Spreekwoorden met `late`

Zoek


88 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `late`

  1. alle hoop de bodem in (laten) slaan (=door iets geen enkele hoop meer (laten) hebben)
  2. de bastaard van de graaf wordt later bisschop (=alleen hoge heren kunnen hun buitenechtelijke kinderen een toekomst bieden)
  3. de boel de boel laten. (=tijdelijk afstand nemen van een lastige situatie of probleem)
  4. de bui over laten drijven. (=niet reageren op een moeilijke situatie)
  5. de hakken laten zien (=zich uit de voeten maken)
  6. de horens laten zien (=zich vijandig tonen)
  7. de kaas niet van het brood laten eten (=de voordelen niet zomaar laten afpakken)
  8. de kerk in het midden laten (=bij een meningsverschil geven beide personen wat toe om het eens te worden)
  9. de kerk midden in het dorp laten. (=het laten zoals het is)
  10. de kogel door de kerk laten gaan (=de beslissing nemen)
  11. de lip laten hangen (=de moed opgeven, pruilen)
  12. de ratten verlaten het zinkende schip (=als de omstandigheden verslechteren denken sommigen alleen aan zichzelf en vertrekken)
  13. de rode haan laten kraaien (=iets in brand steken)
  14. de tanden laten zien (=zich heel erg fel verdedigen)
  15. de teugels laten vieren (=een minder streng beleid voeren)
  16. de vijl erover laten gaan (=er de scherpe kantjes van afhalen)
  17. de vogel over het net laten vliegen (=goede kansen niet aangrijpen)
  18. de vogel over het touw laten gaan. (=een kans niet benutten)
  19. de wind niet door de hekken laten waaien (=elke gelegenheid te baat nemen)
  20. denken moet je aan een paard overlaten, dat heeft een groter hoofd (=niet te veel denken maar doen)
  21. denken moet je aan een paard overlaten, die hebben een groter hoofd. (=je moet niet te veel denken)
  22. een ander liedje laten zingen (=mores leren, van gedacht doen veranderen)
  23. een ei in het nest laten (=iets op voorraad hebben)
  24. een flater slaan (=een nogal domme fout maken)
  25. een proefballonnetje oplaten (=door het doen van een uitspraak de mening van anderen peilen)
  26. een steek laten vallen (=een fout maken.)
  27. een veer (moeten) laten (=met minder genoegen moeten nemen)
  28. er een laten vliegen (=een wind laten)
  29. er geen gras over laten groeien (=onmiddellijk profiteren, uitvoeren)
  30. er geen spaan van heel laten (=iets compleet vernielen)
  31. geen middel onbeproefd laten (=alles proberen om een doel te bereiken.)
  32. genade voor recht laten gelden (=de straf kwijtschelden)
  33. het achterste van je tong (niet) laten zien (=zich (niet) meteen laten kennen; (n)iets verbergen)
  34. het een eind uit de broek laten hangen (=royaal zijn)
  35. het er niet bij laten zitten (=niet opgeven)
  36. het hoofd laten hangen (=treurig zijn - het opgeven)
  37. het huisje bij het schuurtje houden/laten (=geen onnodige uitgaven doen)
  38. het kastje bij het muurtje laten blijven (=de dingen niet gaan overdrijven)
  39. het kippenei grijpen en het ganzenei laten lopen (=een verkeerde keuze maken)
  40. het maar in het midden laten (=niet argumenteren)
  41. het veulen laten draven. (=gaan plassen)
  42. het zinkende schip verlaten (=ervandoor gaan als de zaak misgaat)
  43. hoe later op de avond, hoe schoner volk. (=vriendelijke of juist schertsende verwelkoming van late bezoekers)
  44. hoe later op de avond/dag hoe schoner volk (=schertsend gezegd bij het laat binnenkomen van vrienden of familie)
  45. iemand de hielen laten zien (=inhalen of beter presteren dan de ander)
  46. iemand de vrije teugel laten. (=iemand zijn eigen gang laten gaan)
  47. iemand in zijn eigen sop gaar laten koken (=iemand aan zijn lot overlaten (iemand die iets niet goed gedaan heeft))
  48. iemand in zijn eigen vet gaar laten smoren (=iemand die iets misdaan heeft aan zijn lot overlaten)
  49. iemand laten barsten (=iemand helemaal niet helpen, aan zijn lot overlaten)
  50. iemand links laten liggen (=doen alsof iemand er niet is, niet bemoeien met iemand)

135 betekenissen bevatten `late`

  1. distels trekken is distels stekken (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
  2. distels maaien is distels zaaien (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
  3. distels breken is distels kweken (=`maar distels laten staan, is distels laten vergaan`)
  4. fiolen van toorn over iemand uitstorten (=aan iemand duidelijk laten blijken dat je kwaad op diegene bent)
  5. ruw laten stikken (=aan zijn lot overlaten)
  6. in zijn eigen vet gaar koken (=aan zijn lot overlaten (iemand die iets misdaan heeft))
  7. het achter de ellebogen hebben (=achterbaks; zonder zijn zelfzuchtige bedoelingen te laten zien)
  8. het doel heiligt de middelen (=alle middelen zijn toegelaten, zolang het doel maar bereikt wordt)
  9. zo vrij als een vogeltje in de lucht (=alles kunnen doen en laten wat iemand wil)
  10. iemand tot op zijn hemd uitkleden (=alles van iemand afnemen, een te hoge prijs laten betalen)
  11. gezelligheid kent geen tijd (=als het gezellig is, is het niet erg als het wat later wordt)
  12. als het schip lek is, gaan de ratten van boord. (=als het verkeerd loopt, laten valse vrienden je in de steek)
  13. jong te paard, oud te voet (=als je in je jeugd erg wordt verwend, krijg je het later erg moeilijk)
  14. met alle winden waaien (=altijd iedereen gelijk geven / door alles en iedereen laten beïnvloeden)
  15. van leer trekken (=beginnen met vechten, duidelijk laten merken dat iets als vervelend ervaren wordt)
  16. dat is vers twee. (=dat is voor later)
  17. de boer op gaan (=de (niet-fysieke) markt opgaan om iets te verkopen / verdwalen / de stad verlaten)
  18. in het honderd sturen/lopen (=de boel met opzet mis laten lopen, in de war laten lopen)
  19. in de kerk geboren zijn (=de deur open laten staan)
  20. de gelegenheid bij de haren grijpen (=de kans niet laten voorbijgaan)
  21. roet in het eten gooien (=de pret bederven of een plan laten mislukken)
  22. de kaas niet van het brood laten eten (=de voordelen niet zomaar laten afpakken)
  23. de baars vergallen (=de zaak laten mislukken)
  24. zoete broodjes bakken (=dingen zeggen om een goede indruk achter te laten bij mensen met invloed)
  25. scherven brengen geluk. (=dit zeg je om iemand zich minder schuldig te laten voelen)
  26. het rijk alleen hebben (=doen en laten wat je wil)
  27. de bezem uitsteken (=doen en laten wat men wil als de baas of leidinggevende er niet is)
  28. je uit de markt prijzen (=door eigen toedoen laten anderen diegene links liggen)
  29. alle hoop de bodem in (laten) slaan (=door iets geen enkele hoop meer (laten) hebben)
  30. het paard van Troje binnenhalen (=door onnadenkendheid of onnozelheid de vijand toelaten)
  31. jezelf op de borst slaan (=duidelijk aan de omgeving laten weten dat men ergens bijzonder trots op is)
  32. eet vis, als er vis is. (=een gunstige gelegenheid moet men niet ongebruikt laten voorbijgaan.)
  33. iets in petto houden (=een mededeling voor later bewaren)
  34. iemand het voordeel van de twijfel gunnen (=een onzekere factor voor hem zo gunstig mogelijk laten meetellen)
  35. een paar mensen optrommelen (=een paar mensen laten komen)
  36. van de bok (laten) dromen (=een pak slaag (laten) krijgen)
  37. een meid en een aardappel kies je zelf (=een vrouw kun je niet door iemand anders laten uitkiezen)
  38. er een laten vliegen (=een wind laten)
  39. doorgestoken kaart (=er is heel duidelijk iets mis! Hier is getracht om iemand te laten geloven dat er bij toeval iets gebeurt, terwijl het in feite van tevoren gearrangeerd is)
  40. er een plasje overheen doen (=ergens een kleine wijziging in aan (laten) brengen, dat wel duidelijk laat zien dat de afzender iemand van belang is)
  41. zuur opbreken (=ergens mee in moeilijkheden komen (later))
  42. een oude vogel is niet licht te vangen. (=ervaren mensen laten zich niet makkelijk foppen.)
  43. je ziel in lijdzaamheid bezitten (=gelaten het ongelijk verdragen)
  44. in ere houden (=goed onderhouden, niet laten voorbijgaan)
  45. zwijgen in alle talen (=helemaal niets zeggen, niets van zich laten horen)
  46. in Rome geweest zijn, maar de Paus gemist hebben (=het belangrijkste laten schieten)
  47. de vingers jeuken hem (=het bijna niet kunnen laten er op los te slaan)
  48. de kerk midden in het dorp laten. (=het laten zoals het is)
  49. de teugels afwerpen. (=het loslaten van regels en verantwoordelijkheden)
  50. door de zure appel (heen)bijten (=het onaangename doen of over zich heen laten gaan)

18 dialectgezegden bevatten `late`

  1. ' kem eur alle oeke van de slopkamer late zieng (=ik he haar alle hoeken van de kamer laten zien, wilde sex gehad) (Antwerps)
  2. ' t Sal nen lembeeksen word' n (=Het zal een late avond worden) (Evergems)
  3. An hard lopen he-j nich völ, iej mot op tied van hoes goan. Wel te late is opstoan, möt n heeln dag op n draf goan (=Achter de feiten aanlopen) (Twents)
  4. dan mot oeweige betets late n-ore (=als je het maar op tijd laat weten) (Oudenbosch)
  5. De lip te lang late hange (=Je mond voorbij praten) (betuws)
  6. Dees weik stautem mètte vruuge en teneuste weik stautem mètte laute (=Deze week moet hij de vroege shift doen en volgende week de late shift) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  7. Ge moet ew nie op auwe kop late kakke (=Je moet je niet laten doen) (Mols)
  8. Hij hep een koekie uit het trommeltje late falle (=Hij heeft een scheet gelaten) (Amsterdams)
  9. Iej könt oe pas joonk veulen a'j oald bint en dan is ' te late (=Je kunt je pas jong voelen als je oud bent en dan is het te laat) (Twents)
  10. Ik hèèw de feugel over 't net late vliêge (=Ik heb de kans voorbij laten gaan) (Texels)
  11. Je eige late doorblaffe (=Geslachtsgemeenschap (vrouw)) (Rotterdams)
  12. kzalem es zjuzeke late zien (=zal hem eens liggen hebben) (Wolvertems)
  13. mei de loate stoan (=in een late shift werken) (Winksels)
  14. Oep oeve kop late schaate of de kijs van oeven boterham laten halen (=Je laten doen) (Sint-Katelijne-Waver)
  15. Tes uure van poliese (=Het is al late avond en tijd om naar huis of bed te gaan) (Zottegems)
  16. verlore late goan (=verspillen) (Antwerps)
  17. Zachies late zitte en hard bij weglope (=Zo moet het maar) (Westfries)
  18. Ze heb de aker in de bak valle late (=Nog voor het huwelijk zwanger raken) (Westfries)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen