft, kan men niets vorderen)
  14. wanneer twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen (=als twee strijdende personen of partijen zich richten op elkaar, kan een ander daarvan profiteren door zich datgene toe te eigenen waar om gestreden wordt)
  15. zo de heer, zo de knecht (=medewerkers gedragen zich net zoals hun leidinggevende)
  16. zo heer zo knecht (=de knechten volgen het voorbeeld van de bazen)

170 betekenissen bevatten `echt`

  1. er aan bekocht zijn (=een slechte koop doen)
  2. een schurftig schaap steekt de hele kudde aan (=een slechte persoon in een groep, maakt de hele groep slecht)
  3. een morse muur is snel afgebroken (=een slechte zaak gaat niet lang mee)
  4. een geheugen als een garnaal (=een zeer slecht geheugen hebben)
  5. eruit zien als de dood van ieperen (=er bijzonder slecht uitzien)
  6. er uitzien als de dood van Ieper (=er slecht uitzien)
  7. tegen de paal lopen (=er slecht vanaf komen)
  8. onder de schoenzolen schrijven (=ergens niets van terecht komen)
  9. ergens verzeild raken (=ergens onbedoeld terechtkomen)
  10. de klok hebben horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt (=ergens over gehoord hebben, zonder er echt iets van af te weten)
  11. met hetzelfde sop overgoten (=even goed of slecht)
  12. je in het slijk wentelen (=genieten van iets dat slecht is)
  13. tranen met tuiten huilen/schreien (=heel erg huilen zonder dat het echt erg is)
  14. bergafwaarts gaan (=het gaat steeds slechter, bijvoorbeeld met iemands gezondheid)
  15. de handschoen opnemen (=het gevecht aangaan)
  16. het was uien (=het ging bijzonder slecht, het viel bijzonder tegen)
  17. de schapen van de bokken scheiden (=het goede van het slechte scheiden)
  18. het is bar en boos (=het is heel erg; het is heel slecht)
  19. eigen haard is goud waard (=het is nergens zo mooi als thuis / men hecht veel waarde aan het eigen bezit)
  20. het is niet om de knikkers maar om het recht van het spel (=het is niet voor persoonlijk voordeel, maar omwille van de rechtvaardigheid)
  21. het is altijd rouwen en trouwen (=het leven is een afwisseling van goede en slechte tijden)
  22. fiat justitia (=het recht moet zegevieren)
  23. fiat justitia et pereat mundus (=het recht moet zegevieren ook al vergaat de wereld)
  24. het ene gat met het andere stoppen (=het slecht beheren van geld door met de ene schuld de andere af te lossen)
  25. onkruid vergaat niet (=het slechte is moeilijk uit te roeien)
  26. je vel duur verkopen (=het slechts onder de grootste druk opgeven)
  27. het venijn zit hem in de staart (=het slechtste komt op het laatste)
  28. het zo zout nog niet gegeten hebben (=het zo slecht nog nooit meegemaakt hebben)
  29. vechten dat de kraaien om de brokken komen (=hevig vechten)
  30. zijn pruik staat scheef (=hij is slecht gehumeurd)
  31. wat de boer niet kent, dat vreet hij niet (=hij wenst uitsluitend gerechten te nuttigen die hij reeds kent)
  32. zo lang er leven is, is er hoop (=hoe slecht het ook staat, zolang nog niet alles verloren is, kan alles nog goed komen)
  33. hoer en tollenaar zijn onze lieve Heer ook dierbaar (=hoe slecht je afkomst is, God houdt van je)
  34. ter wereld is er geen dodelijker venijn, dan vriend te schijnen en vijand te zijn (=hoed je voor onoprechte vrienden)
  35. `s Lands wijs, `s lands eer (=ieder volk is gehecht aan zijn eigen gewoonten, hoewel anderen ze maar raar vinden)
  36. ieder is zichzelf het naast (=iedereen kiest in het slechtste geval voor zichzelf)
  37. wie het grootste hoofd heeft, moet de grootste hoed hebben (=iemand die het recht heeft op het grootste deel, moet dat ook krijgen)
  38. iemand een bril op de neus zetten (=iemand terechtwijzen of dwingen gehoorzaam te zijn)
  39. iemand uit de droom helpen (=iemand vertellen hoe het écht in elkaar zit)
  40. geen benul hebben (=iets echt niet doorhebben)
  41. goedkoop is duurkoop (=iets goedkoops kan later kosten veroorzaken, bijvoorbeeld door slechte werking, reparaties of onderhoud)
  42. haast en spoed is zelden goed (=iets te snel doen, resulteert vaak in iets dat slecht gedaan is)
  43. ik vind het pet (=ik vind het een bijzonder slechte zaak)
  44. aan de bedelstaf raken (=in een situatie terechtkomen waarin je geen geld of bezittingen meer hebt)
  45. door dik en dun (=in goede en slechte tijden / alles overhebben voor iemand)
  46. wie olie meet wordt er vet van (=in slecht gezelschap wordt men slecht)
  47. je bedje is gespreid (=je komt in een situatie terecht waarin alles al voor je geregeld is)
  48. wie kwaad doet, kwaad ontmoet. (=je zult gestraft worden voor slechte daden)
  49. jong bier moet gisten (=kinderen hebben recht op plezier)
  50. je verdiende loon krijgen (=krijgen wat hem toekomt (meestal iets slecht))

