de spikkel

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	['spɪkəl]
Afbreekpatroon:	spik·kel
Verbuigingen:	spikkels (meerv.)

klein rondje

Voorbeeld:	`een blauwe jurk met witte spikkels`
Synoniem:	stip

bespikkelen   bevlekken   flecker   oog   punt   spat   sproet   stip   vlek   

• Uit `De lagere vaktalen: De tabakbewerkerstaal` 1914 1. gele vlak op tabak (door de zon) 2. gespikkeldheid (tabak met weinig spikkel).
• 'Spikkel' ('Swinscowia') is een geslacht van zakjeszwammen behorend tot de familie Strigulaceae.
• 1) Punt 2) Puntje 3) Sproet 4) Spat 5) Stip 6) Bespikkelen 7) Bevlekken 8) Oog 9) Stippel 10) Stipje 11) Vlek 12) Vlekje 13) Vlekje van afwijkende kleur
• vlekje
• vlekje Jaar van herkomst: 1485 (MNW )

Toon uitgebreidere definities

• spikkelachtig• spikkelig

spikkel (vlekje)

Is het 'de spikkel' of 'het spikkel'?

Het is 'de spikkel', want spikkel is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die spikkel'.

Wat is het meervoud van spikkel?

Het meervoud van spikkel is 'spikkels'. Eén spikkel, twee spikkels.

Wat betekent spikkel?

'klein rondje'

Hoe spel je spikkel?

spikkel spel je S P I K K E L

Wat is een ander woord voor spikkel?

Andere woorden voor spikkel zijn bespikkelen, bevlekken, flecker, oog, punt, spat, sproet, stip en vlek.

Zoek spikkel op Woordenlijst.org
Zoek spikkel op Google
Zoek spikkel op Wikipedia