beoefenen

werkw.
Uitspraak:  [bəˈufənə(n)]
Afbreekpatroon:  be·oe·fe·nen
Vervoegingen:  beoefende (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft beoefend (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

je regelmatig bezighouden met (iets)
Voorbeelden:  `een sport beoefenen`,
`wetenschap beoefenen`


Synoniemen
betrachten   omhelzen   uitoefenen   zitten   

2 definities op Encyclo
  • eraan werken, het uitvoeren vb: hij beoefent de tennissport Synoniem: doen Tegenstellingen: laten nalaten
  • 1) Omhelzen 2) Handwerk 3) Hanteren 4) Praktisering 5) Praktiseren 6) Wapenen 7) Zitten 8) Zich toeleggen op 9) Zich toeleggen 10) Uitvoeren 11) Uitoefenen 12) Betrachten 13) Bezighouden met 14) In praktijk brengen
Toon uitgebreidere definities

Taaladvies
  1. Wat is juist: < i>Zo`n zeven miljoen Japanners beoefent kendo< /i> of < i>Zo`n zeven miljoen Japanners beoefenen kendo< /i>? Zie Zo`n zeven miljoen Japanners beoefent / beoefenen kendo
  2. Wat is het meervoud van beoefenaar: beoefenaars of beoefenaren? Zie beoefenaars / beoefenaren


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van beoefenen?
De verleden tijd van beoefenen is 'beoefende'. Het voltooid deelwoord is 'heeft beoefend'.
Wat betekent beoefenen?
'je regelmatig bezighouden met (iets)'
Hoe spel je beoefenen?
beoefenen spel je B E O E F E N E N
Wat is een ander woord voor beoefenen?
Andere woorden voor beoefenen zijn betrachten, omhelzen, uitoefenen en zitten.

Op andere websites
Zoek beoefenen op Woordenlijst.org
Zoek beoefenen op Google
Zoek beoefenen op Wikipedia