86 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `Ier`
- hIer niet zijn om vliegen te vangen (=niet gekomen om de tijd de verdoen)
- hoer en tollenaar zijn onze lieve Heer ook dIerbaar (=hoe slecht je afkomst is, God houdt van je)
- hoogtij vIeren (=overvloedig aanwezig zijn)
- ieder kwartIer heeft zijn manIer. (=elke streek heeft haar eigen gebruiken)
- ieder oortje brengt zijn gIerigheid. (=zelfs om kleine dingetjes kunnen mensen hebzuchtig zijn (een oortje is een oude munteenheid))
- iedere stuiver brengt zijn gIerigheid mee. (=zelfs om kleine dingetjes kunnen mensen hebzuchtig zijn)
- iemand het vIerkante gat wijzen (=iemand de deur wijzen, wegsturen)
- iemand onder vIer ogen spreken (=praten met iemand zonder dat anderen erbij zijn)
- iemand uit kuIeren sturen (=iemand wandelen sturen - niet geven wat hij verlangt)
- in de papIeren lopen (=duur uitkomen, veel geld kosten)
- in hart en nIeren (=vanuit volle overtuiging)
- in het vizIer hebben (=in het oog hebben, binnen het gezichtsveld zijn)
- je eIeren goed naar de markt brengen (=met een rijke vrouw getrouwd zijn)
- je kan geen omelet maken zonder eIeren te breken (=soms moet men iets verliezen om een hoger doel te bereiken)
- je plezIer niet opkunnen (=er veel plezier aan beleven)
- jong bIer moet gisten (=kinderen hebben recht op plezier)
- kip zonder eIeren (=politieman)
- koud bIer maakt warm bloed. (=alcohol maakt aggressief)
- lieverkoekjes worden hIer niet gebakken (=zin of geen zin, je moet het doen)
- met open vizIer (=met eerlijke middelen)
- onder vIer ogen (=waarbij slechts twee personen aanwezig zijn)
- op een papIeren zoldertje lopen (=grote risico`s nemen)
- op eIeren lopen (=zeer voorzichtig handelen)
- paarden vallen ook al hebben zij vIer benen. (=iedereen maakt fouten)
- papIer is geduldig (=men kan veel schrijven)
- schraalhans is hIer keukenmeester (=weinig te eten hebben)
- tussen de vIer muren (=in een kamer opgesloten)
- twee koetsIers op één dak. (=beter is er maar één baas)
- vaatje zuur bIer (=een oude vrijster)
- van die boer, geen eIeren (=dit is een oplossing die men niet wenst)
- vechten tegen de bIerkaai (=een gevecht aangaan dat al bij voorbaat verloren is)
- werken als een rode lap op een stIer (=onmiddellijk erg kwaad maken)
- wIerook toezwaaien (=lof toezwaaien)
- zo arm als de mIeren (=straatarm)
- zo dood als een pIer (=geheel en al dood, als een aardworm die slap aan de hengel hangt)
- zo zeker als tweemaal twee vIer is (=absoluut zeker)
101 betekenissen bevatten `Ier`
- elk ziet door zijn eigen bril (=ieder ziet het op zijn eigen manIer)
- ieder bakt zijn koek zoals hij hem eten wil. (=iedereen behartigt zijn zaken, op een manIer zoals hij dat zelf wil.)
- een hennentaster (=iemand die zich druk maakt om ongelegde eIeren)
- iemand te grazen nemen (=iemand een gemene streek leveren, op gemene manIer er tussen nemen)
- iemand een kool stoven (=iemand op een onprettige manIer ertussen nemen)
- iemand geen haarbreed in de weg leggen (=iemand op geen enkele manIer ergens mee hinderen of tegenhouden)
- iemand de voet lichten (=iemand op gemene manIer de baan afnemen)
- de pret alleen hebben (=iemands plezIer bederven)
- je eigen naad naaien (=iets op zijn eigen manIer uitvoeren; eigenwijs zijn)
- de pil vergulden (=iets vervelends op zo vriendelijk mogelijke manIer zeggen)
- er als een berg tegen opzien (=iets voor zichzelf beschouwen als een zeer moeilijke, of onplezIerige, taak of omstandigheid)
- geen haar op mijn hoofd die er aan denkt (=ik wil hIermee niet akkoord gaan)
- in zijn vuistje lachen (=in jezelf ergens plezIer hebben / Op ietwat stiekeme wijze ergens voordeel van hebben)
- het is niet altijd kermis. (=je kunt niet altijd feestvIeren.)
- strelende katjes halen het vlees uit de pot. (=kijk uit voor overdreven vleIerij)
- jong bier moet gisten (=kinderen hebben recht op plezIer)
- de lijn trekken (=luIeren, niet voort werken)
- dieven met dieven vangen (=mensen die niet eerlijk zijn of gemeen, moet je op dezelfde manIer ook behandelen)
- het op een akkoordje gooien (=met elkaar afspreken iets op een bepaalde manIer aan te pakken)
- met hart en ziel (=met plezIer en passie)
- armoe op de stal is armoe overal (=met te weinig dIeren in de stal kun je geen geld verdienen)
- de zeug loopt met de tap weg (=nalatigheid is hIer troef)
- om vliegen te vangen (=om te luIeren (niets te doen))
- eten als een varken. (=ongemanIerd eten.)
- een liedje van verlangen zingen (=op allerlei manIeren een wens uitspreken)
- met de maat waarmee gij meet, zal u weder gemeten worden (=op de manIer zoals je een ander behandelt zal je ook zelf behandeld worden)
- op dezelfde voet voortzetten (=op dezelfde manIer)
- op díe fiets (=op die manIer)
- zo zijn we niet getrouwd (=op die manIer iets niet afgesproken hebben)
- op een andere leest schoeien (=op een andere manIer aanpakken)
- de steven wenden (=op een andere manIer de dingen gaan aanpakken)
- een andere toon aanslaan (=op een andere manIer tegen iemand gaan praten)
- met een hete aardappel in de keel praten (=op een bekakte manIer praten)
- iets door een gekleurde bril zien (=op een bevooroordeelde manIer naar de zaak kijken)
- door een donkere bril bekijken (=op een pessimistische manIer bekijken)
- leer om leer zijn (=op gelijke manIer straffen als de maner waarop iemand in de fout gegaan is)
- tussen de klippen doorzeilen (=op handige manIer alle moeilijkheden vermijden)
- iets in de wacht slepen (=op oneerlijke manIer verkrijgen, iets in bezit krijgen voor weinig geld)
- iemand aan de tand voelen (=op strenge manIer ondervragen)
- liever te dik in de kist dan een feestje gemist (=plezIer hebben is belangrijker dan lang leven)
- ze slaan een snoek (=roeIers die een slag met hun riem missen)
- bij de styx zweren (=styx is rivIer in onderwereld)
- uit de band springen (=uitbundig plezIer maken, zonder rekening te houden met de regels van orde en fatsoen)
- de bloemetjes buiten zetten (=uitbundig vIeren)
- uit de bol gaan (=uitbundig vIeren)
- voor de mast gediend hebben (=van gewone matroos opgeklommen zijn tot officIer)
- over heel veel schijven gaan (=veel hiërarchische of administratieve niveaus moeten zich ermee bemoeien)
- leef niet om te eten maar eet om te leven (=vergeet niet om ook plezIer te maken in het leven)
- een roze bril op hebben (=verliefd op iemand zijn en hIerdoor zijn/haar mindere kanten niet zien)
- zaken gaan voor het meisje. (=verplichtingen zijn belangrijker dan plezIer)
50 dialectgezegden bevatten `Ier`
- g'et Ier niets te bassen (=je hebt hIer niets te zeggen) (Wichels)
- Ge keud Ier allemoal mijne zak opbloazen (=Jullie kunnen mijn zak opblazen (ik doe niet meer mee) ) (Lokers)
- ge komt Ier nie binne mee eu natte kazakke (=je komt hIer niet binnen met je natte kleren) (Gents)
- ge kunt Ier oew koont nie kere (=het is hIer erg krap) (Oudenbosch)
- ge moed Ier 't zwin nie kom'n ofgeev'n (=hou op met die onbeleefdheid) (Wevelgems)
- ge moed Ier nie van joene bèr kom'm maak'n (=je moet hIer je boosheid niet komen ventileren) (Wevelgems)
- ge moet Ier oîgn up je gat één (=je moet hIer alles in het oog houden) (Lichtervelds)