50 dialectgezegden bevatten `echt`

  1. dat zet gien zood'n an de diek (=dat helpt niet echt veel) (Westerkwartiers)
  2. Dau kannek gieëne kop aun kraage (=Dat begrijp ik echt niet) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  3. de bés ne flaë plezante (=meent ge nu echt dat ge interessant zijt) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. de koe bij de hoor'ns pakk'n (=de zaak echt aanpakken) (Westerkwartiers)
  5. de lucht hangt nog vol met dagen (=moet dat echt nú?) (Westfries)
  6. dès ongelooge waor (=dat is echt waar) (Tilburgs)
  7. det waertj ‘n waerligs nöt werk (=dat wordt echt een moelijke klus) (Heitsers)
  8. die zit mooi veur poal (=die zit echt voor aap) (Westerkwartiers)
  9. Dinke... Löt ö paeërd dinke, da hit de kop tör vur (=als iemand zegt `ik denk...` en men is niet echt overtuigd dat er iets zinnigs gezegd gaat worden) (Stals)
  10. dinkstë nau éch dat de gebroje hinnen autte loch valle (=denk je nu echt dat je niet moet werken) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. Doa krijkik 't schijt van (=Daar kan ik echt niet tegen!) (Grobbendonks)
  12. doë zèk ich vergif op (=daar kan ik echt boos om zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. doeëdvall'n: 'k Mag doeëdvall'n as 't ni wau es! (='t Is écht waar!) (Lebbeeks)
  14. Donder op!? (=Iets vragen of het écht waar is) (Lopiks)
  15. donderstraolt op/ ( een end hêên. ) (=Hou er mee op, niet doen, nee geen zin in , ga weg, echt waar ,) (Utrechts)
  16. echt woar (=echt waar) (Brakels (gld))
  17. echte woerd waur (=echt waar) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. Eg waor? Ah, gah tog fietse mahn. (=echt waar? Ik geloof het niet.) (brabants)
  19. Etterlijer (=Iemand aan wie je echt een hekel hebt omdat hij zuigt) (Amsterdams)
  20. frete tot je gyn poat meer fersette kinne (=eten totdat je echt niet meer kunt) (Bildts)
  21. Ga zet echt een occozje (=jij bent me der eentje) (Brussels)
  22. Ge kom ut maor es terug'ale (meer beleefdheidsfrase dan echt gemeend) (=Volgende keer trakteer ik) (Bergs)
  23. ge zi nog stommer dan 't achterste van een veirken (=je bent echt dom) (Sinnekloases en niekaarks)
  24. Ge zoet er in schippen geleek in de vorte raupn (=Je zou er echt wel de brui aan geven) (Maldegems)
  25. Geej ziet echt lellek (=Jij bent echt lelijk) (Venrays)
  26. gij zij nun echte judas (=jij bent echt heel vervelend) (Oudenbosch)
  27. Gòt toch ewèg. nee toch (=Nee toch, echt waar?) (Genneps)
  28. Hahahahah, DONDERSTRAALT OP , donderstraalt een end op, (DONDERSTRAOLT OP(gvd) , Donderstroalt een end heên . (=(hahhaha), meen je dat nou echt (uitdrukking van verbazing.) (Utrechts)
  29. heettie dè ècht gezeej gehad (=heeft hij dat werkelijk gezegd) (Tilburgs)
  30. Helemaal te gek, dit!! Wous man! echt link!! (=Dit is echt onzettend leuk!) (Haarlems)
  31. Hier wi'k dood nog niet vunden worden (=Hier wil ik echt niet zijn.) (Drents)
  32. Hij /zij / het/ eet de stront uit zijn/haar/het kind z'n kont !!! (=Hij / zij / het kind / doet écht alles voor hem / haar / het kind) (Utrechts)
  33. hij is echt 't pispoaltje (=hij moet alle aanmerkingen altijd aanhoren) (Westerkwartiers)
  34. hij is niet helemoal zuuver op de groat (=hij is niet echt te vertrouwen) (Westerkwartiers)
  35. hij is op 'n ongelukkege moandag geboor'n (=het zit hem echt niet mee) (Westerkwartiers)
  36. hij is zo dicht as 'n pot (=hij vertelt echt niets) (Westerkwartiers)
  37. hij is zo dom as 't achterenne van 'n koe (=hij is echt dom) (Westerkwartiers)
  38. hij is zo vaals as schuum op 't wodder (=hij is echt oneerlijk) (Westerkwartiers)
  39. hij krigt 't op 'e heup'n (=hij krijgt er echt zin in) (Westerkwartiers)
  40. hij voert gien steek uut (=hij doet echt niets) (Westerkwartiers)
  41. hol op schei uut (=nu moet je echt ophouden) (Westerkwartiers)
  42. ie 'n ee t er no nie te veel' an dooêdoan (=hij is er nog niet echt voor gegaan) (Waregems)
  43. ien tied'n van nood (=als het er echt op aan komt) (Westerkwartiers)
  44. ijis un echt straotvaarke (=hij is altijd buiten) (Oudenbosch)
  45. Ik hei deer niks gien sin an (=Ik heb er echt geen zin in) (Texels)
  46. Ik hetter bar wainig zin in joh (=Ik heb er niet echt veel zin in) (Lopiks)
  47. ik ken hier gien slok op krieg'n (=ik lust dit echt niet hoor) (Westerkwartiers)
  48. Ik mag zo stareven as ' t nie woar is. (=echt waar) (Nunspeets)
  49. ik snij de kat de staart nie af! (=dat doe ik echt niet) (Westlands)
  50. Ik wit het begod niet (=Ik weet het echt (bij god) niet) (Brabants)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen