zelfverzekerd

bijv.naamw.
Uitspraak:  [zɛlfərˈzekərt]
Afbreekpatroon:  zelf·ver·ze·kerd

(van iemand) met veel zelfvertrouwen
Voorbeelden:  `een zelfverzekerde deelnemer aan de wedstrijd`,
`zelfverzekerd antwoorden`
Antoniem:  onzeker
Synoniem:  zelfbewust


Synoniemen
assertief   gedecideerd   vast   zeker   zelfbewust   bang (antoniem)   onzeker (antoniem)   

Intensiveringen
Uitdrukkingen die zelfverzekerd betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
man van de wereld;

3 definities op Encyclo
  • zeker van jezelf, vol zelfvertrouwen vb: zelfverzekerd nam hij het woord
  • 1) Parmantig 2) Gedecideerd 3) Stevig in zijn schoenen staand 4) Vast 5) Assertief 6) Astrant 7) Astrantig 8) Zeker 9) Zelfbewust 10) Vol vertrouwen 11) Zonder vrees
  • Zelfverzekerd is zelfvertrouwen hebben; overtuigd zijn van eigen kunnen. [basiswoordenlijst groep 7]
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met zelfverzekerd:
zelfverzekerdheid

Taaladvies
Is zelfzeker correct? Zie Zelfzeker / zelfverzekerd

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent zelfverzekerd?
'(van iemand) met veel zelfvertrouwen'
Hoe spel je zelfverzekerd?
zelfverzekerd spel je Z E L F V E R Z E K E R D
Wat is een ander woord voor zelfverzekerd?
Andere woorden voor zelfverzekerd zijn assertief, gedecideerd, vast, zeker en zelfbewust.
Wat is het tegenovergestelde van zelfverzekerd?
Antoniemen van zelfverzekerd zijn bangonzeker en onzeker.

Op andere websites
Zoek zelfverzekerd op Woordenlijst.org
Zoek zelfverzekerd op Google
Zoek zelfverzekerd op Wikipedia