uitdoen

werkw.
Uitspraak:  [ˈœydun]
Afbreekpatroon:  uit·doen
Vervoegingen:  deed uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft uitgedaan (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (kleren of schoenen) van je lichaam afhalen
Voorbeeld:  `je broek uitdoen`
Synoniem:  uittrekken

2) zorgen dat het niet meer aan is
Voorbeelden:  `het licht uitdoen`,
`de radio uitdoen`

3) uit de grond halen
Voorbeelden:  `bomen uitdoen`,
`bloembollen uitdoen`
Synoniem:  rooien

4) afmaken
Voorbeeld:  `de termijn als minister-president uitdoen`


Synoniemen
aanhouden   afdoen   afleggen   afzetten   blussen   doven   ontkleden   uitblussen   uitdoven   uitdraaien   uitkleden   uitkrijgen   uitmaken   uitschakelen   uitstellen   uittrekken   uitzetten   verdagen   verschuiven   aandoen (antoniem)   

4 definities op Encyclo
  • •uitschakelen. •kleding afleggen.
  • van je lichaam af halen vb: hij deed zijn schoenen uit Synoniem: uittrekken Tegenstellingen: aandoen aantrekken de knop omzetten zodat het niet meer werkt vb: wil jij het licht uitdoen? Synoniemen: uitschakelen afzetten uitdraaien uitzetten Tegenstellingen: aanzetten inschakelen
  • 1) Wegvegen 2) Afdoen 3) Blussen 4) Rooien 5) Verdagen 6) Ontkleden 7) Delven 8) Doven 9) Afzetten 10) Verschuiven 11) Uitzetten 12) Uitwissen 13) Uittrekken 14) Uitstellen 15) Uitschakelen 16) Uitmaken 17) Uitkrijgen 18) Uitkleden 19) Uitdraaien 20) Uitdoven 21) Uitblussen 22) Uitblazen 23) Afleggen
  • van het lichaam verwijderen, laten verdwijnen
Toon uitgebreidere definities

Taaladvies
Is uitdoen correct in een combinatie als de aardappelen uitdoen? Zie Uitdoen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van uitdoen?
De verleden tijd van uitdoen is 'deed uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgedaan'.
Wat betekent uitdoen?
'(kleren of schoenen) van je lichaam afhalen' en 'zorgen dat het niet meer aan is' en 'uit de grond halen' en 'afmaken'
Hoe spel je uitdoen?
uitdoen spel je U I T D O E N
Wat is een ander woord voor uitdoen?
Andere woorden voor uitdoen zijn aanhouden, afdoen, afleggen, afzetten, blussen, doven, ontkleden, uitblussen, uitdoven, uitdraaien, uitkleden, uitkrijgen, uitmaken, uitschakelen, uitstellen, uittrekken, uitzetten, verdagen en verschuiven.
Wat is het tegenovergestelde van uitdoen?
Een antoniem van uitdoen is aandoen.

Op andere websites
Zoek uitdoen op Woordenlijst.org
Zoek uitdoen op Google
Zoek uitdoen op Wikipedia