12 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `spek`
- de boer eet vis als het spek op is (=je moet tevreden zijn met wat je hebt)
- de kat bij het spek zetten (=iemand in verleiding brengen)
- de kat op het spek binden (=iemand volop de gelegenheid geven zich te vergrijpen aan wat hij wil, maar beslist niet mag hebben)
- de muizen dansen in het spek. (=er is welvaart)
- de naald in het spek steken. (=stoppen met werken.)
- er voor spek en bonen bij zitten (=er voor niets bijzitten)
- geen spek voor de bek (=ongeschikt - iets wat men niet aankan)
- met een metworst naar een zij spek gooien (=iets weinig waardevols opofferen om iets waardevols terug te krijgen)
- met spek schieten (=overdrijven of opscheppen)
- met spek vangt men muizen (=met veel vrijgevigheid kan men iedereen overhalen)
- voor spek en bonen (=zonder enige betekenis)
- wat de boer aan het koren verliest zal hij aan het spek wel terugvinden (=waar iemand iets verliest zal iemand (anders) iets winnen)
50 dialectgezegden bevatten `spek`
- 't spek aan zijn been hebben (=het kind van de rekening zijn) (Lovendegems)
- 't spek an je beeën hen (=er voor opdraaien) (Veurns)
- 't spek aun zaan kloeëten emme (=Gezien zijn - de risee zijn) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- 't spek o zenne meulen èmmen (=betrapt worden, verantwoordelijk zijn) (Meers)
- a eet 't spek on zènne meuln (=hij heeft het zitten) (Meers)
- Aa schit mè spek (=Hij overdrijft sterk) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- ae ee 't spek oan zèen biën (=hij zit in een lastig parket) (Wichels)
- ai eit 't spek oan (=hij heeft het zitten) (Leefdaals)
- As dae ziene kop op ei vêrreke stông, lösdje neemes gein spek mieër (=Geen hoge pet van iemand hebben) (Weerts)
- as ermoej troef ès, aete ver alleen mèr spek bij et braud (=in dagen van nood, eten we spek mèt brood) (Munsterbilzen - Minsters)
- as je de kat op 't spek bien'd wil 'er 't niet vreet'n (=wanneer iemand een aanbod weigert) (Westerkwartiers)
- as zieëne kop op e vêrke stông, lözje neemes gein spek mieër (=geen hoge dunk van iemand hebben) (Weerts)
- azje doorrege spek van eur vêrkes wiltj sni-jje, mojje ze um d'n angersten daag honger laote li-jje (=iets slim aanpakke) (Weerts)
- boezjie: De boezjie vastagen (=Voor spek en bonen bij een vrijend stel zijn) (Lebbeeks)
- brojkë reike, kentsjë bijte ( aan het gebakken spek ruiken maar wel een goede hap brood eten !) (=het vlees is duur, eet maar wat meer brood) (Munsterbilzen - Minsters)
- da 's gin spek vo joen bek (=Dat is niets voor jou) (Veurns)
- da's giene spek veur aâ bek (=dat is te fijn, of te duur ...enz. voor U) (Marks)
- dae es met spek braoje oet de pan gesprônge (as 'nne herst) (=onnozele hals) (Weerts)
- dae hèttet spek on zen been (=die heeft het zitten) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae hèttet zitte (=hij heeft het spek aan zijn benen) (Munsterbilzen - Minsters)
- das gieen spek veur mijnen bek (=dat is te duur voor mij) (Vels)
- das gièèn spek voe mne bek (=dat is aan mij niet besteed) (Kortemarks)
- das spek noë mene bek (=dat staat me aan!) (Munsterbilzen - Minsters)
- de bès terbij (=je hebt het spek aan je been) (Munsterbilzen - Minsters)
- De kat op ut spek biene (=Iemand de gelegenheid geven) (Gastels)
- de kat oppet spek bènne (=de ogen uitsteken) (Munsterbilzen - Minsters)
- de kat opt spek binne (=in verleiding brengen) (Opglabbeeks)
- De wouf bie de sjäöp zètte (=De kat op het spek binden) (Sittards)
- die schöt nog wel ies met spek (=die overdrijft nog wel eens) (Noord-Veluws)
- dinteloord spek (=suiker op brood) (Bosch)
- dit spek is niet veur dien bek (=hiervan krijg jij niets) (Westerkwartiers)
- è ee 't spek å zijn klüeten (=het is een verliezer) (Zeels)
- Een breij dunneke (=Een snede mager spek) (Hoeilaart)
- Enne brooi spek (=Een stuk spek) (Walshoutems)
- er vor kee-s en brood bij zitte (=er voor spek en bonen bij zitten) (Oudenbosch)
- errebeiers spek (=ontbijtkoek) (Zeeuws)
- ès weer mè spek ont schieten (=hij is weer aan het overdrijven) (Sint-Niklaas)
- Gaai hed het spek aon aaw kloewette. (=Ze hebben u te pakken) (Turnhouts)
- gae mótj gein spek in e vet vêrreke staeke (=iemand niet overdadig begunstigen) (Weerts)
- geregeld spek (=spek met vet doorregen) (Sint-Niklaas)
- gien spek veur euwen bek (=niet voor u weggelegd) (Gents)
- gien spek zonder zwaore (=Gien roosie zonder doornen) (Giethoorns)
- gien spek zonder zwoare (=geen spek zonder zwoerd) (Epers)
- god zal et tich laune, èsset nie mèt spek dan èsset mèt baune (=eens word je hiervoor beloond (pejoratief!)) (Munsterbilzen - Minsters)
- god zal het dich laune, èssët nie mèt spek dan ès het mèt baune! (=misschien word je hiervoor wel eens ooit beloond) (Munsterbilzen - Minsters)
- God zallet dich laune, ésset nie mét spek dan ésset mét baune (=je hebt nog wat tegoed!) (Munsterbilzen - Minsters)
- het spek an zin kloten (=het zitten hebben) (Zuid-west-vlaams)
- hij dut met veur spek en boon' n (=hij doet niet volwaardig mee) (Westerkwartiers)
- hij heget spek oan zen klwoate (=het aan zijn been hebben) (Brechts)
- iekan hoed mie spek schietn (=iemand met fantasie verhalen) (Zeeuws)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen