I voorbij
bijv.naamw.
| Uitspraak: | [vor'bɛi] |
| Afbreekpatroon: | voor·bij |
wat gebeurd is | Voorbeeld: | `de voorbije jaren` | |
| Antoniem: | volgend |
| Synoniem: | vorig |
II voorbij
bijwoord
| Uitspraak: | [vor'bɛi] |
| Afbreekpatroon: | voor·bij |
1) voorbijgegaan (2), voorbijgereden enz. | Voorbeelden: | `Wacht tot de trein voorbij is.`, `Zijn we je huis nu al voorbij?` | |
| de schaamte voorbij | (als je je nergens meer voor schaamt) |
2) wat tot het verleden behoort | Voorbeeld: | `De winter is voorgoed voorbij.` | |
| Synoniem: | afgelopen |
III voorbij
voorzetsel
| Uitspraak: | [vor'bɛi] |
| Afbreekpatroon: | voor·bij |
verder dan | Voorbeeld: | `Voorbij de stoplichten neem je de tweede straat rechts.` | |
Synoniemen
af afgedaan afgelopen beëindigd gedaan geëindigd gepasseerd gepleegd gereed klaar langs oud over passé uit verleden verlopen verstreken vervallen voltooid vorig volgend (antoniem) Spreekwoorden en zegswijzen
•
voorbij de schout zijn deur mogen dragen
(=wel gezien mogen worden)• regen in mei, dan is april
voorbij (=de natuur kiest vanzelf de goede volgorde)• je mond
voorbij praten
(=meer zeggen dan dat er gezegd mag worden en/of het verklappen van een geheim)• het gaat aan zijn neus
voorbij (=hij loopt iets mis)• er komt een dominee
voorbij (=er valt een plotselinge stilte in een rumoerig gezelschap)Toon alle 6 spreekwoorden die voorbij bevatten7 definities op Encyclo
- •wat al in het verleden ligt.
- in de lengterichting ervan vb: Koosje liep voorbij de ramen Synoniem: langs verder dan dat vb: Quincy woont voorbij de voetbalvelden
- verstreken, achter de rug vb: in de voorbije jaren is veel gebeurd een kans voorbij laten gaan [hem niet benutten]
- wat vanzelf weer afloopt vb: de uren kropen voorbij
- 1) Beëindigd 2) Langsheen 3) Langs 4) Verstreken 5) Vervallen 6) Passé 7) Para 8) Achter de rug 9) Over en uit 10) Over 11) Voorzetsel 12) Vervlogen 13) Oud 14) Nummer van Marco Borsato 15) Nummer van Paul de Leeuw 16) Vorig 17) Bijwoord 18) Afgedaan 19) Afgelopen 20) Voltooid 21) Gebeurd 22) Uit
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden beginnen met voorbij:
•
voorbijgaan•
voorbijgaan aan•
voorbijgaand•
voorbijganger•
voorbijkomen•
voorbijlopen•
voorbijrijden•
voorbijschieten•
voorbijsteken•
voorbijstreven•
voorbijtrekken•
voorbijvaren•
voorbijvliegen•
voorbijzienHerkomst volgens etymologiebank.nl
voorbij (bijwoord van richting; voorzetsel)Taaladvies
Zijn
gedaan en
voorbij synoniemen?
Zie Gedaan / voorbijVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent voorbij?
'wat gebeurd is'
Hoe spel je voorbij?
voorbij spel je V O O R B I J
Wat is een ander woord voor voorbij?
Andere woorden voor voorbij zijn af, afgedaan, afgelopen, beëindigd, gedaan, geëindigd, gepasseerd, gepleegd, gereed, klaar, langs, oud, over, passé, uit, verleden, verlopen, verstreken, vervallen, voltooid en vorig.
Wat is het tegenovergestelde van voorbij?
Een antoniem van voorbij is volgend.Op andere websites
Zoek
voorbij op Woordenlijst.org
Zoek
voorbij op Google
Zoek
voorbij op Wikipedia