teruggaan

werkw.

Uitspraak:	[təˈrʏxan]
Afbreekpatroon:	te·rug·gaan
Vervoegingen:	ging terug (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	is teruggegaan (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

gaan naar de plaats waar je vandaan komt

Voorbeeld:

`terug naar huis gaan`

achteruitgaan   afnemen   bezwijken   dalen   dateren   declineren   instorten   keren   minder worden   minderen   minworden   omkeren   tanen   tenondergaan   teruggrijpen   vergaan   verminderen   verrotten   verteren   vervallen   wegrotten   zinken   

• •naar de punt van vertrek gaan.
• in tegengestelde richting gaan vb: halverwege zijn we teruggegaan Synoniemen: keren omdraaien omkeren
• 1) Deinzen 2) Vergaan 3) Zinken 4) Minderen 5) Tanen 6) Achteruitgaan 7) Bezwijken 8) Ten onder gaan 9) Instorten 10) Wijken 11) Declineren 12) Achteruitlopen 13) Achteruitwijken 14) Rechtsomkeert maken 15) Reculeren 16) Wegrotten 17) Vervallen 18) Verteren 19) Verrotten 20) Dalen 21) Dateren 22) Retrogradere...
• Teruggaan wil zeggen terugkeren naar het punt waar je eerder was. Dat hoeft niet per se lichamelijk te zijn. Je kunt ook teruggaan naar het verleden vanwege mooie herinneringen die je hebt. [basiswoordenlijst groep 3]

Toon uitgebreidere definities

• teruggaan op

Wat is de verleden tijd van teruggaan?

De verleden tijd van teruggaan is 'ging terug'. Het voltooid deelwoord is 'is teruggegaan'.

Wat betekent teruggaan?

'gaan naar de plaats waar je vandaan komt'

Hoe spel je teruggaan?

teruggaan spel je T E R U G G A A N

Wat is een ander woord voor teruggaan?

Andere woorden voor teruggaan zijn achteruitgaan, afnemen, bezwijken, dalen, dateren, declineren, instorten, keren, minder worden, minderen, minworden, omkeren, tanen, tenondergaan, teruggrijpen, vergaan, verminderen, verrotten, verteren, vervallen, wegrotten en zinken.

Zoek teruggaan op Woordenlijst.org
Zoek teruggaan op Google
Zoek teruggaan op Wikipedia