- ge stoat Ier weere rond te droaie gelaak nen stront in ne ziekiemer (=je staat hIer weer niks te doen) (Gents)
- ge zit Ier op de trek (=het tocht hIer) (Oudenbosch)
- goa ét Ier niks te rittentitte (=je hebt hIer niets te maken / te zeggen) (Booms)
- goat Ier agauw' edoan zijn!! (=zal het hIer eindelijk eens ophouden!!) (Waregems)
- godder nog on beginnen of oe zit da 'd Ier (=werk nu door) (Sint-Niklaas)
- heid Ier nie te piep'n (=je hebt hIer niks te zeggen) (Roeselaars)
- hoe skeeët dat Ier (=hoe is de toestand Hoe zit het in elkaar) (Waregems)
- Ier det gebeurdj, zulle d'r nog hieël wat möskes kakke di-j nog gein vötje hebbe (=dat zal wel nooit gebeuren) (Weerts)
- Ier è wah van mun / mien. (=HIer, een kleinigheidje van mij.) (Zeeuws)
- Ier ester peper en zijt (=hIer is er van alles wat) (Gents)
- Ier goade giene peper kakken (=hIer zal je geen armoede lijden) (Gents)
- Ier ij Van Gogh (=Spuit 11 geeft gas) (Volendams)
- Ier is plek (plots) zat (=hIer is er plaats genoeg) (Sint-Niklaas)
- Ier kunde me doûdnijpen (=hIer heb ik erg veel pijn) (Sint-Niklaas)
- Ier makeerdiets (=hIer is iets niet juist (niet pluis) ) (Sint-Niklaas)
- Ier ziede gij mar mee toe te komme (=dit moet wel genoeg zijn) (Oudenbosch)
- Ier: Wad Ier es ' t (=Hoe laat is het) (Lebbeeks)
- Ij eet Ier niets te bassen (=Hij heeft hIer niets te zeggen) (Zelzaats)
- ik heej Ier un paor vurbilden meejgebrogt (=ik heb hIer een paar voorbeelden meegebracht) (Bredaas)
- is ter Ier etwod te kadiezn (=is hIer iets te verdienen) (Veurns)
- Je Moe Sinne Kop Ier Niemjè Twunnen (=hij heeft afgedaan) (Kortrijks)
- je peist dattent Ier ol te zeggn eet (=hij zet een grote mond op) (Kortemarks)
- Je zie-gie zeekr van al (h) Ier nie? Uitdrukking waarmee men iemand terechtwijst, die onrealistische voorstellen doet of onrealistische dingen verwacht van een ander. Zie ook 'Je zijt gij zeker van 't goed jaar' (=Jij zijt zeker van alhIer niet?) (Klemskerks)
- k- ruuk Ier allemaol zukke lekkere luchte (=waar ruikt het hIer zo lekker naar?) (Oudenbosch)
- kieken riek e kik Ier (=Kip ruik ik hIer) (Hams)
- komdisefkes Ier (=kom eens eventjes hIer) (Antwerps)
- kzèn Ier (=ik ben hIer) (`t-Heikes)
- nadaa ... (nadaa Ier zijt) (=nu jij ... (nu jij hIer bent)) (Kaprijks)
- ne gekoutigen iër (=een spraakzame heer) (Melseels)
- nie van lanst Ier (=niet uit de buurt) (Kaprijks)
- Oor es effe Ier (=Luister eens) (Volendams)
- op je Ier in doar kregen (=straf krijgen) (Urkers)
- ort e kir Ier ( i van pit) (=luister eens) (Veurns)
- os ge pêst da’t Ier nie goe genoeg is, awew goa tan op een ander woar da’t messchien beeder is (=is het hIer niet goed genoeg, misschien) (Kaprijks)
- pasop: 't is Ier een tertsjen-op (of: tertsjen-af) (=let op voor de trede) (Kaprijks)
- stekt ons iër zijn oëgen nie oit (=leg het er niet vingerdik op) (Denderleeuws)
- t és nog een énjeken van Ier (='t is nog veraf) (Meers)
- tang minne rekker Ier uit (=het verveelt mij) (Sint-Niklaas)
- tangt Ier mn bottn uut (=het hangt me de keel uit) (Kortemarks)
- tein wetje wa(d) Ier datet za zauën (=dan zal je weten hoe laat het is) (Liedekerks)
- tès Ier een Duvvekot (=het is hIer den uittocht) (Kortrijks)
- tes Ier ollemolle van oes / toeze (=het is hIer allemaal van ons / het onze) (Waregems)
- tis Ier duuvels vandiesje (=het is hIer een puinhoop) (Lichtervelds)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen