tegelijk

bijwoord
Uitspraak:  [təxəˈlɛik]
Afbreekpatroon:  te·ge·lijk

op hetzelfde moment of in dezelfde periode
Voorbeelden:  `twee dingen tegelijk doen`,
`Als je naar de bakker gaat, wil je dan tegelijk brood voor mij meenemen?`,
`precies tegelijk in de lach schieten`
Synoniem:  tegelijkertijd


Synoniemen
aaneen   bijeen   gelijk   gelijktijdig   ineen   samen   simultaan   tegelijkertijd   tevens   tezamen   

Spreekwoorden en zegswijzen
• in geen twee sloten tegelijk lopen (=voorzichtig zijn en op zichzelf kunnen passen)
Naar de spreekwoorden

4 definities op Encyclo
  • •op hetzelfde moment. •in dezelfde periode. •tevens. •samen met iemand of iets anders.
  • op hetzelfde moment vb: we kwamen tegelijk aan Synoniemen: meteen tegelijkertijd gelijk [3] gelijktijdig zowel het een als het ander vb: deze knop is tegelijk voor aan en uit
  • 1) Bovendien 2) Pardoes 3) In dezelfde periode 4) In dezelfde tijd 5) Terzelder tijd 6) Tegader 7) Tezelfder tijd 8) In een klap 9) Ineen 10) Samen 11) Ineens 12) Aaneen 13) Zo wel 14) Daarbij 15) Bijwoord 16) Bijeen 17) Ook 18) Op dezelfde tijd als 19) Meteen 20) Op het zelfde moment 21) Op hetzelfde moment
  • op hetzelfde ogenblik; samen; tevens
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met tegelijk:
tegelijkertijd

Herkomst volgens etymologiebank.nl
tegelijk (samen; op hetzelfde moment; ook)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent tegelijk?
'op hetzelfde moment of in dezelfde periode'
Hoe spel je tegelijk?
tegelijk spel je T E G E L I J K
Wat is een ander woord voor tegelijk?
Andere woorden voor tegelijk zijn aaneen, bijeen, gelijk, gelijktijdig, ineen, samen, simultaan, tegelijkertijd, tevens en tezamen.

Op andere websites
Zoek tegelijk op Woordenlijst.org
Zoek tegelijk op Google
Zoek tegelijk op Wikipedia