Spreekwoorden met `werpen`

Zoek

20 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `werpen`

  1. de bijl naar de steel werpen (=iets geheel opgeven)
  2. de kap op de tuin werpen (=zijn priester- of kloostergelofte verbreken)
  3. de kolf naar de bal werpen (=het opgeven)
  4. de lont in het kruit steken/werpen (=een uitbarsting veroorzaken)
  5. de lont in het kruit werpen (=mensen laten loskomen, opstoken)
  6. de teugels afwerpen. (=het loslaten van regels en verantwoordelijkheden)
  7. een spiering uitwerpen om een kabeljauw te vangen (=iets kleins aan een ander geven met de gedachte zelf iets groots terug te krijgen)
  8. het juk afschudden/afwerpen (=zich vrijmaken)
  9. iemand de handschoen toewerpen (=iemand ergens toe uitdagen of met iemand de strijd willen aangaan)
  10. iemand iets voor de voeten werpen (=iemand beschuldigen van iets)
  11. iemand uit het zadel werpen (=iemand wegwerken, iemand in verlegenheid brengen)
  12. in de schoot werpen (=zonder enige moeite geven)
  13. je schaduw vooruit werpen (=zich onheilspellend aankondigen)
  14. je volle gewicht in de strijd werpen (=zich er volledig voor inzetten)
  15. op de markt werpen (=overal aanbieden)
  16. oude schoenen wegwerpen voor men nieuwe heeft (=het onzekere voor het zekere nemen)
  17. overboord werpen (=niet langer gebruiken, ervan afzien)
  18. parels/paarlen voor de zwijnen werpen (=het goede verspillen aan hen die het niet verdienen/waarderen)
  19. rozen (paarlen) voor de zwijnen werpen (=geld of moeite verspillen aan iets nutteloos)
  20. voor de schenen/voeten werpen (=ermee confronteren)

7 betekenissen bevatten `werpen`

  1. wat de heren wijzen moeten de gekken prijzen (=aan beslissingen van het hoger gezag moet men zich onderwerpen)
  2. in de tredmolen lopen (=de dagelijkse sleur volgen - zich onderwerpen)
  3. onder het juk brengen (=onderwerpen)
  4. een rollende steen vergaart geen mos. (=voortdurende verandering werpen vaak geen vruchten af)
  5. onder het juk moeten doorgaan (=zich aan andermans macht moeten onderwerpen)
  6. naar Canossa gaan (=zich aan een ander onderwerpen)
  7. opzitten en pootjes geven (=zich onderwerpen aan een verplicht gesprek)

9 dialectgezegden bevatten `werpen`

  1. de kat / hond moet jungen / jungere (=De kat / hond moet jongen werpen) (Walshoutems)
  2. de zoeg moet kudderen (=De zeug moet werpen) (Walshoutems)
  3. kremke sjieëte (=spel waarin getracht wordt een geldstuk of ander voorwerp zo kort mogelijk bij een lijn te werpen en ventueel tegelijkertijd een luciferdoosje met een munt erop om te kegelen) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. Lietsje. (WT) (=Kinderspel: Met centen over een streep werpen) (Mechels (NL))
  5. omoog roûn (=in de hoogte werpen) (Sint-Niklaas)
  6. pallets slingeren (=pallets het vuur in werpen) (Westlands)
  7. spek in 't hóngdenest gooien (=paarlen voor de zwijnen werpen) (Huizers)
  8. vlemke sjieëte (=met een steen zo vlak mogelijk over het water werpen zodat hij meermaals de oppervlakte raakt (vlam maakt)) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. ze's on t jongeren (=jongen werpen (vb van een kat)) (Meers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen