Spreekwoorden met `wil`

Zoek


77 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `wil`

  1. als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen (=iemand die meer wil dan hij kan, maakt zich snel belachelijk)
  2. als de bruid verpatst is wordt zij gewild. (=wat niet meer beschikbaar is lijkt aantrekkelijker voor anderen)
  3. april doet wat hij wil (=april geeft onvoorspelbaar weer)
  4. dat zijn ze niet die `t wilhelmus blazen (=dat zijn onze vrienden niet)
  5. de boter alleen op zijn koek willen hebben (=de anderen niets gunnen - zelf alles willen hebben)
  6. de dood wil een oorzaak hebben. (=het is belangrijk onm te weten waarom iets gebeurt)
  7. de geest is gewillig maar het vlees is zwak. (=geef niet toe aan verboden verleidingen)
  8. de harp aan de wilgen hangen (=de bezigheden stopzetten)
  9. de lier aan de wilgen hangen (=zijn bezigheden stopzetten)
  10. de maan met de handen willen grijpen (=het onmogelijke willen doen)
  11. de vuilste varkens willen altijd het beste stro. (=mensen die het niet verdienen willen evengoed het beste)
  12. de wereld wil bedrogen zijn. (=mensen trappen steeds weer in hetzelfde praatje)
  13. de wil voor de daad nemen. (=waarderen dat het goed bedoeld is ook al pakte het anders uit)
  14. een droge maart en een natte april is de boeren naar hun wil (=weerspreuk)
  15. een leugentje om bestwil (=een leugen met een goede bedoeling)
  16. een paard dat stormt en een meisje dat wil trouwen zijn niet tegen te houwen. (=niet tot iets anders te bewegen)
  17. een wild haar in de neus hebben (=onbezonnen en wild zijn)
  18. eerste viool willen spelen (=de meest prominente taak willen vervullen, bijvoorbeeld als leider of woordvoerder van de groep)
  19. er een nachtje over willen slapen (=er eerst over na willen denken)
  20. er ei of kuiken van willen hebben. (=alles willen weten)
  21. er haring of kuit van willen hebben (=precies willen weten hoe het in elkaar steekt)
  22. er zijn pink wel voor willen geven (=iets heel graag willen hebben)
  23. geen heilige zo klein of hij wil zijn kaarsje hebben. (=mensen vertellen graag wat voor goeds ze hebben gedaan)
  24. geen zo kleine sant of hij wil zijn kaars hebben (=ook de mindere machten moet men gunstig stemmen)
  25. haar wil is wet (=als wat zij wil niet gebeurt, dan ontstaan er grote conflicten)
  26. haring of kuit ergens van willen hebben (=hij wil iets zeker weten of uitgezocht zien)
  27. het ei wil wijzer zijn dan de kip (=kinderen willen wijzer zijn dan de ouders)
  28. het fijne ervan willen weten (=willen weten wat er precies aan de hand is)
  29. het is bij de (wilde) beesten af (=het is verschrikkelijk; het is schandalig)
  30. het laatste woord willen hebben (=de baas willen zijn)
  31. het naadje van de kous willen weten (=alle details willen weten)
  32. het onderste uit de kan willen (=het uiterste willen)
  33. het oog wil ook wel wat (=het uiterlijk van iets speelt ook een rol)
  34. het vet wil boven drijven. (=rijke mensen willen domineren)
  35. hoger willen vliegen dan men kan (=meer willen doen dan men kan)
  36. ieder bakt zijn koek zoals hij hem eten wil. (=iedereen behartigt zijn zaken, op een manier zoals hij dat zelf wil.)
  37. iets voor geen goud willen doen (=iets absoluut niet willen doen)
  38. ik wil hogerop, zei de jongen en hij kwam aan de galg. (=bereik je doel op een eerlijke manier)
  39. in het wild lopen (=ongeregeld verlopen)
  40. in het wilde weg (=zonder overleg)
  41. je kinderen in het wild laten opgroeien (=zijn kinderen geen (of een slechte) opvoeding geven)
  42. je wilde haren verliezen (=ouder en rustiger worden)
  43. kreupel wil altijd voordansen (=de zwaksten willen het hoge woord hebben)
  44. krom jezelf als je door de wereld wilt komen (=je moet er wat voor over hebben om iets te bereiken)
  45. maak je bed zoals je wilt slapen (=iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden)
  46. men poot de aardappelen wanneer men wil, ze komen toch niet in april (=boerenregel. Aardappelen komen pas in mei uit)
  47. met de beste wil van de wereld (=hoe graag ik het ook wil, het zal niet lukken)
  48. met de kop door de muur willen (=het onmogelijke willen)
  49. met iemand niet willen oversteken (=niet in iemands plaats willen zijn)
  50. met onwillige honden is het slecht hazen vangen (=het is moeilijk om samen te werken met mensen die niet willen)

161 betekenissen bevatten `wil`

  1. buiten spel blijven (=(willen) proberen niet betrokken te zijn)
  2. op een letter doodblijven (=absoluut niets veranderd willen zien)
  3. je vergalopperen (=al te snel iets willen doen)
  4. het naadje van de kous willen weten (=alle details willen weten)
  5. de wereld op zijn duim kunnen draaien (=alles doen wat iemand wil)
  6. zo vrij als een vogeltje in de lucht (=alles kunnen doen en laten wat iemand wil)
  7. er ei of kuiken van willen hebben. (=alles willen weten)
  8. je kan niet alle meisjes haten om één (=als je bent getrouwd wilt dat niet zeggen dat vrouwen je niet meer interesseren)
  9. kunst baart gunst. (=als je ergens bedreven in bent zijn anderen toegevender en welwillender)
  10. mejen kan geen paard al lopende beslaan. (=als je het werk goed wil doen, moet je er de tijd voor nemen)
  11. allemans vriend is allemans gek. (=als je iedereen te vriend wil houden, zal men misbruik van je maken.)
  12. als je hem een vinger geeft, neemt hij de hele hand (=als je iemand een beetje helpt, wil diegene altijd je hulp)
  13. waar een wil is is een weg (=als je iets echt wilt, dan zul je ook slagen /de weg vinden naar je doel)
  14. uitstel is geen afstel (=als je iets uitstelt wil dat nog niet zeggen dat je het nooit meer gaat doen)
  15. wie een hond wil slaan, vindt altijd wel een stok (=als je kritiek wil hebben op iemand, vind je altijd wel een reden)
  16. haar wil is wet (=als wat zij wil niet gebeurt, dan ontstaan er grote conflicten)
  17. wie veel begeert veel ontbeert (=altijd meer willen maakt ongelukkig)
  18. niets dan wonden en builen zoeken (=altijd willen vechten)
  19. het hoogste woord hebben (=baas zijn (of willen zijn))
  20. iets op je lever hebben (=dat je nog iets wilt uiten, dat er iets is dat je heel erg dwars zit en dat gezegd moet worden)
  21. id est (=dat wil zeggen)
  22. volgens Bartjens (=de allereenvoudigste rekenstof (als referentie aan onderwijzer willem Bartjens die een bekend rekenboekje schreef))
  23. de boter alleen op zijn koek willen hebben (=de anderen niets gunnen - zelf alles willen hebben)
  24. het laatste woord willen hebben (=de baas willen zijn)
  25. pap in de benen hebben (=de benen willen niet meer vooruit)
  26. de jongste schepen wijst het vonnis (=de kinderen willen het het best weten)
  27. eerste viool willen spelen (=de meest prominente taak willen vervullen, bijvoorbeeld als leider of woordvoerder van de groep)
  28. lector benevolente (=de welwillende lezer)
  29. mundus vult decipi (=de wereld wil bedrogen worden)
  30. kreupel wil altijd voordansen (=de zwaksten willen het hoge woord hebben)
  31. wie schrijft, die blijft. (=documenteer alles goed voor je eigen bestwil)
  32. het rijk alleen hebben (=doen en laten wat je wil)
  33. de bezem uitsteken (=doen en laten wat men wil als de baas of leidinggevende er niet is)
  34. altijd brood eten verdriet ook. (=een mens wil ook eens een verzetje.)
  35. iets in je vaandel schrijven. (=een principe waar je je per se aan vast wilt houden)
  36. Poolse landdag (=een wilde, ongeregelde bijeenkomst)
  37. willen weten welk vlees men in de kuip heeft (=eerst willen weten hoe iemand is)
  38. er een nachtje over willen slapen (=er eerst over na willen denken)
  39. er zijn mond niet aan vuil maken (=er niets over willen zeggen)
  40. de schouders ophalen (=er zich niets van aantrekken - er niets over willen weten)
  41. er zijn kapers op de kust (=er zijn er die willen meeprofiteren)
  42. er Spaans aan toe gaan (=erg wild en rumoerig aan toe gaan)
  43. geen oren hebben naar iets (=ergens niet naar willen luisteren)
  44. niet op mijn weg liggen (=ergens niets mee te maken hebben of niet mee willen bemoeien)
  45. achter de schermen blijven (=geen bekendheid ergens mee willen krijgen terwijl diegene het wel bedacht heeft)
  46. niet thuis zijn van (=geen verstand hebben van - niet willen weten van)
  47. op één been kan je niet lopen. (=gezegd als je één drankje gehad hebt en meer wilt)
  48. als de rechte Adam komt gaat Eva mee (=gezegd van `n meisje dat liever niet wil trouwen)
  49. alle goede dingen bestaan in drieën (=gezegd van iets waarvan men er twee heeft en een derde wil krijgen)
  50. met een baksteen in de maag geboren worden (=graag een huis willen hebben dat van jezelf is, dat je eigendom is)

50 dialectgezegden bevatten `wil`

  1. (waar is die gevelsteen van de ambachtsschool fan mien fader bleven?) (=waar een wil is, is een weg) (Leewarders)
  2. 'k 'n wil ui nie in de reedns voln, moar... (=ik doe geen afbreuk aan uw woorden, maar...) (Waregems)
  3. 'k wil 't wiet'n (=ik wil het weten) (Westerkwartiers)
  4. 'k wil eev'm de bericht'n heur'n (=ik wil even de nieuwsuitzending horen) (Westerkwartiers)
  5. 'k wil hier dood nog niet zien worden (=Hier wil ik echt niet zijn.) (Drents)
  6. 'k wil wiet'n wat veur vlees ik ien 'e kuup heb (=ik wil weten wat ik daar aan heb) (Westerkwartiers)
  7. 'n profeet wordt ien zien eig'n laand niet eerd (=men wil van eigen inwoners niet zo pochen) (Westerkwartiers)
  8. 't ej uit zijn gat vroan (=hij wil alles weten) (Kaprijks)
  9. 't es te zegn (=dit wil zeggen (dwz.) ) (Waregems)
  10. 't meer is ok nooit vol (=wie veel heeft wil er nog meer bij) (Westerkwartiers)
  11. 't oog wil ok wat! (=het moet niet alleen goed zijn, het moet ook mooi zijn) (Westerkwartiers)
  12. 't wil niks vlott'n (=het schiet niets op) (Westerkwartiers)
  13. 't'n e (s) nie nur mijn goeste (=het is niet zoals ik het wil (de) ) (Waregems)
  14. ‘k wil net zegge……. (=Dat bedoel ik! (Maar!)) (Utrechts)
  15. ' k wil ' em niet veur de kop steut' n (=ik wil hem niet beledigen) (Westerkwartiers)
  16. ' k zit hier niet om vlieg' n te vang' n (=als ik hier ben wil ik ook wat doen) (Westerkwartiers)
  17. ' k' n wille gieën aklegoaries (='k wil geen problemen) (Waregems)
  18. ' t meer is nooit vol (=wie al veel heeft wil nog meer) (Westerkwartiers)
  19. ' t mot eerst warre wil ' t reeje (=Het moet eerst een rommel zijn wil het weer netjes worden) (Alblasserdams)
  20. ' t oog wil ok wat (=het moet er ook nog eens goed uit zien) (Westerkwartiers)
  21. a schiet onder men doaven (=hij wil zaken afnemen) (Nijlens)
  22. a volanté (=zoveel als je wil) (Brugs)
  23. a wiltj a uituër'n (=hij wil je de pieren uit de neus halen) (Meers)
  24. A'j nen döl noar t maark steurt, hebt de koopleu wil (=Als je een sufferd naar de markt stuurt, hebben de kooplui plezier) (Twents)
  25. aan de grode klok hang'n (=aan elk vertellen die het maar wil horen) (Westerkwartiers)
  26. aan heur heb 'k gien boodschap (=met haar wil ik niets van doen hebben) (Westerkwartiers)
  27. aaner onnerwaarp . . (=ik wil het hierover niet meer hebben) (Westerkwartiers)
  28. ae wil nie in 't garieël, ae wild'em nie voegen (=hij doet niet wat er van hem verlangt wordt) (Wichels)
  29. aïs oep sai pünt, ... sikuur (zeker <1930) (=over iemand die alles piekfijn in orde wil hebben) (Kalforts)
  30. Als God het wil (=Alstublieft God) (limburgs)
  31. Ami (=In de war / niet weten wat je wil) (Amsterdamse straattaal)
  32. anne van de koesj of trauën (=handen van de koets of trouwen gezegd tegen iemand die een gehuwde vrouw niet ongemoeid wil laten) (Meers)
  33. as de boer mij niet holl'n wil, zee de knecht, wil ik niet langer bliev'm (=als men de eer aan zichzelf wil houden) (Westerkwartiers)
  34. as et nie geet, bok et mèr (=als het niet wil barsten, breekt het maar) (Munsterbilzen - Minsters)
  35. as ge ni oud wilt weurre moet a mor joenk oephange (=als je niet oud wil worden moet je je maar jong ophangen) (Antwerps)
  36. As ge nou oe-en bèk nie houdt, dan sloa ik daluk al oe krulle uit oe hoar (=Moeder wil jengelend kind stil krijgen) (Bosch)
  37. as het raengert, doen vae waaj èn mestriech, vae loeêten het mér valle (=wat ga je er aan doen, als het wil regenen, regent het maar) (Munsterbilzen - Minsters)
  38. As hi'j het in de kop ef,dan ef hi'j het niet in de konte (=Hij zet wel door zo hij het wil) (Giethoorns)
  39. as ich den heilen daog gëmékkër wil heire dan koop ich mich wol een geet èn plak van ën vroo (=soms liggen de oplossingen er al voordat er een probleem zich voordoet) (Munsterbilzen - Minsters)
  40. as ich tich wor, kroeëmde ich mèr ès stillekes op (=wil je misschien opkrassen) (Munsterbilzen - Minsters)
  41. as je de kat op 't spek bien'd wil 'er 't niet vreet'n (=wanneer iemand een aanbod weigert) (Westerkwartiers)
  42. As ut hoi ut perd noalupt wil ut gevrète zien (=Als een meisje een jongen naloopt in plaats van andersom) (Zurriks)
  43. As ut hooi ut perd achterna komt, willut gevrete worre (=Zij wil een man) (Allefs)
  44. asset lukt kalleft den os! (=ja als! Er moet een wonder gebeuren wil het lukken.) (Tilburgs)
  45. Assie ger blert, dan blert ie ger. (=Als hij wil schreeuwen, dan laat hem toch doen.) (brabants)
  46. aste kèndër sjiks, kraajgste kènder taus (=je kan niet méér terugkrijgen dan je wil geven) (Munsterbilzen - Minsters)
  47. aste nie wils leistere, moesset mèr besniete (=wie niet wil luisteren, moet het maar voelen) (Munsterbilzen - Minsters)
  48. aste nie wilts heire, moeste mèr viele (=als je niet wil horen, moet je het maar voelen) (Munsterbilzen - Minsters)
  49. astë wils dat ët miëlëke blif draeë, moeste zërge dattër genoeg wènd ès (=als je wil dat je goed kan leven, moet je zorgen voor inkomsten) (Munsterbilzen - Minsters)
  50. au uuëgen zèen gruuëter dan oan'n buik (=je hebt teveel opgeschept (ook: je wil meer dan je aankunt)) (Wichels)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen